OVERLEG ONDERNEMING /
Wat bespreken in OR en Comité PB april?
TEKST Kris Van Eyck & Geneviève Laforet | ILLUSTRATIE StonePictures | LEESTIJD: 3 MINUTEN | 15 MAART 2023
De maatregelen ter voorkoming van psychosociale risico’s moeten geëvalueerd worden in het Comité PB. In de ondernemingsraad moet de economische, financiële en sociale informatie van de voorbije drie maanden aan bod komen en de perspectieven voor de komende drie maanden.
/Comité PB
• Opvolging vorige vergadering(en): ga na of de gemaakte afspraken werden nagekomen binnen de vooropgestelde termijnen en of bepaalde punten opnieuw moeten worden besproken.
• Bespreking maandverslag interne dienst PB: discussie na toelichting door preventieadviseur die interne dienst leidt.
• Jaarlijks actieplan 2023: stand van zaken.
• Jaarverslagen interne en externe dienst PB: zorg ervoor dat een afschrift van het jaarverslag wordt bezorgd aan de effectieve en plaatsvervangende leden van het Comité PB, de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging.
• Verplichte jaarlijkse evaluatie van de maatregelen ter voorkoming van psychosociale risico’s, onder meer op basis van gegevens in het jaarverslag van de preventiediensten.
• Vervolg discussie milieubeleid: Op een vergadering van het Comité PB moet de werkgever een omstandige toelichting geven over het door de onderneming gevoerde milieubeleid en alle vragen van comitéleden hierover beantwoorden. In Vlaanderen moest het Comité PB in maart ook een advies geven over het jaarverslag van de milieucoördinator en het integraal milieujaarverslag. Als de discussie hierover nog niet was afgerond in maart, neem het dan opnieuw op in april.
In de ondernemingen die minder dan 100 werknemers tewerkstellen en geen OR hebben, hebben de Comités PB bevoegdheden inzake economische, financiële en sociale materies. Deze comités moeten ook de periodieke (driemaandelijkse) informatie krijgen over de structuur van de tewerkstelling en de tewerkstellingsperspectieven.
/Ondernemingsraad
• Periodieke economische en financiële informatie (KB van 27.11.1973): de werkgever moet schriftelijk cijfergegevens verstrekken over de verkoop, de bestellingen, de markt, de productie, de kosten en kostprijzen, de stock, de productiviteit enz. En dit voor de voorbije drie maanden en voor de komende drie maanden. Er zal ook informatie worden verstrekt over de fiscale en financiële stimulansen die door de overheid worden gegeven en over de verminderingen van de sociale bijdragen. De werkgever moet in zijn toelichting de evolutie van de onderneming meegeven en het mogelijk maken dat de kerngegevens kunnen worden vergeleken met die van de jaarinformatie en de basisinformatie. Een schriftelijke samenvatting van de toelichting met cijfergegevens en de nodige elementen om deze goed te interpreteren wordt 15 dagen vóór de vergadering aan de leden van de ondernemingsraad meegedeeld. De bedrijfsrevisor moet certificeren dat deze informatie waarheidsgetrouw en compleet is.
• Werkgelegenheidsinformatie: naast de informatie uit de sociale balans en de informatie die op basis van cao nr. 9 wordt verstrekt, moet de werkgever ook driemaandelijkse schriftelijke informatie verstrekken over:
- het behalen van de tewerkstellingsvooruitzichten;
- als dit het geval is, de redenen waarom de tewerkstellingsvooruitzichten niet werden behaald;
- de (bijgewerkte) ramingen voor het komende trimester.
De werkgever deelt ook schriftelijk het jaarlijks RSZ-overzicht van de tewerkstellingsmaatregelen (trillium) mee, dat hij tussen 1 februari en 10 maart ontvangt (op basis van de DmfA-gegevens). Het kan dus op de agenda van de OR van april worden gezet en besproken. Als dit niet het geval is, dan wordt het meegedeeld samen met de sociale balans tijdens de jaarlijkse informatie.
/Plan de bijzondere jaarvergadering
EFI
In veel ondernemingen zal de ondernemingsraad van mei gewijd zijn aan de economische, financiële en sociale informatie over het afgelopen boekjaar, alsook aan de algemene toekomstperspectieven van de onderneming. Voor deze bespreking moet een speciale vergadering van minstens 8 uur worden voorzien. De leden van de ondernemingsraad moeten uiterlijk 15 dagen vóór de vergadering de jaarlijkse tussentijdse evaluatie schriftelijk ontvangen.