ACTUEEL /
Van energie- naar koopkrachtpremie
TEKST Chris Serroyen | FOTO Jonathan Borba | LEESTIJD: 5 MINUTEN | 18 JANUARI 2023
Vooraleer het nieuwe jaar in te gaan hadden de Kamer en de federale regering nog wel wat katten te geselen. In een notendop waar we begin 2023 staan voor een aantal belangrijke dossiers.
Het duurde tot november voor er wat duidelijkheid kwam over de uitvoering van de arbeidsdeal, een onderdeel van de begrotingsmaatregelen voor 2022. Op 10 november werd de wet houdende diverse arbeidsbepalingen gepubliceerd. Een aantal hoofdstukken, al eerder besproken in Vakbeweging, traden op 20 november in werking. Voor andere was het wachten op 1 januari. Dat was zo voor twee van de maatregelen voor wie werkt voor een digitaal platform: weerlegbaar vermoeden dat het werknemers zijn en aanpassing van de commissie arbeidsrelaties. Dat was ook zo voor het individuele recht op opleiding: 4 dagen per jaar in 2022 en 5 dagen vanaf 2023 (toelichting daarbij in Vakbeweging nr. 976). Al krijgen de sociale partners nog tot 30 september om dat te concretiseren in sector-cao’s. Bedrijven vanaf 20 werknemers worden dan weer verplicht dit tegen 31 maart, na overleg, in te bedden in een opleidingsplan. Een verhaal uit de praktijk lees je verder in dit nummer.
Arbeidsinzetbaarheid ontslagen werknemers
Op 1 januari trad ook de maatregel voor de arbeidsinzetbaarheid van ontslagen werknemers in werking. Dat was een van de moeilijke punten van het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden dat er in 2013 kwam: van de opzegtermijn of -vergoeding van werknemers met 30 weken opzeg moest 1/3 worden geïnvesteerd in maatregelen voor hun arbeidsinzetbaarheid. Dit onderdeel geraakte evenwel nooit uitgevoerd. Waarna de regering-De Croo een alternatief uit de mouw schudde. Aan de opzegtermijn of verbrekingsvergoeding zelf wordt niet meer geraakt, maar het geld van de patronale bijdragen op 1/3 van het loon tijdens de opzegtermijn of 1/3 van de verbrekingsvergoeding komt via de RVA ter beschikking van de ontslagen werknemers voor de financiering van maatregelen die hun arbeidsinzetbaarheid verhogen: opleiding, begeleiding, erkenning van verworven competenties … En dit voor ontslagen vanaf 1 januari 2023 (met minstens 30 weken opzeg). Klein probleem: de regeringsbesluiten zijn er nog niet en de RVA staat niet klaar. Dus, zeg aan ontslagen werknemers dat er ergens wel geld hangt voor hun arbeidsinzetbaarheid, maar dat dit voorlopig nog niet kan worden opgenomen. We komen er op terug. De splinternieuwe wet verplichtte de paritaire comités om op een drafje – tegen 31 december 2022 al – een antwoord te formuleren op eventuele problemen met moeilijk invulbare vacatures. Op de valreep werd beslist om de sectoren tijd te geven tot 30 juni.
-//-
“Zeg aan ontslagen werknemers dat er ergens wel geld hangt voor hun arbeidsinzetbaarheid, maar dat dit voorlopig nog niet kan worden opgenomen.
_
Programmawet door Kamer gejaagd
Inmiddels had de federale regering ook al een reeks beslissingen genomen voor de begroting van 2023. En ineens ook voor die van 2024, om wat weg te blijven uit het electorale opbod. De wettelijke aanpassingen werden met bekwame spoed in een Programmawet gegoten. Om die dan net voor de kerstdagen door het Parlement te jagen. Daar zitten geen verrassingen meer in. In de laatste rechte lijn waren er nog wel twee discussies. Eentje over de uitbreiding van de flexi-jobs naar winkels die chocoladeproducten verkopen. Dit stierf echter een stille dood nadat bleek dat die sowieso al flexi-jobs konden toepassen voor hun bedienden. Een belangrijkere discussie betrof de vraag of het fiscale gunstregime voor de auteursrechten alsnog kon blijven bestaan voor de “auteurs” van computerprogramma’s, een belangrijke eis van MR op aangeven van de ICT-lobby. Ook op dat punt werd de tekst niet meer aangepast. Maar blijft de vraag welke ICT-“kunstwerkjes” in de praktijk toch nog met auteursrechten gaan kunnen worden vergoed.
