UIT /
OP STAP IN RONSE
TEKST An Candaele // FOTO'S An Candaele
De inwoners van Ronse hebben de bijnaam ‘zotten’. Dat hoorden we op een bloedhete vakantiedag van gids Thomas die ons op sleeptouw nam door Ronse. Hij wees ons op de sporen van een bloeiende textielindustrie die in het stadje alomtegenwoordig zijn, met fabriekspanden en -schouwen, een textielmuseum en prachtige art-decohuizen van rijke textielbazen. En hij leerde ons de patroonheilige Hermes kennen, aanbeden tegen geestesziekte.
Ronse ligt aan de taalgrens, in een vallei omringd door groen. Het muziekbos bijvoorbeeld is voor velen – minstens van naam – bekend, en ligt maar enkele kilometers van het centrum. We willen ooit de Hermesfietsroute doen, maar deze keer zijn we gekomen voor het stadje zelf.
Starten doen we op de Hoge Mote. In de mooi gerestaureerde, oude kanunnikenwoning bevindt zich de toeristische dienst en een belevingscentrum. Filmpjes, interactieve borden en verhalen lichten een tipje van de sluier van wat er in de stad te zien is. Je vindt er ook toeristische informatie zoals uitgestippelde wandelingen, fietstochten en knooppuntenkaarten.
Schietspoele, djikke djakke
Aan de overkant van het binnenplein op de Hoge Mote bevindt zich het MUST – museum voor textiel. Hier was een tijdlang textielfabriek ‘Cambier-Robette’ gevestigd, een van de vele fabrieken die Ronse rijk was. Er staan nu een veertigtal nog werkende weefgetouwen. Gids Thomas schetst de evolutie tussen 1900 en 2000. Samengevat: de machines draaiden alsmaar sneller en er waren steeds minder arbeiders nodig om ze te bedienen. Van één man per weefgetouw tot één om meer dan negentig machines in de gaten te houden. Vandaag gebeurt textielproductie volledig automatisch en computergestuurd.
Als Thomas een van de oudste machines aanzet, herkennen we de de schietspoele en de klitsklets uit het lied ‘Schietspoele, sjerrebekke, spoelza! djikke djakke, kerrekoltjes, klitsklets!’ Het moet een oorverdovend lawaai geweest zijn als alle machines tegelijk van katoen gaven. Al noemen wevers in hart en nieren het geen lawaai, maar zingen ...
Museumbezoek kan elke dag om 15 uur, met uitleg door een gids. Als je in Ronse rondloopt, kom je nog her en gebouwen met zaagtanddak – sheddak -tegen, typisch voor fabriekshallen van weleer. Wat niet werd afgebroken kreeg een herbestemming als woning, horecazaak, enzovoorts.
De Vrijheid
Wij verlaten de gewezen textielfabriek en gaan richting basiliek. We bevinden ons in de Vrijheid van Ronse. De naam wijst op de bestuurlijke onafhankelijkheid van dit historische stadsdeel dat tot aan de Franse Revolutie in handen was van de clerus. In deze stad binnen de stad waren de regels van de rest van het grondgebied niet van tel.
De Sint-Hermeskerk is sinds begin 2019 erkend als basiliek. Een van de 28 in België. De voorwaarden – een bijzonder reliek bewaren en een levende cultuur daarrond – zijn hier voldaan. De Fiertelommegang – al sinds 1900 – is nog springlevend. Alle Ronsenaars, ook zij die intussen elders wonen, willen erbij zijn op Drievuldigheidszondag als het schrijn met de relieken van de patroonheilige rond de stadsgrenzen wordt gedragen, 32,5 kilometer lang.
Ronsenaars dragen hun bijnaam ‘Zotten’ als een eretitel.
Het zottenboek
In de imposante
Sint-Hermesbasiliek zijn restauratiewerken bezig. De kerk blijft open,
met telkens andere delen afgeschermd. De crypte onderging ook een grote
restauratie. Het is de tweede grootste van België, na de
Sint-Baafscrypte in Gent. Vanaf 15 oktober 2022 kunnen bezoekers de
grote ruimte onder het koor weer binnen. We hebben geluk. André die
ervoor zorgt dat kerk en crypte er proper bijliggen, nodigt ons uit om
een kijkje te nemen. We zien de baden voor de zieken, en op een stenen
tafel prijkt het zottenboek waar de namen van bedevaarders in genoteerd
werden. Zelfdoding was in die tijd zonde en de erfenis van zo iemand
ging niet naar de familie. Tenzij de naam in het boek stond, want dan
had je er alles aan gedaan om psychisch gezond te worden.
In de kerk zien we een afbeelding van Sint-Hermes als ruiter met de
geketende duivel. Wie psychisch ziek was, was bezeten door de duivel zo
dacht men. In de muur zitten haken. Bedevaarders die het lastig kregen
tijdens de intense gebedssessies om de duivel uit hun leden te
verdrijven, werden aan die haken vastgebonden.
Buuntsies
Wie op bedevaart kwam, bracht kippen mee als vergoeding. Die kippen
werden achteraf verkocht op het plein voor de kerk. Zag je het niet
zitten om de dieren een dagtocht lang mee te zeulen, dan kocht je ze ter
plaatse. En zo gingen dezelfde kippen een paar keer over de toonbank.
