ACTUEEL /
Op weg naar een nieuwe begrotings- en cao-ronde
TEKST Chris Serroyen | FOTO Christian Dubovan | LEESTIJD: 5 MINUTEN | 15 FEBRUARI 2023
De federale regeringspartijen zitten in overlevingsmodus. Loerend naar elkaar. En nog meer beducht voor de oppositie, aan Nederlandstalige kant die ter rechterzijde, aan Franstalige kant die ter linkerzijde. Waardoor we, een jaar te vroeg, al in de laatste rechte lijn voor de politieke verkiezingen lijken te zitten. Dat vroegtijdige electorale stuntwerk wordt nu doorkruist door het haastwerk van de regering richting de begrotingscontrole van maart. Terwijl de sectorale sociale partners zich beginnen klaarzetten voor de cao-ronde 2023-2024.
Na de akkoorden over de kerncentrales, de loonnorm en de welvaartsvastheid, moest de federale regering nog knopen doorhakken in vier belangrijke dossiers: de energieprijzen, de belastinghervorming, de pensioenhervorming en de arbeidsmarkthervorming.
Knip in sociaal energietarief
Onverwacht bereikte de regering begin februari al een akkoord over het dossier van de energieprijzen, met een drieluik:
• De btw op gas en elektriciteit blijft op 6% staan.
• Het verlies aan inkomsten wordt gecompenseerd via de accijnzen, maar die worden wel verminderd als en zolang de prijs van gas en elektriciteit opnieuw omhoog gaat.
• Voor het sociaal energietarief wordt teruggekeerd naar de vroegere doelgroep.
De eerste twee luiken waren al vroeger aangekondigd. Het derde luik is onverwacht en bijzonder pijnlijk. Omdat de doelgroep die er tijdens de coronacrisis was bijgekomen er opnieuw wordt uitgegooid, zij het met enkele tussenstappen. Dat zijn gezinnen met een zeer laag inkomen, maar die niet kunnen terugvallen op een van de sociale statuten die in aanmerking komen voor de eerste doelgroep. Dat treft in het bijzonder werklozen, zieken, gepensioneerden, maar net zo goed (of liever, slecht) werknemers met een zeer laag loon.
Toegegeven, die uitbreiding was indertijd niet ideaal geregeld. Want wie één euro meer verdiende dan het maximum om in aanmerking te komen voor de uitgebreide doelgroep, die verloor in één klap de volledige tussenkomst in de energiefactuur. Een inkomensval, noemen ze dat. Het ACV had voorgesteld die op te lossen door voor gezinnen met een laag inkomen die iets boven het grensbedrag zitten, een gedeeltelijke tussenkomst te voorzien die geleidelijk vermindert naarmate het inkomen hoger is. Zo’n stelsel kennen we bijvoorbeeld al voor de sociale werkbonus: de hoogste tussenkomst voor een werknemer aan het minimumloon; geleidelijk afgebouwd voor werknemers die daarboven zitten; om nul te worden vanaf 3.022 euro brutoloon per maand. Wat besliste de regering echter? Ze werkt de inkomensval weg door de inkomensgebonden tegemoetkoming gewoonweg te schrappen. Waardoor bijna de helft van de verruimde doelgroep zijn energierekening opnieuw de hoogte ziet ingaan: meer dan 437.000 gezinnen in totaal, behorend tot de 20% armste gezinnen van dit land. Ja maar, tijdelijke crisismaatregelen moet je na de crisis toch kunnen afbouwen, wordt ons nu voorgehouden. Alsof we al uit de crisis zijn. Alsof we ook al niet zonder crisis een probleem van energiearmoede hadden. En alsof er geen regeerakkoord is – dat dateert van vóór de energiecrisis – dat sprak van een uitbreiding van de doelgroep.
-//-
“De realiteit is dat het grootste deel van de vermogensopbouw nooit werd belast of in elk geval veel minder.
_
Vermogensbelasting, weg ermee?
