UPSIDE DOWN /
10 levensvragen aan... Kim Duchateau
Foto - Jan Locus | Leestijd - 2 minuten
Wat wilde je als kind worden? Striptekenaar, muzikant of acteur. En als dat niet zou lukken: boswachter of museummedewerker.
Wat is het beste advies dat je ooit van je ouders hebt gekregen? Dat je altijd moet doen wat je graag doet en dat je dat zo goed mogelijk moet proberen te doen. Daarnaast zei mijn vader ooit: “Of je nu voor het boekje van de Boerinnenbond tekent of voor de New Yorker, het moet altijd even goed zijn: je weet nooit wie het onder ogen krijgt.”
Op welke prestatie ben je het meest trots? Dat ik kan leven van hetgeen ik ook zou doen mocht ik er niet van kunnen leven.
Wat is je meest onhebbelijke eigenschap? Ik ben verschrikkelijk ongeduldig. En hoe ouder ik word, hoe ongeduldiger ook. Als er bij de bakker een wachtrij staat, stap ik liever twintig minuten verder door naar de volgende bakker dan die wachtrij te moeten trotseren. Files zijn dus de hel voor mij. En vergaderingen.
Heb je ooit ‘ik hou van je’ gezegd zonder het te menen? Nee! Waarom zou je dat ook doen?
Aan wie of wat heb je een hekel? Aan agressie, hypocrisie en domheid en aan al hun uitoefenaars. Eigenlijk aan nog vol meer, maar dan wordt dit een te lange lijst ten koste van de goede vibraties hier.
Wat is de belangrijkste les die het leven je heeft geleerd? Dat je zoveel mogelijk je goesting moet doen. Uiteraard zonder daarmee andere mensen lastig te vallen.
Wat wil je ooit nog eens doen, maar zal er wellicht nooit van komen? Een toneelstuk schrijven! Het moet fantastisch zijn om acteurs jouw zinnen te horen uitspreken op een podium.
Geloof je in leven na de dood? Nee. Ik denk dat je dan in dezelfde situatie terechtkomt als voor je geboorte: je bent er niet. Dat is voor mij ook best een rustgevende gedachte. Beeld je in: weer een ander leven na dit. En daarna wéér een? Hoe vermoeiend.
Hoe wil je herinnerd worden? Het liefst als Kim Duchateau.