INTERVIEW /
“Ongelijkheid in België groter dan gedacht”
TEKST François Sana / FOTO Rob Stevens / 19 MAART 2025 / LEESTIJD: 4 MINUTEN
Het boek “De paradox van ongelijkheid in België”, geschreven door een groep onderzoekers van de Universiteit Antwerpen, de KU Leuven en de Université Libre de Bruxelles (ULB), toont aan dat de ongelijkheid in België een pak groter is dan gedacht. De Nederlandstalige versie van het boek ligt al even in de rekken, maar nu er ook een Franse vertaling is, publiceren we in Vakbeweging en Syndicaliste graag een interview met André Decoster, één van de trekkers van het onderzoek.
Wat is de paradox van ongelijkheid in België?
“Alle officiële statistieken geven aan dat de ongelijkheid in België al jaren laag en stabiel is. Toch horen we in het publieke debat journalisten, politici, vakbondsmensen... zeggen dat de ongelijkheid toeneemt. Hoe komt dat? Waarom is er een kloof tussen de statistieken en dat sterke gevoel van ongelijkheid? Dit is de paradox die we in dit boek wilden onderzoeken.”
Wat zijn de klassieke verklaringen voor deze paradox?
“Er is nog maar weinig onderzoek naar gedaan. Er zijn verschillende mogelijke verklaringen. Veel economen kijken naar het relatieve ongelijkheidsniveau en niet naar het absolute niveau. Bijvoorbeeld, als alle inkomens met 10% stijgen, zullen veel economen concluderen dat de ongelijkheid niet is toegenomen, wat relatief gezien correct is. Maar in absolute termen, in euro’s, is het inkomensverschil wél groter geworden, waardoor mensen het gevoel hebben – terecht – dat de ongelijkheid is toegenomen!”
Welke methodologie hebben jullie gebruikt?
“Alles vertrekt vanuit het werk van Anthony Atkinson1, later overgenomen door Thomas Piketty2. Zij hebben vastgesteld – en wij zagen hetzelfde voor België – dat er een aanzienlijk verschil is tussen de gegevens uit inkomensenquêtes en de gegevens uit de nationale rekeningen. In het bijzonder hebben zij, en ook wij in België, een grote kloof opgemerkt tussen vermogensinkomsten zoals ze worden gerapporteerd in enquêtes en zoals ze blijken uit de nationale rekeningen. Wij hebben de DINA-methode (Distributional National Accounts), die populair werd dankzij het werk van Piketty, gebruikt om de gegevens uit enquêtes bij te stellen aan de hand van de nationale rekeningen. Dankzij het onderzoek van Nabil Sheikh Hassan3 konden we deze methode voor het eerst in België op een diepgaande manier toepassen. Traditioneel gebruiken economen alleen gegevens uit inkomensenquêtes. Onze bredere en meer complete methodologie heeft tot nieuwe resultaten geleid.”
-//-
“Het is onmiskenbaar dat de ongelijkheid in vermogen en vermogens-inkomsten in ons land toeneemt.”
André Decoster
_
Wat zijn de belangrijkste resultaten van jullie onderzoek?
“We hebben de gegevens vanaf 1985 opnieuw gereconstrueerd en kwamen tot twee belangrijke conclusies. De eerste is dat de ongelijkheden groter zijn dan aanvankelijk werd gedacht. De tweede is dat de ongelijkheden, ondanks een dalende trend sinds 1985, vanaf het einde van de financiële crisis rond 2010 weer in stijgende lijn zijn. De ongelijkheid in arbeidsinkomen is in België inderdaad laag en stabiel in vergelijking met andere landen. De ongelijkheid in kapitaalinkomsten is daarentegen hoog en neemt nog toe. Als we kijken naar de verdeling van de fiscale druk over de verschillende inkomensgroepen in België in 2022, dan wordt de situatie heel duidelijk: terwijl de gemiddelde Belg 43% van zijn inkomen bijdraagt aan ons belastingsysteem, draagt de top 10% slechts 40% bij, de top 5% maar 37% en de top 1% amper 23%.
Ons systeem is dus regressief en niet progressief! De rijksten betalen proportioneel minder belastingen dan de armsten!”
Ongelijkheid beperkt zich niet tot inkomsten. Welke nieuwe inzichten brengen jullie over inflatie?
“We hebben inflatieberekeningen gemaakt die specifiek zijn afgestemd op huishoudens, op basis van hun specifieke consumptiepatroon. Wanneer we dat doen, zien we dat de effecten van inflatie op ongelijkheid sterk afhangen van het consumptieprofiel van huishoudens, zelfs bij eenzelfde inkomensniveau. Daardoor kunnen er zeer uiteenlopende effecten op ongelijkheid zijn, zelfs tussen vergelijkbare huishoudens. Soms draagt een stijgende inflatie bij aan toenemende ongelijkheid, soms niet. Deze effecten blijven vaak onzichtbaar voor economen die zich traditioneel uitsluitend op inkomsten richten, zonder rekening te houden met de verschillende consumptiepatronen van huishoudens. De stijging van de energieprijzen in 2022 heeft in België bijgedragen aan de toename van ongelijkheid.”
-//-
“Terwijl de gemiddelde Belg 43% van zijn inkomen bijdraagt aan ons belastingsysteem, draagt de top 10% slechts 40% bij, de top 5% maar 37% en de top 1% amper 23%.”
André Decoster
_
Wat met degenen (journalisten, economen…) die jullie resultaten relativeren door te zeggen dat andere studies iets anders concluderen? Dat de ongelijkheid in België niet hoog en stabiel is?
“Als we kijken naar de nationale rekeningen – de officiële gegevens dus – is het onmiskenbaar dat de ongelijkheid in vermogen en vermogensinkomsten in ons land toeneemt. We hebben kritiek gekregen omdat we niet-uitgekeerde winsten hebben meegenomen in onze berekeningen. Nochtans maken deze winsten wel degelijk deel uit van de rijkdom van de meest vermogenden, aangezien zij het merendeel van de aandelen en obligaties van bedrijven bezitten. Daarnaast werd de publicatiedatum van ons boek, op 2 december vorig jaar – midden in de regeringsonderhandelingen – bekritiseerd. Maar het spreekt voor zich dat we op het moment van onze publicatiebeslissing onmogelijk konden weten wat de politieke situatie bij de release zou zijn.”

Prof. Economie KU Leuven Andre Decoster
André Decoster (°1958), is emeritus professor aan de faculteit economie van de KU Leuven. Zijn belangrijkste onderzoeksthema’s en publicaties richten zich op de meting van welzijn, ongelijkheid en armoede op nationaal en internationaal niveau, evenals op overheidsfinanciën, de evaluatie van fiscale hervormingen en microsimulatiemodellen.