ACTUEEL /
Op weg naar internationale arbeidsnorm voor biologische risico’s
TEKST Chris Serroyen & Stijn Sintubin // FOTO Jean Marc Ferré/ILO // 24 JUNI 2024 // LEESTIJD: 5 MINUTEN
In Genève was er van 3 tot 14 juni opnieuw de Internationale Arbeidsconferentie. Regeringen, werkgevers en vakbonden van 187 landen komen daar jaarlijks samen om afspraken te maken ter verbetering van de rechten en situatie van werknemers. Dit alles in de schoot van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). De delegatie van het ACV, onder leiding van Marc Leemans, nam actief deel aan de besprekingen in de diverse commissies. En zeker ook de Belgische regering, die dit jaar het woord voerde namens vele Europese regeringen als (tijdelijk) voorzitter van de Europese Unie.
De blikvanger was ditmaal de discussie, in een eerste lezing, over een nieuwe IAO-conventie rond biologische risico’s op het werk, samen met een aanbeveling. De COVID-19-pandemie heeft nog maar eens aangetoond hoe belangrijk het is werknemers daar afdoende tegen te beschermen. In Europa is er al een richtlijn rond biologische agentia. Al gaat biologische risico’s wat ruimer. Maar in andere landen ontbreekt vaak dergelijke bescherming. De IAO heeft al wel de conventie nr. 170 voor chemicaliën, maar voor de biologische stoffen is er een vacuüm. Er was ook vanuit de regeringen ruime steun voor een dergelijke norm. Niet bij de werkgevers echter. Zij hoopten dat het beperkt zou blijven tot een aanbeveling. De werkgeversbank werd echter in de minderheid gesteld. Wat hen dwong snel te schakelen naar een andere strategie: rekken van de besprekingen en inhoudelijk uitkleden van de ontwerpteksten. Ze konden echter niet verhinderen dat finaal toch een akkoord werd bereikt over een stevige ontwerpconventie. Kris Van Eyck, het nieuwe hoofd van onze Dienst onderneming, werkte er hard aan mee. Door het tijdrekken moest de bespreking over de begeleidende aanbeveling wel naar volgend jaar worden getild. Dan komt er ook een tweede en finale bespreking van de ontwerpconventie. Met wellicht opnieuw behoorlijk wat patronaal gesaboteer. Maar, met de steun van vele regeringen is de marsrichting intussen wel duidelijk.
Zorg niet te koop
In een andere commissie werd een algemene discussie gehouden over de zorgeconomie. Ook al sterk gekleurd door de ervaringen met COVID-19. Maar ook door de impact op de zorgsectoren van klimaat, vergrijzing, technologie, globalisering, commercialisering en andere transities. Van de toenemende personeelskrapte in de zorgsectoren in heel wat landen ook en zijn samenhang met de migratievraagstukken. En niet in het minst van de toenemende druk op de overheidsuitgaven.
-//-
“De werkgevers blijven het recht om te staken in vraag stellen als onderdeel van de fundamentele arbeidsnormen.”
_
Marie-Agnès Gilot van CNE zorgde daar voor de ACV-inbreng, samen met Koen Detavernier van WSM. Inzet: komen tot een resolutie die richting geeft aan het verdere werk van de IAO en van nationale overheden en sociale partners op dit terrein. Met ook in deze commissie ambetante discussies met de werkgevers. Zij zien de zorg vooral als wingewest en willen liever niet dat de niet-commerciële voorzieningen hen voor de voeten lopen, laat staan de sociale economie en de mutualiteiten. Met steun van vele regeringen kon dat echter onder controle worden gehouden. Maar door tijdsgebrek ook hier wat schade: onvoldoende tijd voor oriëntaties omtrent de rechten en risico’s voor werknemers met buitenlandse roots, die in vele landen de gaten in de zorg vullen.
