/ACV naar Grondwettelijk Hof tegen nieuwe voorrangsregels in kinderopvang
TEKST Bram Van Vaerenbergh | Foto Shutterstock | 20 maart 2024 | Leestijd 4 minuten
Het ACV trekt – samen met een tiental andere middenveldorganisaties – naar het Grondwettelijk Hof tegen de nieuwe voorrangsregels in de Vlaamse kinderopvang. Vanaf 1 april wordt er absolute voorrang voorzien voor ouders die minstens 80% werken of een opleiding volgen, en daarnaast wordt het aantal voorbehouden plaatsen voor gezinnen in kwetsbare situaties fors gereduceerd. “De nieuwe voorrangsregels zijn een serieuze achteruitgang. Er zijn heel wat redenen waarom mensen niet voltijds of minstens 4/5de kunnen werken”, zegt Stijn Gryp, nationaal secretaris bij het ACV.
ACTIE /
Voor 1 april 2024 waren minstens 20% van de plaatsen in de kinderopvang voorzien voor bepaalde groepen ouders (alleenstaanden, mensen met een laag inkomen, gezinnen in kwetsbare situaties,…), terwijl dat in de nieuwe regelgeving nog maar om 10% van de totale capaciteit gaat. Daarnaast gaat het om kinderen in “gezondheids- of welzijnssituaties”. Criteria zoals gezinssamenstelling en financiële situatie vallen weg als voorrangscriterium. Er wordt voortaan absolute voorrang gegeven aan ouders die minstens 80% werken of een opleiding volgen. In een tweeoudergezin wordt gekeken naar de gemiddelde tewerkstellingsbreuk. Concreet: een gezin waar de ene ouder voltijds werkt en de andere halftijds, heeft geen voorrang meer.
Sectoren onder druk
De nieuwe voorrangsregels in de kinderopvang treffen een grote groep ouders. Vooral vrouwen zullen hier het effect van voelen, aangezien zij vaker deeltijds werken uit noodzaak of om zorgtaken op zich te nemen. Bovendien zetten de nieuwe regels sectoren waar deeltijdse contracten overheersen onder druk. Ook sectoren die stoelen op seizoensarbeid of wisselende arbeidsregimes zullen geconfronteerd worden met werknemers die geen opvang meer vinden voor hun kind. Kinderopvang zou volgens experts een basisvoorziening moeten zijn. Maar in Vlaanderen is dat niet het geval. “Kinderopvang is meer dan een plek waar je je kinderen achterlaat om te kunnen gaan werken”, zegt Stijn Gryp, nationaal secretaris bij het ACV. “De kinderopvang heeft ook een belangrijke pedagogische én sociale functie waar elk kind recht op heeft. De nieuwe voorrangsregels zijn een serieuze achteruitgang: er zijn heel wat redenen waarom mensen niet voltijds of minstens 4/5de kunnen werken. Dat kan om gezondheidsredenen zijn, of simpelweg omdat ze geen voltijds werk vinden. Ook deze mensen hebben nood aan kinderopvang.”
“Kinderopvang heeft ook een belangrijke pedagogische én sociale functie waar elk kind recht op heeft.”
Stijn Gryp
Het ACV trekt daarom met een tiental andere middenveldorganisaties naar het Grondwettelijk Hof om de nieuwe voorrangregeling aan te vechten. In eerste instantie wordt een verzoekschrift neergelegd waar de Vlaamse Regering zal op mogen antwoorden. Ongeveer 1,5 jaar na de indiening wordt een arrest van het Grondwettelijk Hof verwacht, waartegen geen beroep mogelijk is. Eerder gaven zowel de SERV, de Raad van State, de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), het Agentschap Opgroeien én het Kinderrechtencommissariaat stuk voor stuk een negatief – en vaak zelfs een vernietigend – advies bij het ontwerp van de regelgeving.