AT YOUR SERVICE /
“Supplementen niet-geconventioneerde arts zijn ten laste patiënt”
Tekst - Lieven Bax | Foto - Shutterstock | Leestijd - 2,5 minuut
“Ik werk bij Infrabel en heb een tijd geleden bij een arbeids-ongeval een been gebroken. Na de gebruikelijke gipsperiode had ik een kinebehandeling nodig. Ik koos hiervoor een kinesist in mijn beurt, maar intussen kreeg ik te horen dat diens factuur niet volledig wordt terugbetaald omdat hij niet geconventioneerd is. Terwijl ik dacht dat alle kosten als gevolg van een arbeidsongeval altijd voor rekening van de verzekeraar waren.”
(Naam en adres bekend bij de redactie)
Een niet-geconventioneerde arts of andere zorgverlener mag zelf zijn/haar honorarium bepalen en dus bovenop het tussen de artsen, de mutualiteiten en de overheid afgesproken tarief supplementen aanrekenen. Die supplementen zijn in theorie altijd ten laste van de patiënt.
Tot 2018 hoefde het spoor-perso-neel zich geen zorgen te maken over de factuur na een arbeids-ongeval, omdat de NMBS over een eigen medische dienst beschikte en de betrokken artsen de slacht-offers van een arbeidsongeval altijd doorverwezen naar specia--listen die geen supplementen in rekening brachten. Intussen laat het bedrijf de statutaire medewerkers vrij om een arts naar keuze te raadplegen, maar moeten zij eventuele supplementen zelf betalen. Het Algemeen Reglement Personeel en Sociale Zaken (ARPS) werd in die zin aangepast.
Overeenkomstig paragraaf 43 van de ARPS-bundel 572 kan de medische dienst de tenlasteneming van bepaalde medische, paramedische, farmaceutische en ziekenhuis–prestaties beperken of weigeren, wanneer hij acht dat ze medisch ongerechtvaardigd zijn of geen verband met het ongeval houden, of waarvan de kost niet redelijk is in het licht van het Koninklijk Besluit van 17 oktober 2000 tot vaststelling van de voorwaarden en het tarief voor geneeskundige verzorging toepasselijk inzake arbeids-ongevallen. In dat geval heeft de raadsarts van de arbeidsongevallen het recht de betaling van de kosten volledig of gedeeltelijk te weigeren.
In artikel 1 van het KB van 17 oktober 2000 staat:
Zo de getroffene vrije keus van geneesheer heeft, is het tarief voor terugbetaling van de kosten van geneeskundige verzorging gelijk aan het tarief van honoraria en prijzen zoals het voortvloeit uit de toepassing van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgemaakt in uitvoering van de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
In afwijking van het eerste lid is het tarief voor de terugbetaling van de kinesitherapiekosten vanaf de 61e zitting gelijk aan de honoraria zoals die voortvloeien uit de nomenclatuur van de geneeskundige verstrek-kin-gen, bedoeld in het eerste lid, voor de eerste 60 zittingen.
De kosten voor geneeskundige zorgen die niet zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, worden terugbetaald tegen hun werkelijke kostprijs, voor zover die prijs redelijk is in vergelijking met het tarief dat wordt aangerekend voor vergelijkbare verstrekkingen die in de nomenclatuur voorkomen.
De terugbetaling van deze kosten is afhankelijk van de voorafgaande bestemming van de verzekeraar of het Fonds voor Arbeidsongevallen.
Deze toestemming wordt gegeven wanneer geneeskundige verzorging nodig is ingevolge het arbeidsongeval en de prijs redelijk is, zoals hiervoor omschreven.
Stel nu dat je na een arbeidsongeval niet te kiezen had wie je de nodige – eerste – zorgen toediende en dit door een niet-geconventioneerde arts gebeurde, staat het eerder geciteerde KB een uitzondering toe:
Het ontbreken van een voorafgaand akkoord kan niet worden tegengeworpen: 1° in geval van dringende medische verzorging of 2° indien de getroffene niet wist en redelijkerwijs niet kon weten dat hij de toestemming moest vragen of wie de kosten diende ten laste te nemen of 3° indien duidelijk vaststaat dat de medische behandeling nodig was ingevolge het arbeidsongeval. //