De andere drie werven zouden normaliter in maart moeten worden afgewerkt, althans in ruwbouw. Voor de belastinghervorming liet minister van Financiën Van Peteghem in januari op een event van de Nationale Bank in West-Vlaanderen wat meer in zijn kaarten kijken. Met, zoals in juli vorig jaar, een aantal prima uitgangspunten, maar tegelijk dezelfde probleempunten. Waaronder de afschaffing van het huwelijksquotiënt, al wordt dat nu verzacht als “uitdoven”. En ook de verdere verlaging van het tarief van kmo’s in de vennootschapsbelasting (de beste manier om de belastingontwijking door vervennootschappelijk in de hand te werken). Nieuw in die presentatie: de verbetering van de fiscaliteit op inkomens uit vermogen zou gepaard gaan met de afschaffing van alle vermogensbelastingen. Vanuit de redenering dat vermogensopbouw eerder al correct werd belast via de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Dat mag dan zo zijn in de ideale wereld, met een ideale geschiedenis. De realiteit is dat het grootste deel van de vermogensopbouw nooit werd belast of in elk geval veel minder. En dus moet een vermogensbelasting zoiets toch blijven corrigeren? Niet in het minst omdat vermogens veel ongelijker zijn verdeeld dan inkomens.
Pensioen- en arbeidsmarkthervorming
De twee andere werven mag je in één adem noemen. Omdat de redenering al snel is dat de werkzaamheid omhoog moet om de pensioenen betaalbaar te houden. Wat de pensioenhervorming betreft zou de premier in december al een aantal voorstellen op tafel hebben gelegd, maar die werden kennelijk onmiddellijk door de PS afgebrand. De vraag is wat dan wel op tafel zal komen. Intussen zijn ook de sociale partners druk bezig over de pensioenhervorming in de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Voorlopig staat dat wel nog niet verder dan een reeks hoorzittingen. Met vervolgens moeilijke discussies over de rapportering daarvan. Waarna nog overeenstemming moet worden bereikt over gemeenschappelijke adviezen met de werkgevers. Die lijken toch vooral te azen op besparingen op de pensioenen (tenzij voor de zelfstandigen), ook door met zijn allen langer te werken.
Dat laatste raakt dan weer aan het debat over de arbeidsmarkthervorming. Met de index onder vuur. Daar ging de vorige Vakbeweging over. En met de werklozen onder vuur. Zelfs CD&V begon te pleiten voor een beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen. Dat maakt binnen deze regering niet veel kans. Wat wel? Minister van Werk Dermagne lijkt vooral maatregelen te willen in het verlengde van de discussies op de voorbije Werkgelegenheidsconferenties. Die van 2021 over oudere werknemers. En die van 2022 over werknemers met een migratieachtergrond van buiten de Europese Unie. Geen slechte benadering. Maar het risico is dat de liberalen aan elke vooruitgang ook een achteruitgang koppelen. Veel lekt daar niet van uit. Maar bang afwachten gaan we nu ook niet doen.
De cao-onderhandelingen gekadreerd
Wachten is het ook op de zero loonnorm en de koopkrachtpremie. We weten wat er zit aan te komen (zie Vakbeweging nr. 977). We weten alleen nog niet wanneer de teksten in het Staatsblad gaan staan. Want laattijdig werd ook de commissie Verbruik van de CRB onverwacht om advies gevraagd over de koopkrachtpremie, waardoor er vertraging op zit. Wet en besluiten gaan in geen geval vroeger zijn dan einde maart.
Daarop hebben onze beroepscentrales niet gewacht om de sectorale cao-onderhandelingen te beginnen voorbereiden. We bekijken met de werkgeversorganisaties interprofessioneel of akkoorden kunnen worden gemaakt die van belang zijn voor die nieuwe cao-ronde: de verlenging van de 0,10%-inspanning voor de risicogroepen, de aanpassing van de cao nr. 19 voor de tussenkomsten in het woon-werkverkeer, de eindeloopbaanregelingen (SWT en landingsbanen) ook… Eerst in de Groep van 10. Nadien in de NAR. Als er daar vooruitgang is, dan lees je dat in de volgende Vakbeweging. Of al eerder via de militantennieuwsbrief of via andere kanalen. Al is er voor één belangrijk onderdeel al wel vooruitgang: de fietsvergoeding. Met nu een cao voor werknemers die nog geen regeling hebben. Die ook bijzonder inspirerend is voor sectoren en bedrijven met een zwakkere regeling.
437.000 arme gezinnen verliezen sociaal energietarief.