Op de kleine markt zijn nu enkele cafés. We nuttigen een drankje op een
terras bij een deelnemer van de Smaakkaart. Die kaart koop je voor 18
euro in het bureau voor Toerisme, de vijf bonnetjes ruil je onderweg in
voor hapjes en drankjes.
Met een van de bonnetjes krijg je een zakje Buuntsies, gepofte erwtjes.
Vorige eeuw bracht Julien Deraedt, een rasechte Ronsenaar, zijn erwtjes
aan de man. De traditie wordt nu voortgezet.
Vlak naast de basiliek staat nog een tweede kerkgebouw, de oude
Sint-Martinuskerk. Toen die te klein werd, kwam er een nieuwe
gelijknamige kerk buiten het stadscentrum. De oude Sint-Martinuskerk is
nu een overdekte foodmarkt.
Arbeiderssteegjes en rijkemanshuizen
We stappen over de grens van de Vrijheid en komen in het nieuwe stadsdeel. Via een steegje met arbeiderswoningen gebouwd voor de textielarbeiders, en een straat met statige rijkemanswoningen, komen we bij de Sint-Maartenskerk. “De kleine kerk, zoals ze genoemd wordt, is eigenlijk groter dan de grote”, zegt Thomas. “Het schip is langer. De toren was ook hoger, maar onder het motto ‘ik wil de grootste hebben’ werd de Sint-Hermestoren wat hoger opgetrokken.” In de kerk springt de overvloed aan kleurrijke brandglasramen in het oog. Textielbazen betaalden die ramen om hun zielenheil af te kopen en vooral om hun rijkdom te etaleren. Hun namen staan op de brandglazen.
De Sint-Maartenskerk werd opgetrokken op vraag van en gestimuleerd door de toenmalige katholieke, ultramontaanse burgemeester Ephrem De Malander en werd gesponsord door de nieuwe gefortuneerde en invloedrijke families van textielindustriëlen die eind 19de eeuw een grote rol speelden in de economische bloei van de stad. De bewaarde plans dateren van 1891-1892 en zijn van de hand van de Gentse architect Modeste De Noyette, een vriend van burgemeester De Malander
Tussen de twee oorlogen genoot Ronse van een gouden periode in de textielindustrie. Aan de stadsrand bouwden welvarende kaderleden en textielbaronnen schitterende huizen in de meest trendy stijl van die tijd: de art deco. Zeer gebruikelijk bij art deco zijn trapkokers met glas-in-lood in geometrische figuren. Op de gevels wisselen cementen stroken of tegels af met langwerpige, effen baksteenvlakken. Horizontale, strakke lijnen gecombineerd met gewelven. De gebruikte materialen zijn zowel duur als duurzaam: arduin, metaal en exotisch hout. Cirkel en vierkant keren overal terug.
Art deco
Op de Grote Markt wijst de gids ons enkele etablissementen met goed bewaarde tegeltableaus. Ze zijn erkend als erfgoed.
We nemen afscheid van onze gids Thomas en trekken op eigen houtje met een plannetje in de hand naar de art-decowijk. De huizen hier zijn gebouwd tussen de twee oorlogen, de gouden tijd van de textielindustrie in de stad. Art deco is dan een nieuwe architectuur die meer aandacht wil voor het functionele, zonder overbodige decoraties. De huizen zijn opvallend goed bewaarde pareltjes. Ondanks de hitte beleven we een heerlijke namiddag dwalend langs zoveel schoonheid.
/KASTEEL IN ART NOUVEAU
In Ronse kan je via de toeristische dienst of rechtstreeks ook twee art-nouveauvilla’s bezoeken. Wij bezochten Villa Madonna op de flanken van de Kluisberg. De woning werd in 1906 ontworpen door architect De Noyette in opdracht van vrederechter Matthys. Het pand is geklasseerd. Joost Van Goethem en Caroline Van den Bossche waren in 2018 op zoek naar een authentieke cementvloer voor hun woning en vonden die in een gerenoveerde vierkantshoeve. Een woning met zoveel ziel deed hun hart sneller kloppen. Caroline en Joost zochten op internet naar hoeves te koop en toen ze die niet vonden tikte Joost voor de grap ‘kasteel’ in. Villa Madonna verscheen op het scherm. Ze gingen een kijkje nemen en waren op slag verliefd. Zo kwam de familie met de vier kinderen onverwacht vanuit Gent in Ronse terecht. Aan het kasteel en de grote, glooiende tuin zijn al veel onderhoudswerken gebeurd. Om dat te kunnen blijven financieren, organiseren Joost en Caroline arrangementen in het mooie kader. Vergadering, receptie, groepsbezoek enzovoorts: Villa Madonna en zijn eigenaars ontvangen je graag.
JOOST EN CAROLINE
"We waren op slag verliefd op Villa Madonna"
/Win een overnachting in Ronse
Wie deelneemt aan onze wedstrijd kan een overnachting winnen in Hotel Remington. Een verblijf in het statige herenhuis vormt de ideale uitvalsbasis om Ronse en de Vlaamse Ardennen te ontdekken. Download hier de puzzel en stuur je oplossing naar: OKRA-magazine, Kruiswoord oktober 2022, PB 40, 1031 Brussel vóór 20 OKTOBER 2022.