/"Oma zijn is zalig. Voor mijn kleinkinderen zou ik alles laten vallen."
TEKST Dominique Coopman // FOTO'S Violet Corbett Brock
De regeerperiode is al halfweg als Hilde Crevits midden mei 2022 haar collega Wouter Beke moet vervangen als Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Ze smijt zich meteen op haar taak, op dezelfde manier als de voorbije vijftien jaar: met dossierkennis en door ter plekke te gaan luisteren. “Als het vuur er is, en de steun van thuis, dan kan je veel. Aan politiek doen is zwaar en onvoorspelbaar, maar de rust en stabiliteit in mijn directe omgeving maken veel goed,” lacht de minister. Na een lange en hectische werkweek, geniet de nieuwe minister van Welzijn volop van het kangoeroewonen met haar ouders en schoonouders, en van haar twee kleinkinderen Estée (2,5 jaar) en Theo (acht maanden).
OVER WAT TELT /
We hebben afgesproken in Torhout, de heimat van de minister. Hilde Crevits en haar man Kris, die architect is, konden een stuk grond kopen achter hun eigen huis, en bouwden er een kangoeroewoning. Beneden, twee woongelegenheden, elk met eigen toegang en deurbel. Links, Hildes schoonouders. Zij zijn 85-plus en 80-plus. Rechts, Hildes ouders. Allebei 79. Hilde en Kris wonen op de eerste en tweede verdieping. Alles is rolstoeltoegankelijk. In hun vroeger huis, vooraan, woont zoon Bram (29) en zijn gezin. Soetkin (27) en haar partner wonen in het Brusselse. Hilde spreekt regelmatig af met haar dochter in Brussel, en dan wandelen of joggen ze, en drinken achteraf nog iets. “Bewegen is cruciaal, zeker als je wat ouder wordt,” lacht mama en oma Hilde.
Kangoeroewonen
Hilde Crevits doorbladert het stapeltje OKRA-magazines dat ik voor haar heb meegebracht en steekt meteen van wal. “Ha, dit is van jou, Over wat telt. ‘Hoe groter de ongelijkheid, hoe groter de eenzaamheid.’ Mensen die een sociaal netwerk hebben, leven langer. Ik zie dat aan mijn mama en dat troost me. Mijn mama heeft voor de derde keer borstkanker. Genezen kan niet meer, maar haar situatie is stabiel. Op zondagmiddag gaan de deuren van ‘onze kangoeroe’ open. Dan aperitieven en eten we samen. Kris kookt en ik help mijn mama bij het eten. Voor mijn ouders en schoonouders is dat hun vitamientje voor de hele week. Goed omringd zijn, mensen zien die jou graag zien en waarderen, dat is van enorme betekenis voor ouderen. Ook een vaste structuur en vaste ijkpunten, zijn belangrijk. De aperitief is om 11u15, en kort voor het nieuws van 13 uur gaan mijn ouders en schoonouders slapen. Ze staan elke dag op hetzelfde uur op en gaan elke dag klokslag 22u slapen. Mijn papa haalt elke week verse groenten en fruit in Lichtervelde, mijn mama gaat elke zaterdagvoormiddag naar de kapper. Hun leven verloopt super gelijkmatig en ritmisch. Oud worden is een opdracht (lacht) en een kunst (schaterlacht). En het kantelt vroeger dan je denkt. Ik ben 55 jaar, loop minder snel, zwem minder snel, heb al eens wat meer knie- en heuppijn als ik wandel. Ik denk dan snel dat het fysiek bergaf gaat. Wie het geluk heeft om 80-85 jaar te worden, torst een vollere rugzak, is al eens ziek geweest, of zijn of haar partner was ziek … Dan je positivisme bewaren, dat is écht dé kunst van het leven.”
