WELZIJN OP HET WERK /
Als eerste in Europa: MSA (eindelijk) als apart luik in wetgeving
TEKST Bram Van Vaerenbergh I illustratie Rutger Van Parys | 21 FEBRUARI 2024 | LEESTIJD: 6 minuten
Het was een lange strijd, maar de sociale partners hebben een unaniem positief advies gegeven over de voorgestelde wetgeving voor de aanpak van spier- en skeletaandoeningen op het werk. Het ACV hoopt dat de regering nu snel werkt maakt van het invoeren van de nieuwe wetgeving. “Dit soort gezondheidsrisico’s op het werk preventief aanpakken is de enige haalbare manier om de uitdaging van langdurige ziekte het hoofd te bieden”, zegt Maarten Hermans (ACV).
“Er moet expliciet aandacht gaan naar musculoskeletale aandoeningen in de verplichte risicoanalyses”
MAARTEN HERMANS,
ACV-EXPERT WELZIJN OP HET WERK
Spier- en skeletaandoeningen, ofwel musculoskeletale aandoeningen (MSA), zijn de meest voorkomende werkgerelateerde gezondheidsproblemen in ons land. Maar liefst 2,5 miljoen Belgen zijn er door getroffen, en dat zorgt voor zo’n 5 miljard euro kosten aan extra gezondheidszorguitgaven én verloren arbeidsdagen wegens ziekte. Spier- en skeletaandoeningen zijn – samen met psychosociale aandoeningen – de hoofdoorzaak voor uitval in langdurige ziekte. Van het half miljoen langdurig zieken in ons land, is maar liefst een derde out met aandoeningen zoals artrose, tendinitis of lage rugpijn.
“Het preventief aanpakken van deze hoofdoorzaken is dan ook de enige haalbare manier om de uitdaging van langdurige ziekte het hoofd te bieden”, zegt Maarten Hermans, ACV-expert welzijn op het werk. De wetgeving die door minister van Werk Pierre-Yves Dermagne werd voorgesteld, voegt een apart luik rond de musculoskeletale risico’s in de wetgeving over welzijn op het werk. Hiermee komen musculoskeletale risico’s op dezelfde hoogte te staan als bijvoorbeeld psychosociale risico’s of blootstelling aan kankerverwekkende stoffen.
Risicoanalyses
“Dit betekent dat er in de verplichte risicoanalyses nu ook expliciet aandacht moet gaan naar zulke musculoskeletale risico’s, en dat de werkgever daar vervolgens mee aan de slag moet”, zegt Hermans. “Het zorgt er ook voor dat de rol van de preventieadviseur-ergonoom zal toenemen, net zoals het toezicht van werknemersvertegenwoordigers op de aanpak van musculoskeletale risico’s op de werkplek.”
De nieuwe wetgeving maakt van België het eerste Europese land met een specifieke wetgeving om deze enorme problematiek aan te pakken. Sinds het politieke initiatief om een Europese richtlijn over spier- en skeletaandoeningen in te voeren strandde in 2012, bleven musculoskeletale risico’s – ondanks hun breed voorkomen – een opvallende afwezige in de welzijnswetgeving van Europese landen. Het ACV is dan ook verheugd dat er een akkoord is over de voorgestelde wetgeving, na bijna twee jaar werk van én met experten, constructief sociaal overleg en de nodige politieke steun van de minister van Werk.
Het unaniem positieve advies van vakbonden én werkgeversorganisaties, en de positieve reacties vanuit de beroepsverenigingen van ergonomen, arbeidsartsen en preventiediensten, tonen het stevige draagvlak om hier mee aan de slag te gaan. Nu het positief advies van de sociale partners is gegeven, hoopt het ACV dan ook dat de regering snel werk maakt van het invoeren van de nieuwe wetgeving.
/Werk van lange adem
TEKST Kris Van Eyck
De eerste grote campagne van het ACV rond musculoskeletale aandoeningen werd afgetrapt in april 2001 (met onder meer deze beelden). Een actieplan werd voorgesteld voor militanten om hiermee aan de slag te gaan. We maakten sectorale brochures met een specifieke aanpak voor kassamedewerkers, verpleegkundigen, metsers, schoonmakers, haarkappers, assemblage en inpak,… De daarop volgende jaren investeerde het ACV in vorming en begeleiding van zijn militanten. Het was echter al snel duidelijk dat er naast sensibilisatie en vorming absoluut nood was aan een duidelijk wetgevend kader om werkgevers en preventiediensten aan te zetten hier op structurele wijze werk van te maken.
Na het mislukken van de onderhandelingen in 2012 op Europees niveau bleef het ACV niet bij de pakken zitten en bleven we een aanpassing van de Belgische welzijnsreglementering eisen. Onder impuls van het ACV werden verschillende adviezen van de sociale partners hierover gerealiseerd, in 2014 in de Nationale Arbeidsraad en in 2020 in de Hoge Raad Preventie en Bescherming.
Bijna twee jaar geleden – op de Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk in 2022 – gaf het ACV een nieuwe impuls aan deze inspanningen met de campagne ‘Meer rechten voor je rug’, met concrete voorstellen om de wetgeving te versterken. Deze lang volgehouden, koppige inspanning van het ACV heeft uiteindelijk geleid tot het wetsvoorstel van de minister van Werk waarover we begin 2024 met de werkgevers tot een akkoord konden komen.
De pluim om als eerste Europese land zo’n wetgeving te hebben mogen we gerust op onze ACV-hoed zetten. De aanhouder wint, of nog beter, de aanhouder zorgt voor een veiligere en gezondere werkplek voor alle werknemers.