close

Vraag of opmerking? Laat het ons weten!

Terug naar huidig nummer

ACTUEEL /

85% wil minder werken met behoud van loon

TEKST Patrick Van Looveren | FOTO Kichigin | LEESTIJD 4 MINUTEN | 15 MAART 2023

In opdracht van het ACV deed HIVA – Onderzoekinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven – een online enquête bij ACV-leden over de wenselijkheid en de praktische haalbaarheid van collectieve arbeidsduurvermindering. Ook de tijdgerelateerde maatregelen in de arbeidsdeal van de federale regering werden bevraagd. Dat leverde belangrijke inzichten op.

Als collectieve arbeidsduurmindering zou worden ingevoerd met behoud van het loon, dan is meer dan 85% geïnteresseerd. Als dit echter gepaard gaat met loonverlies dan is de interesse veel beperkter (slechts 17%). Soms hoor je dat collectieve arbeidsduurvermindering meer leeft bij Franstaligen dan bij Nederlandstaligen, maar dat wordt weerlegd door dit onderzoek. Er is geen significant verschil naar taalrol (Nederlandstalig, Franstalig of Duitstalig). Naar leeftijd is er ook geen merkelijk verschil. 55-plussers zijn wel iets meer geneigd om in te stappen op collectieve arbeidsduurvermindering met loonverlies. En ook het opleidingsniveau maakt niet echt dat mensen anders aankijken tegen collectieve arbeidsduurvermindering. Als het gepaard gaat met loonverlies, zien hoger opgeleiden daar iets minder graten in, vermoedelijk omdat ze het zich financieel beter kunnen permitteren.

Hoe collectieve arbeidsduurvermindering organiseren?

Op de vraag ‘Hoe wil je dat collectieve arbeidsduurvermindering georganiseerd wordt?’ geeft de overgrote meerderheid aan om collectieve arbeidsduurvermindering te organiseren op weekbasis (minder per week) of op jaarbasis (meer verlofdagen), of door de keuze te laten hoe je dit organiseert. Wat minder aanspreekt is de organisatie op dagbasis (minder uren per dag) en al zeker niet in ruil voor onregelmatigere uren.

Op de vraag of het praktisch haalbaar is om minder te werken in je sector, varieert het antwoord van sector tot sector. In het onderwijs geeft 68% aan van wel, in de bouw is dit slechts 40%.

Argumenten pro en contra collectieve arbeidsduurvermindering

Op een aantal argumenten pro en contra collectieve arbeidsduurvermindering geeft de overgrote meerderheid aan dat dit hun levenskwaliteit zal verbeteren en kan zorgen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven. Bij de argumenten tegen collectieve arbeidsduurvermindering klinkt bij een ruime meerderheid de vrees door dat je hetzelfde werk zal moeten doen in minder tijd. Iets meer dan de helft meent dat de organisatie van het werk erdoor bemoeilijkt wordt.

Wat met de vrijgekomen tijd?

Op de vraag ‘wat zou je doen met de vrijgekomen tijd?’ geven respondenten aan dat ze meer tijd zouden besteden aan hun familie, aan henzelf (uitrusten) en vrije tijd. Als het evenwel gaat om collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonbehoud, dan geeft 1 op 4 aan dat ze een tweede job of een flexi-job zullen aannemen of als zelfstandige aan de slag gaan. Bij loonbehoud is dit amper 5 procent.

Individuele arbeidsduurvermindering

In de enquête werd ook nagegaan of er een link is tussen kunnen rondkomen en arbeids-
tijd (deeltijds of voltijds werk). Dat blijkt niet het geval. Maar dat hangt vermoedelijk samen met het inkomen van de partner. In een lijstje met antwoordmogelijkheden welke moeilijkheden ze zien of twijfels ze hebben om individueel verlof aan te vragen (op eigen initiatief minder werken), antwoordt 40% dat ze dit niet overwegen omwille van financiële redenen.


-//-

“De overgrote meerderheid geeft aan dat dit hun levenskwaliteit zal verbeteren en kan zorgen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven.”

_


Maatregelen arbeidsdeal

In haar ‘arbeidsdeal’ van vorig jaar voorziet de federale regering de mogelijkheid om week-om-week langer of korter te werken. Een kleine meerderheid geeft aan hiervoor interesse te hebben. Het feit dat de interesse hiervoor niet groter is, is mogelijk te verklaren doordat het een maatregel is die gericht is op een specifieke doelgroep (co-ouderschap).

Twee derde van de respondenten geeft aan geïnteresseerd te zijn om het werk voortaan te doen in een vierdagenweek, ook een mogelijkheid die de arbeidsdeal voorziet. Voorlopig vindt die ‘samengedrukte’ vierdagenweek – het aantal werkuren blijft hetzelfde – niet echt ingang. “Er is dan ook nauwelijks belangstelling voor bij zowel bedrijven als werknemers”, meent Sonja Teughels, arbeidsmarktspecialiste bij werkgeversorganisatie Voka1. Die mening wordt door deze enquête dus niet ondersteund.

De arbeidsdeal voorziet ook een recht op deconnectie. Op de vraag in de enquête ‘Word je buiten de uren gecontacteerd voor je werk?’, geeft 48% aan dat dit niet het geval is. De anderen dus wel. 6% heeft geregeld wachtdienst en moet dus wel stand-by zijn. 26% wordt buiten de werkuren gecontacteerd, maar er wordt van hen niet verwacht dat ze antwoorden. 20% geeft aan dat wel verwacht wordt dat ze antwoorden. Van de respondenten die buiten de werkuren gecontacteerd worden en moeten antwoorden, vindt de helft dat er nood is aan regels rond deconnectie.

Speerpunten vakbond

Op de vraag waarvoor het ACV moet ijveren, worden zowat alle voorstellen in de enquête als (heel) belangrijk beschouwd (verhoging van aantal verlofdagen, gemakkelijker kunnen opnemen van verlof, deeltijds kunnen werken met loonbehoud op het einde van de loopbaan, mogelijkheid tot minder (deeltijds) werken, collectieve arbeidsvermindering met behoud van loon, …). Enkel van collectieve arbeidsduurvermindering zonder behoud van loon moet een grote meerderheid niet weten. Beter meester kunnen zijn van je tijd is dus zeker een syndicaal aandachtspunt. Op de vraag naar de bereidheid om hiervoor actie te voeren, geeft zes op tien aan hiervoor een petitie te willen tekenen, maar slechts een minderheid wil hiervoor ook staken of betogen.

plus

1. Decock, S., (2023), ‘Minder ziekte en stress bij vierdagenweek, zegt Brits onderzoek’. In: De Standaard 22 februari 2023.