Als eiken die in elkaar vergroeid zijn
“Wij hebben het geluk dat mijn ouders en schoonouders er nog zijn. Mooi om zien hoe ze binnen hun relatie elkaar sterk houden. Ze zorgen voor elkaar. Als eiken die in elkaar vergroeid zijn. Ze hebben alle vier gezondheidsproblemen. Het is fijn dat ze de regie voor die zorg zelf in handen willen houden. Thuisverpleging, gezinszorg, poetshulp, ziekenvervoer: wat die voor hen doen, is ongelooflijk. De mogelijkheden in Vlaanderen om zelfstandig te blijven wonen, zijn fenomenaal. Mijn schoonpapa (hartoperatie gehad) zegt vaak: ‘Ik krijg dure medicatie, maar hoef bijna niets te betalen’ Laat ons dankbaar zijn voor ons gezondheidssysteem. Maar er ook over waken dat iedereen mee is, of die nu kiest voor thuiszorg of voor een woonzorgcentrum. Daarom wil ik ook het zorgbudget ouderen voor mensen die in een woonzorgcentrum verblijven niet meer afhankelijk laten zijn van de zorgzwaarte, maar enkel van het inkomen. Mijn boodschap aan onze kwetsbaren en mantelzorgers: laat je goed informeren en inschalen. Ik ben ook fan van gezamenlijke bouwprojecten, de kinderopvang naast het rusthuis. Als onze kleinkinderen op bezoek zijn, is het feest. Zalig om te zien, wat voor impact een baby, peuter of kleuter op zijn overgrootouders heeft. En omgekeerd.”
“Mijn ouders en schoonouders zijn er nog. Dat is een geluk. Binnen hun eigen relatie houden ze elkaar sterk, als eiken die in elkaar vergroeid zijn.”
/'mama' Hilde
Hilde deelt een kangoeroewoning met haar man Kris, haar ouders en schoonouders in Torhout.
Ze is de mama van Bram en Soetkin en oma van Estée en Theo.
/'advocaat' Hilde
2001-2007 Schepen Torhout // 2004-2007 Vlaams parlementslid // 2007-2009 Vlaams minister van Openbare werken, energie, Leefmilieu en Natuur // 2009-2014 Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken // 2014-2019 Vlaams minister van Onderwijs // 2019-2022 Vlaams minister van Economie, Werk, Innovatie en Landbouw // sinds mei 2022 Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Visserij // van 2014 tot vandaag Vlaams viceminister-president
Vijftien jaar minister
Hilde Crevits heeft in de vijftien jaar dat ze minister is, nog niets aan enthousiasme ingeboet. Het vuur brandt. Ze doet deze job graag. Politiek is oplossingen zoeken en draagvlak creëren. Je dossiers kennen en ter plekke gaan luisteren. “De overstap naar Welzijn was heftig, maar de inhoud is fascinerend. Mijn Waalse collega voor welzijn Christie Morreale zei me ‘Hilde, c’est passionante.’ (lacht). Toegegeven, aan politiek doen is moeilijk en het klimaat zit tegen. De sociale media biedt voor- en nadelen. Je moet permanent aanwezig zijn en snel je standpunt bepalen. Gelukkig heb ik ervaring en kan ik situaties goed inschatten.
Of ik goed tegen al het menselijk leed kan? Nee. Ik heb deze zomer op één dag vier voorzieningen bezocht. Ik was kapot. Gelukkig was Kris thuis, zodat ik kon ventileren. Ik bezocht het psychiatrisch centrum van de Broeders van Liefde in Gent. Ik ontmoette in Tordale mensen met een verstandelijke handicap. De Kortemarkse Zusters van Liefde vangen op hun internaat heel veel ontwortelde kinderen op. In Dominiek Savio Gits sprak ik met jonge bewoners die een spierziekte hebben. Zoveel noden, zoveel zorgen. Maar ook zoveel engagement en zoveel vreugde. Het is spectaculair wat er gebeurt. Ik hoop dat ik in de komende twee jaar die goede kant van de zorg zal kunnen belichten. Akkoord, er is een gebrek aan middelen. Ik heb geen miljarden klaarliggen, wel enkele miljoenen. Maar er is ook een systeemshift nodig zodat we sneller op de bal kunnen spelen. We gaan werken met deelbudgetten voor de persoonsvolgende budgetten in prioriteitengroep 2, zodat er dubbel zoveel wachtenden kunnen worden geholpen. We gaan zorgkundigen die nog geen diploma hebben al toelaten in de zorg en op de werkvloer hun opleiding laten volgen. We gaan de samenwerking tussen diverse partners nog meer stimuleren. Een voorbeeld hiervan is Villa ’t Valkennest in Oostkamp, een woonproject dat onderdak biedt aan zes jonge mensen met een handicap, en waar de gemeente de grond ter beschikking stelde, de ouders bouwden en Viro vzw de bewoners begeleidt.”
HILDE CREVITS
“Vandaag luisteren we niet meer naar elkaar. Luisteren is een onderschatte activiteit.”
