close

Vraag of opmerking? Laat het ons weten!

kijker

/"Soms ben je nog minder dan een nummertje"

TEKST Bram Van Vaerenbergh | FOTO Maarten De Bouw | LEESTIJD: 5 MINUTEN | VAKBEWEGING 21 JUNI 2023

“Meer stress en burn-outs bij de politie”, “Agenten bezwijken onder hoge werkdruk”: de krantenkoppen de laatste jaren liegen er niet om. Bij de politie is het risico op een burn-out groot. “Het komt steeds vaker voor”, zegt Ulrike Linsen (25), die bij de politiezone Rivierenland (Mechelen, Willebroek, Puurs-Sint-Amands, Bornem) werkt.

WELZIJN OP HET WERK /

“We zitten met personeelstekorten in elke zone, maar het werk moet wel gedaan worden. Door een kleiner team dus. Soms moet je zes of zeven shiften na elkaar werken. Volgens onze statuten kan dat verplicht worden, en dan wordt het wel erg zwaar.”

“Onze statuten – verloning, eindeloopbaanregeling, pensioen,… – worden zwaar aangevallen vanuit de politiek. Rekruteringscampagnes hebben in mijn ogen dan ook weinig nut. Het geluk dat wij als jonge agenten hebben is dat we gestudeerd hebben en nog in de privé terecht kunnen. Maar dat spreekt niet in het voordeel van de overheid: zij moet jaarlijks 1.600 rekruten op de politieschool krijgen en dat lukt niet. De politie staat voor de uitdaging om te opereren in een snel veranderende maatschappelijke context: technologie, demografie, culturele veranderingen,… hebben een impact op de aard van de criminaliteit. Er wordt dus meer verwacht van ons, maar wie beschermt ons?”

Qua ondersteuning loopt het dus mank. “Als je een burn-out hebt, ben je soms nog minder dan een nummertje. Er is veel ondersteuning bij ernstige incidenten – zoals schietpartijen – van het stressteam. Maar bij ‘simpele’ interventies die ook een impact kunnen hebben, ontbreekt het daar aan. Elke politiezone heeft wel een vertrouwenspersoon of (externe) preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPA), maar deze mensen werken op afspraak, terwijl wij de ‘gevolgen’ wel meteen mee naar huis nemen. Er thuis over praten is moeilijk, omdat we enerzijds met ons beroepsgeheim zitten en anderzijds is het niet makkelijk om aan buitenstaanders die niks van onze werking kennen de volledige context uit te leggen.”


-//-

“Er wordt meer verwacht van ons, maar wie beschermt ons?”

ULRIKE LINSEN

_


“Je weet waar je aan begint als agent, je weet met welke situaties je kan geconfronteerd worden. Maar ben je dan klaar voor de realiteit? Als je je eerste dode ziet liggen, verschiet je. Maar je weet dat het er bij hoort. Enkel over het stressteam krijg je in de opleiding een korte toelichting, maar dat gaat dan enkel over de grote incidenten. Het is van cruciaal belang dat politieorganisaties actief werken aan het identificeren en aanpakken van de oorzaken van een burn-out. Dit kan onder meer door de werkomstandigheden te verbeteren, de overbelasting aan te pakken en het bevorderen van een positieve werkcultuur. Door te investeren in het welzijn van het personeel en burn-out serieus te nemen, kunnen politieorganisaties de gezondheid en het welzijn van hun medewerkers bevorderen, de effectiviteit verbeteren en het vertrouwen in de gemeenschap vergroten.”

schermafbeelding-2023-06-23-om-114355.png

/Werkgeluk of werkdruk?

Enquête bij leden in openbare sector toont werkpunten aan

Een op vier mensen in de openbare sector doet zijn job niet graag. Bijna een op twee geeft aan niet mee te zijn met alle nieuwe digitale toepassingen op het werk. De onderwaardering in loon, te veel werk en een te hoog werktempo komen naar boven als antwoorden op de vraag wat ze het minst leuk vinden aan hun job. De resultaten van de enquête die werd afgenomen bij bijna 13.000 leden van ACV Openbare Diensten en ACV-CSC Transcom tonen aan dat er op het vlak van werkdruk én werkgeluk nog werk aan de winkel is.

ACV Openbare Diensten en ACV-CSC Transcom ondervroegen hun leden omtrent het werkgeluk binnen de openbare sector. 12.823 mensen namen de tijd om de enquête in te vullen: 6.939 Nederlandstaligen en 5.884 Franstaligen. Er vulden iets meer vrouwen (53%) dan mannen (47%) de enquête in. In de resultaten vallen er nauwelijks verschillen waar te nemen tussen het noorden en het zuiden van ons land: ze ervaren het werk dus op eenzelfde manier.

Een eerste opvallende vaststelling is dat één op vier zijn job niet graag doet. 

Een grote oorzaak voor stress op het werk is ‘digistress’, ofte niet mee zijn met de laatste programma’s en digitale evoluties op de werkvloer. Een op twee geeft aan dat ze mee zijn, wat tegelijkertijd wil zeggen dat de helft van de ondervraagden niet of onvoldoende mee is met de nieuwe toepassingen. Permanente vorming blijft dus essentieel.

Wat maakt de job minder leuk? 

Een te laag loon komt naar boven als grootste minpunt aan de job. Ook te veel werk, minder goed contact met de leidinggevende(n) en een te hoog werktempo zijn minpunten. Wat het werkgeluk dan wél verhoogt, is telewerk. Door het wegvallen van de verplaatsingsstress komt de work-lifebalans wat meer in evenwicht. De respondenten geven aan dat ze productiever zijn en minder stress ervaren als ze kunnen telewerken. Ook de combinatie arbeid/gezin is dan een stuk haalbaarder.

Conclusies uit het onderzoek: de werkdruk moet omlaag, de mogelijkheden om te kunnen telewerken moeten worden uitgebreid en er moet extra worden ingezet op permanente vorming.