FLASHBACK /
35 jaar nachtlawaai rond de luchthaven in Zaventem
Tekst - Lieven Bax | Foto - Shutterstock | Leestijd - 2,5 minuut
De forse toename van de vrachtactiviteit op de luchthaven in Zaventem in het midden van de jaren tachtig en de daarmee gepaard gaande geluidshinder bezorgde niet alleen de omwonenden onrustige nachten, maar hield al snel ook de opeenvolgende ministers van Verkeer uit hun slaap. Het aantal processen was in geen tijd niet meer te tellen, net als de spreidings- en andere plannen om de lawaaioverlast aan te pakken. Maar is de rust intussen ook effectief teruggekeerd? Dany Van der Biest, jarenlang militant voor ACV-Transcom bij luchtverkeersleiding Skeyes en lid van het nationaal vakbondscomité Maritiem-Luchtvaart, ziet het inzetten van stillere vliegtuigen als enige duurzame oplossing.
Dinsdag 20 september 1988. Verkeersminister Jean-Luc Dehaene brengt ‘s nachts een werkbezoek aan de koerierdiensten op Zaventem. Die hebben onder Dehaenes voorganger Herman De Croo hun activiteiten serieus mogen uitbreiden. Goed voor de tewerkstelling. Maar ook het nachtlawaai in de nabijheid van de luchthaven is flink toegenomen. Dehaene kondigt een pakket beleidsmaatregelen aan die de overlast voor de buren tot aanvaardbare proporties moet herleiden. Zo komen er onder meer nieuwe opstijg- en landingsprocedures en stelt de latere premier ook de installatie van een geluidsmeetnet in het vooruitzicht.
Prioriteiten
“De regering had een jaar eerder al beslist om te investeren in een nieuw luchtverkeerscentrum”, herinnert Dany Van der Biest zich. “Daarbij werd ook 70 miljoen Belgische frank uitgetrokken om een geluidsmeter te installeren. Dit om in de toekomst objectief te kunnen beoordelen waar en wanneer er teveel lawaai was.”
Met het objectief in kaart brengen van de geluidshinder nam die natuurlijk nog niet af. “Maar met die info kan je als verkeersleider wel een vliegtuig eventueel langs een andere route sturen die minder dichtbevolkt is. Zolang de veiligheid maar niet in het gedrang komt.”
Niet dat het beperken van de geluidsoverlast de eerste prioriteit is van een verkeersleider. “De opdracht bestaat erin om toe te zien op de separatie van vliegtuigen, zodat er geen toestellen met elkaar in botsing komen. Ook de weersomstandigheden bepalen mee of een route al dan niet een optie is. Een verkeersleider zal nooit een vliegtuig door een onweer jagen omdat er zo minder buurtbewoners last hebben van geluidshinder. En dan heb je nog de hospitaal- en andere prioritaire vluchten die altijd voorrang krijgen.”
De ene na de andere federale regering dacht het probleem van de nachtvluchten en de lawaaioverlast als gevolg daarvan voor de omwonenden van de luchthaven te kunnen oplossen met de invoering van een en zelfs meerdere spreidingsplannen. “Het probleem is dat men zich daarbij iedere keer liet leiden door een andere actiegroep, met als resultaat dat de hinder zich daarna telkens alleen maar verplaatste.”
14.500.000
klachten ontving de ‘Ombudsdienst van de Federale Regering voor de Luchthaven Brussel-Nationaal’ sinds haar oprichting in maart 2002.
Gamechanger
Strengere geluidsnormen hielpen zeker om de overlast terug te dringen, net als de stillere vliegtuigen die intussen al worden ingezet. “Maar feit is dat er nog steeds heel wat oudere toestellen in dienst zijn. Zo’n vrachtvliegtuig gaat ook makkelijk enkele tientallen jaren mee.”
“De koerierdiensten op Zaventem overtuigen om al hun oude, lawaaierige vliegtuigen te vervangen door stillere exemplaren zou een echte gamechanger zijn. Maar dat moet natuurlijk ook economisch verantwoord zijn. Misschien kan de overheid de aankoop van geluidsarme vliegtuigen subsidiëren?” //