HET INTERVIEW /
Carlos Van Hoeymissen spaart kritiek op nieuwe beheersovereenkomst VRT niet
Interview en tekst – Lieven Bax | Foto’s - Jan Locus | Herfst 2025 | Leestijd - 4 minuten
Liever geen beheersovereenkomst dan een slechte, had VRT-CEO Frederik Delaplace beloofd. En toch plaatste hij z’n handtekening onder een akkoord dat de openbare omroep een besparing van 16 miljoen euro oplegt. “Zowel de directie als de raad van bestuur zijn geplooid voor politieke druk”, meent Carlos Van Hoeymissen, vrijgestelde voor ACV-Transcom bij de VRT.
De drie vakbonden bij de VRT brachten unaniem een negatief advies uit. Waarom?
Toen de nieuwe Vlaamse regering werd gevormd, liet de VRT-directie optekenen dat de openbare omroep meer financiële ruimte nodig had. En dat extra geld werd ons ook beloofd. In de begrotingstabel bij het Vlaams regeerakkoord staat een jaarlijkse, gemiddelde extra dotatie van zo’n tien miljoen euro ingeschreven als tegemoetkoming in de pensioenkosten van het statutair personeel. Maar daarmee klopt de rekening nog niet.
En dus ziet de VRT het tekort in haar begroting oplopen.
Initieel ging het om meer dan 30 miljoen euro, maar men rekent, naast het extra geld uit het regeerakkoord, op een verhoging van de eigen inkomsten om dat tekort terug te dringen tot 16 miljoen euro. Concreet mag de VRT meer inkomsten halen uit televisiereclame en uit reclame op haar online streamingplatform VRT MAX. Maar gezien de slechte marktomstandigheden is dat niet evident.
Wat ons de afgelopen jaren de das heeft omgedaan, is de niet-indexering van onze werkingsmiddelen. De VRT liep zo miljoenen mis. In de nieuwe beheersovereenkomst voor de komende vijf jaar is er een gedeeltelijke indexering voorzien, waardoor onze financiële situatie er in die periode iets minder op achteruit gaat, maar wel nog altijd achteruit.
“Eigenlijk doet men alle geleverde inspanningen op het vlak van welzijn teniet.”
Bedoeling is om 11 miljoen euro te besparen door de lonen 5 jaar te bevriezen.
Dat is nooit eerder gebeurd en ook ongehoord als je rekening houdt met het besparingstraject dat we al achter de rug hebben. Het afschaffen van de SAC-loonsverhoging (die in de lopende VRT-versie van een CAO nog 1,2 procent bedraagt – nvdr) is bovendien opmerkelijk, omdat alle afspraken rond de verloning van het VRT-personeel normaliter worden afgetoetst aan het Vlaams personeelsstatuut. Die regel lijkt echter niet meer te gelden: hoewel de Vlaamse ambtenaren kunnen blijven rekenen op een jaarlijkse loonsverhoging, is er voor de contractuele VRT-medewerkers tot 2030 niets voorzien.
Daarnaast houdt de nieuwe beheersovereenkomst ook in dat 50 van de 150 collega’s die de komende vijf jaar met pensioen gaan niet zullen worden vervangen. Terwijl het onze uitdrukkelijke eis was om zeker de huidige 1.800 voltijdse equivalenten te behouden. In vergelijking met vier jaar geleden is het aantal personeelsleden al met driehonderd afgenomen en dat laat zich voelen. Uit de laatste welzijnsenquête blijkt dat één op de drie medewerkers gebukt gaat onder stress; bijna twintig procent gaf aan tegen een burn-out aan te zitten of er één te hebben; en 44 procent ervaart een hoge werkdruk. Cijfers die significant hoger ligger dan het gemiddelde in Vlaanderen en waarvan de VRT-directie zelf onder de indruk was.
Een andere reden voor de vakbonden om de nieuwe beheersovereenkomst af te keuren, is dat er 57 keer het woord ‘marktconform’ in staat. En dan?
Je moet de VRT vergelijken waarmee ze te vergelijken is. En dat is niet met de privésector. Ons hoogste sociaal overleg vindt bijvoorbeeld plaats in sectorcomité XVIII, waar alle Vlaamse ambtenaren onder vallen. Dit betekent dat inzake loon- en arbeidsvoorwaarden het Vlaams personeelsstatuut als referentie geldt en niet de afspraken in paritair comité 227 (voor de audiovisuele sector – nvdr). Zo liggen de lonen van de contractuelen bij de VRT inderdaad hoger dan in PC 227, maar daartegenover staat onder meer dat zij geen recht hebben op maaltijdcheques of jaarlijkse collectieve premies.
De directie wil de marktconformiteit van de VRT versterken door onder andere “anomalieën uit haar werkreglement te halen”, dit “in lijn met de aanbevelingen van de interne audit”.
Men heeft leidinggevenden en collega’s op de planning en de productie bevraagd over ons werkreglement en de conclusie was dat dat reglement te complex is. In feite gaat het over een zogezegd gebrek aan controle op het aantal uren dat een medewerker presteert. Hoe dat aantal uren wordt geregistreerd, verschilt al naargelang het stelsel dat op hem of haar van toepassing is. Er bestaat een heel flexibel systeem voor de collega’s die glijdende uren hebben en een systeem dat gericht is op de collega’s die gepland zijn en dus gebonden zijn aan strikte begin- en einduren. In het tweede systeem werden een heleboel grendels ingebouwd om ervoor te zorgen dat iedereen die hiervan afhangt genoeg tijd heeft om te eten, voldoende kan slapen, de nodige rust krijgt,… Helaas schijnt niet iedereen te begrijpen waarom er verschillen zijn tussen beide systemen en worden die verschillen dan maar als anomalieën bestempeld.
Bij de ondertekening van de nieuwe beheersovereenkomst zei CEO Frederik Delaplace verheugd te zijn “dat we met al onze medewerkers ook de komende jaren kunnen focussen op straffe en relevante media. En we doen dat door meer dan ooit in te zetten op het welzijn van de medewerkers.” Hoe wil hij dat laatste doen?
Geen idee. We hebben er als vakbond heel sterk op aangedrongen om het thema welzijn op te nemen in de nieuwe beheersovereenkomst en kregen daarbij de steun van zowel de regeringspartijen CD&V en Vooruit als de VRT-directie. Het ontbreekt in de uiteindelijke tekst alleen aan concrete doelstellingen.
Ik vraag mij ook af hoe die uitspraak van de CEO te rijmen valt met de aankondiging dat er verder wordt bespaard op personeel. Eigenlijk doet men alle geleverde inspanningen op het vlak van welzijn teniet.
Frederik Delaplace staat intussen vijf jaar aan het roer van de VRT. Hoe heeft hij het tot nu toe gedaan?
Het is een goede soldaat, die zijn opdracht zo goed mogelijk tracht te volbrengen. Ook al is dat een moeilijke opdracht, met beperkte financiële middelen. Maar hij zal niet, zoals zijn voorganger Paul Lembrechts, op de barricaden gaan staan en zo z’n eigen job in gevaar brengen door de strijd aan te binden tegen een besparingsplan dat de grootste lasten weer bij de medewerkers legt. //