INTERVIEW /
ACV'er Stijn Gryp voorzitter SERV: "Je moet ervoor zorgen dat je relevant blijft"
INTERVIEW Patrick Van Looveren / FOTO Maarten De Bouw / 15 januari 2025 / leestijd 5 minuten
Waar zal je de nadruk op leggen als SERV-voorzitter?
“Ik vind het belangrijk dat we zowel een sociale als een economische raad zijn. Er is nu een grote sense of urgency in de industrie, op alle niveaus. Ook interprofessioneel in Vlaanderen moeten we werk maken van een slagkrachtig industriebeleid. Daarbij moet je focussen op het economische, zodat de industrie overleeft en de tewerkstelling blijft. Maar ook op het sociale, door bijvoorbeeld mensen die getroffen worden door een herstructurering via vorming naar een nieuwe job te begeleiden. De buitenwereld linkt industriebeleid misschien niet meteen aan de vakbonden, maar het leeft heel sterk bij ons. Als het goed gaat met de industrie floreert de tewerkstelling en dus de welvaart. Het zou sterk zijn om vanuit mijn vakbondsachtergrond als SERV-voorzitter rond dat industriebeleid het een en ander te realiseren.”
Wat heeft een SERV-voorzitter uit het ACV voor op voorzitters van de andere sociale partners?
“Het zit in het dna van het ACV om via overleg tot resultaten te komen. Het is onze sterke overtuiging dat sociaal overleg in the long run, maar ook op kortere termijn leidt tot veel betere resultaten dan lobbywerk elk voor zich. Dat gaat misschien in tegen de teneur van deze tijd, met een sterke polarisatie en opbod. Dat terug promoten van die voor sommigen misschien saaie middenweg vind ik heel belangrijk. Natuurlijk betekent dat niet dat je als vakbond je eigenheid mag verliezen en je eigen voorstellen zomaar aan de kant moet (laten) schuiven, maar we hebben de politieke setting momenteel niet mee. Ik denk dat die eerder rechts is, om het eufemistisch te zeggen. Maar via het sociaal overleg kunnen we wel nog afspraken maken die werknemers ten goede komen.”
-//-
“Ook interprofessioneel in Vlaanderen moeten we werk maken van een slagkrachtig industriebeleid. ”
Stijn Gryp
_
Versta ik tussen de regels dat de Vlaamse politiek niet echt luistert naar de sociale partners?
“Het huidige regeerakkoord erkent – op papier dus – het belang van sociaal overleg en sociale partners sterker dan het vorige regeerakkoord. Betekent dit dan dat we meer overleg gaan hebben met de Vlaamse Regering? Dat durf ik niet zeggen. Ik merk dat we heel sterk moeten aandringen naar onze voogdijminister – en dat is minister-president Matthias Diependaele – om het VESOC-overleg op te starten. Ook bij de minister van Werk (red. Zuhal Demir) zien we voorlopig niet de grote wil om op regelmatige basis te overleggen. Het is en wordt dus zeker geen walk in the park. Je mag er niet meer van uitgaan dat het een evidentie is dat je automatisch gehoord wordt. Je moet je sterker dan vroeger bewijzen. Dat is ook een van de redenen dat we een aantal jaar geleden met de SERV-partners beslist hebben om meer proactief te werken, meer naar buiten te komen met eigen dossiers en adviezen. Je moet ervoor zorgen dat je relevant blijft. Vroeger werden de vakbonden (voor de werknemers) en de werkgeversorganisaties (voor de werkgevers) gezien als goede graadmeters om te weten wat er leeft. Nu zit je in concurrentie met veel andere actoren die ook inspraak willen of opeisen en/of zich als graadmeter aandienen. Dat er niks zou gebeuren met de input van de sociale partners klopt niet. Via het VESOC-overleg zijn er de voorbije decennia heel veel zaken afgesproken die mee het beleid in Vlaanderen hebben bepaald. Het arbeidsmarktbeleid is daar bijvoorbeeld de voorbije 10-15 jaar in de plooi gelegd. Of nog, het jaarlijkse begrotingsadvies dat de SERV geeft wordt met argusogen bekeken door de politiek.”
Je bent SERV-voorzitter tot eind 2025. Wanneer zal je tevreden zijn?
“De SERV bestaat dit jaar 40 jaar. Met een event op het einde van het jaar gaan we de verdiensten van het sociaal overleg in Vlaanderen in de kijker zetten.
Het zou sneu zijn om in zo’n jaar geen VESOC-akkoord te kunnen sluiten met de Vlaamse Regering, zeker als het gaat over belangrijke beleidsdomeinen als het arbeidsmarktbeleid.
En zoals ik al aangaf willen we rond de toekomst van de industrie tot stevige engagementen komen. Wat de SERV ook krachtig maakt, is het onderzoekswerk dat binnen de Stichting Innovatie & Arbeid gebeurt. De werkbaarheidsmonitor die de Stichting Innovatie & Arbeid ontwikkelde, houdt al 20 jaar de vinger aan de pols rond werkbaarheid in Vlaanderen. Er zijn niet alleen de cijfers, maar ook de goede praktijken die worden verzameld en methodieken die worden uitgewerkt om tot meer werkbare jobs te komen. Dat ondersteun ik ten volle als SERV-voorzitter.”
BIO
Stijn Gryp (44) is nationaal secretaris van het ACV. Hij is verantwoordelijk voor de werking van het Vlaams ACV en vertegenwoordigt het ACV in de SERV. Als doctor in de sociale wetenschappen was hij eerder als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de KU Leuven.
Wie is en wat doet de SERV?
In de SERV komen de Vlaamse werknemersorganisaties (ACV, ABVV en ACLVB) en de Vlaamse werkgevers-organisaties (VOKA, Unizo, Boerenbond en Verso) samen. De SERV geeft adviezen aan de Vlaamse Regering of een minister, op eigen initiatief of op verzoek. Naast deze adviesopdrachten vervult de SERV een overlegfunctie. De SERV bereidt het overleg voor van de sociale partners met de Vlaamse Regering in het Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité (VESOC). En is ook het forum waar de Vlaamse sociale partners onderling overleggen.