GRENZELOOS /
Staking in Gräfenhausen
Foto - DPA | Leestijd - 1 minuut
Tientallen werknemers van de Poolse transportfirma’s Lukmaz, Agmaz en Imperia – die allen dezelfde eigenaar hebben - legden midden maart het werk neer omdat ze al weken of zelfs maanden op hun loon wachtten. Opgeteld ging het om zo’n 300.000 euro aan achterstallige salarisbetalingen. En daarnaast waren de betrokken chauffeurs ook al langer ontevreden over hun werkomstandigheden.
De overwegend uit Georgië en Oezbekistan afkomstige chauffeurs richtten een stakerspost in op de parkeerplaats langs de A5-autosnelweg in het Duitse Gräfenhausen. Hun werkgever zocht eerst nog de confrontatie op door begin april een knokploeg ter plaatse te sturen om zijn voertuigen te recupereren – een plan dat door de politie werd verhinderd. Maar toen de stakers ook na vijf weken actievoeren en nadat een aantal onder hen intussen hun achterstallig loon had gekregen nog altijd geen aanstalten maakten om de parkeerplaats in Gräfenhausen te ontruimen, stemde de eigenaar van het Poolse transportconsortium ermee in om alle nog achterstallige lonen meteen te betalen en zijn aanklachten tegen de stakers in te trekken. De chauffeurs verbonden zich er op hun beurt toe om twaalf uur nadat het loon dat ze nog tegoed hadden op hun rekening was beland de sleutels van alle voertuigen aan de eigenaar te overhandigen.
De staking in Gräfenhausen heeft volgens algemeen secretaris Livia Spera van de European Transport Workers’ Federatie (ETF) “het welig tierende systeem van onderaannemers, illegale praktijken en schendingen van fundamentele mensen- en arbeidsrechten in de Europese wegtransportsector blootgelegd – met niet-EU-chauffeurs als grootste slachtoffers”. Het is nu aan de Europese instellingen en lidstaten “om onmiddellijk maatregelen en acties te lanceren die alle chauffeurs een fatsoenlijk loon en een betere bescherming garanderen”.