Luisteren, een onderschatte kunst
“Ik merk dat binnen onze wereld van polarisatie, wij tegen zij, de echte aandacht voor elkaar compleet verloren gaat. Toen ik als schepen van Torhout zitdag hield, zaten de mensen te babbelen. Vandaag luisteren we niet meer naar elkaar. Luisteren, en de manier waarop, is een onderschatte activiteit. Ik moet mezelf daar ook in trainen, want ik ben een babbelaar. Door goed te luisteren, ontdek je de echte bekommernissen en zorgen van mensen. Die weten vaak dat hun probleem niet opgelost zal worden, maar beluisterd worden en erkenning krijgen, helpt hen vaak al flink vooruit. Een belangrijk leitmotiv binnen mijn politiek werk is wat mensen beroert. Wat beroert je? In die vraag wil ik mijn energie steken. En in samenwerking, in plaats van op elkaars kap te zitten.
Hoe lang ik nog aan politiek wil doen? En wat daarna? Ik weet het niet. Ik heb lang gedroomd van een boekenwinkel en een koffieshop, maar al dat schoonmaken zie ik nu niet meer zitten (lacht). Gedesillusioneerd uit de politiek stappen, wil ik niet. Mijn ervaring doorgeven aan de jonge generatie zou ik heel graag doen. Maar als ik op een morgen opsta, en het vuur brandt niet meer, dan stop ik. En neem ik misschien een ander maatschappelijk engagement op. Onze samenleving moet ouderenproof worden. Mijn ouders deden veel ervaring op in hun leven, ervaring die we kunnen gebruiken. Ouderen kunnen nog enorm dienstbaar zijn in opvoeding, in de zorg, in de strijd tegen eenzaamheid. Ze willen zich ook nog relevant voelen. Het is ook mijn bevoegdheid om daar de mogelijkheden in te scheppen.”
Na de duisternis van de nacht, het licht van de dag
“Wat Bram overkwam, heeft me veranderd. Bram, jong, knap, gezond, had kanker. Het is nu vijf jaar geleden. De tijd laat littekens na, maar heelt ook. Op zo’n moment staat je leven stil. Je kind dat kanker heeft, is van het ergste wat je als ouder kan overkomen. Maar wij hadden meteen perspectief. Een gewoon Hodgkin-lymfoom is zeer goed te behandelen, de kans op genezing is groot. Dat er even sprake was van herval, greep me heel hard bij de keel. Maar het was vals alarm. We hebben ons leven niet helemaal in handen. De vraag is, hoe ga je om wat onvermijdbaar is? Wij hadden geluk, want die donkere periode kende ook veel lichtpunten. We groeiden nog meer naar elkaar toe. We kregen heel veel steun. En het eindverdict kan niet positiever zijn. Nu is Bram volledig genezen, hij heeft twee gezonde kinderen, is gelukkig getrouwd en doet veel sport. Bram wil altijd alles uit het leven halen, en dat is misschien nog iets verscherpt. Ikzelf ben iets rustiger naar het leven en mijn werk gaan kijken. Zit ik in een extreme stresssituatie, dan voel ik geen paniek. In politieke discussies zonder uitkomst, steek ik geen energie meer. Als mijn kinderen me vroeger telefoneerden, nam ik altijd op. Nu doe ik dat misschien nog sneller. Ik ben trots op mijn kinderen en schoonkinderen. De band die ik met hen heb, is fantastisch.”
Een allesoverweldigende liefde
Ik ben een goed uur in gesprek met Vlaams viceminister-president en minister voor Welzijn Hilde Crevits en nog altijd heeft ze haar gsm niet opgenomen. Ik vraag haar wat het betekent om oma te zijn. Ze straalt. “Oma zijn is een allesoverweldigende liefde. Kris is 56, ik 55. We zijn jong, hé. Estée is 2,5 jaar, Theo acht maanden.” Nu neemt Hilde wel haar gsm op. Een dringend bericht? Maar nee. Glunderend toont ze me de jongste foto’s van haar twee kleinkinderen. “Kijk eens,” lacht ze. “Oma zijn is zalig. Soms blijven ze hier slapen. En lang. Ze eten hun boterhammetjes. Ik stop ze in bad. Ik speel, ravot en gek een uur met hen. Je kleinkinderen zie je doodgraag, maar je hebt niet meer de verantwoordelijkheid. Estée en Theo bezig zien is fantastisch. Dat is genieten. Ik zou er alles voor laten vallen. Een laatste boodschap? Ik wens iedereen het ongelooflijke geluk oma of opa te worden.”
HILDE CREVITS