Zaterdag blijft werkdag
In één beweging keurde de Kamer op de valreep ook nog een belangrijke correctie toe op een recente aanpassing aan het Burgerlijk Wetboek. Die had eerder de zaterdag geschrapt als werkdag. Met al zijn consequenties ook voor de termijnen die in het sociaal recht zijn voorzien, zoals voor de opzegtermijnen. Zo’n eenzijdige ingreep, zonder enig overleg, zagen de sociale partners niet zitten. Samen vroegen ze aan de regering dit te corrigeren. Wat nu ook gebeurde. Voor alle materies van arbeidsrecht, sociale zekerheid en sociale bijstand blijft de zaterdag meetellen als werkdag.
Zero loonnorm in de steigers
Het was ook nog wachten op de finale beslissingen van de regering over de loonnorm voor 2023-2024. Dat de marge voor een verhoging van de brutolonen zero werd stond in de sterren geschreven. Dat zat politiek muurvast. Het was alleen nog wachten welke marge de regering in afwijking daarop nog zou laten voor een eventuele eenmalige energiepremie, zoals in 2021 de coronapremie werd toegelaten.
Ook omdat de regering eerder had aangegeven dat zo’n energiepremie er alleen maar zou komen als de vakbonden akkoord gingen met de zeronorm en hun handtekening zetten onder sociale vrede voor 2023-2024. Intussen kregen we de definitieve teksten via de Nationale Arbeidsraad voorgelegd voor advies. En blijkt dat die marge er uiteindelijk komt, ook zonder akkoord onder de interprofessionele sociale partners. Al heet het niet meer energiepremie, maar koopkrachtpremie. Voor de rest bevatten de definitieve teksten geen verrassingen:
• Het blijft gaan om een netto premie tot 750 euro in de vorm van consumptiecheques, met 16,5% patronale bijdrage bovenop.
• Op bedrijfsvlak kan die koopkrachtpremie maar worden toegekend op voorwaarde van “goede resultaten” in 2022.
• Als de toekenning gebeurt bij sector-cao, dan zijn de voorwaarden veel strenger dan bij de coronapremie: niks mogelijk in de bedrijven zonder “hoge winst”; tot 500 euro mogelijk bij “hoge winst”; tot 750 euro mogelijk bij “uitzonderlijk hoge winst”; al wordt het aan de sectoren overgelaten te definiëren wat moet worden verstaan onder hoge of uitzonderlijk hoge winst.
• De cheques moeten worden toegekend in 2023; de besteding moet gebeuren tegen eind 2024.
• Nieuw in vergelijking met de coronapremie is dat de nieuwe koopkrachtpremie in alle handelszaken zal kunnen worden gebruikt, dus zelfs via e-commerce. Althans in die zaken die de cheques als betaalmiddel aanvaarden.
Tot 15 euro werkbonus extra
Het akkoord over de loonnorm en de koopkrachtpremie was binnen de regering gekoppeld aan twee andere afspraken. Enerzijds werd het licht op groen gezet voor de afgesproken welvaartsaanpassingen aan de sociale uitkeringen. Al gaan die niet vroeger in dan mei of juli dit jaar; we komen daarop terug. Anderzijds werd 40 miljoen euro van het geld dat aanvankelijk was bestemd voor de werklozen opzijgezet voor een verhoging van de sociale werkbonus voor werknemers met een laag loon. Voor die maatregel was het wachten op de modaliteiten. Die zijn er inmiddels. Voor de werknemer aan het minimumloon wordt de sociale werkbonus verhoogd met 15 euro per maand. Werknemers met een loon daar net boven krijgen daar ook een deel van, maar het wordt versneld afgebouwd, om – anders dan bij de huidige bonus – al nul te worden vanaf een maandloon van 2.655 euro bruto. Die verhoging treedt op 1 juli in werking.
Er kan een extra koopkrachtpremie van maximum 750 euro worden toegekend mits ‘goede resultaten’ in 2022.