Meer voor syndicale rechten
Er is ook de vaste commissie voor het zogenaamde recurrente item. Deze commissie bespreekt elk jaar een van de strategische objectieven van de IAO, om richting te geven aan het verdere werk daarrond de komende vijf jaar. Dit jaar was het opnieuw de beurt aan de fundamentele arbeidsnormen van de IAO: het verbod op kinderarbeid en dwangarbeid, de non-discriminatie, de syndicale vrijheid, het recht op collectieve onderhandelingen, sinds kort ook aangevuld met het recht op veilig en gezond werk. De olifant in de kamer was de aanhoudende invraagstelling door de werkgevers van het recht om te staken als onderdeel van de fundamentele arbeidsnormen. Die discussie werd vorig jaar vanuit de IAO echter versast naar het Internationaal Gerechtshof, dat wellicht volgend jaar de knoop doorhakt over de juridische interpretatie van de huidige IAO-regels. Nu die discussie tijdelijk werd geparkeerd, kwam andere conflictstof naar boven: werkgevers die wat minder nadruk willen op de syndicale vrijheid en het recht op collectief onderhandelen; die ook niet teveel bemoeienis wensen met multinationals die de fundamentele normen geweld aandoen; die vinden dat de IAO teveel eenzijdig bezig is met de rechten van de werknemers en de bedrijven verwaarloost; die het maar niks vinden dat de IAO werkt rond de nieuwe uitdagingen van de artificiële intelligentie voor de fundamentale arbeidsnormen... Dat alles in een context waarin extreemrechts oprukt en in het kielzog daarvan de schending van de mensenrechten, waaronder dan vaak ook de fundamentele arbeidsnormen. Aan regeringszijde zie je ook hoe de wereld omkeert: de Verenigde Staten die (nog even?) sterk de werknemersbenadering steunden en een China dat samen met een aantal Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen vaak partij trok voor de werkgeversbenadering. De finale uitkomst van de bespreking was toch wel de vraag aan de IAO om in alles wat het doet, sterker en meer geïntegreerd werk te maken van de naleving van de fundamentele arbeidsnormen, in het bijzonder ook de syndicale vrijheid en het recht op collectief onderhandelen. Ook omwille van de nood aan een rechtvaardige klimaattransitie en de nieuwe risico’s van de digitale transitie, waaronder het oprukken van de artificiële intelligentie.
De IAO hield zijn 112de Internationale Arbeidsconferentie. Marc Leemans was net als de voorbije jaren woordvoerder voor de werknemersgroep in de commissie voor de toepassing van de normen, die landen op het matje roept wegens de schending van IAO-conventies of fundamentele arbeidsnormen.
25 landen op het matje
En dan is er tot slot ook nog de vaste commissie voor de toepassing van de normen. Marc Leemans is daarin woordvoerder voor de werknemersgroep, met rond hem een sterk ACV-team: Stijn Sintubin, tot voor kort diensthoofd van onze internationale dienst, en de tandem Youssef El Otmani en Alexis Fellahi van onze juridische dienst. Elk jaar worden in deze commissie 24 landen op het matje geroepen wegens schending van IAO-conventies of van de fundamentele arbeidsnormen, dit keer aangevuld met een speciale zitting over de ontsporingen in Wit-Rusland, waar onder meer de vakbondsrechten zwaar worden aangetast. Op het lijstje van 24 stonden met stip verder ook Cambodja voor de veelvuldige schendingen van de vakbondsrechten, Uganda voor de spectaculaire stijging van de kinderarbeid, Turkije wegens beperkingen van het recht op collectieve onderhandelingen en Paraguay wegens zware tekortkomingen inzake arbeidsinspectie. Al was een aandachtstrekker, gezien de politieke toestand daar, zeker ook Georgië. Dat land moest het komen uitleggen wegens ernstige problemen van loondiscriminatie van vrouwen. Geen eenvoudige klus voor de werknemersgroep op de Conferentie. Toch zeker niet voor de landen met een markteconomie, want dan halen de werkgevers direct de fluwelen handschoenen boven. Tenzij wanneer die een links bestuur hebben, zoals Spanje en Nicaragua. Dan staan de werkgevers rap klaar om ze billenkoek te geven. Gemakkelijker gaat het met de werkgevers echter om tot een stevige bolwassing te komen van landen als Wit-Rusland en Georgië. Maar dan zie je weer dat een deel van de regeringen goede maatjes wil blijven met Rusland. Wat goed blootlegde hoe de wereld aan het schuiven is gegaan, versterkt door de oorlog in Oekraïne. En de oorlog in Gaza dan? Dit jaar werd daar een speciale sessie aan gewijd, los van de commissies. Met in de marge van de Conferentie ook tal van solidariteitsevenementen. Telkens ook vanuit de eigen invalshoek van de IAO, de arbeidsnormen, met al die Palestijnen die van dag op dag hun werk verloren.