ACTUEEL /
Armsten als sluitpost van begroting
TEKST Chris Serroyen | FOTO Suzanne Tucker | LEESTIJD: 5 MINUTEN | VAKBEWEGING 19 APRIL 2023
De federale regering is door een moeilijke oefening geraakt voor de bijsturing van de begroting voor 2023-2024. Om de financiële markten en Europa te kalmeren was volgens de Nationale Bank minstens 1,8 miljard euro nodig. Waar de regering ook in slaagde. Al zijn de armsten, de mensen met een minimumuitkering, wel de klos. Samen met de tijdelijk werklozen.
In totaal wordt voor 782 miljoen euro geknipt in de uitgaven, waarvan 352 miljoen wordt gehaald bij de minima in de sociale zekerheid en de bijstand. Ongeveer evenveel, 779 miljoen euro, komt van nieuwe inkomsten, met als blikvanger de 334 miljoen die extra wordt gezocht bij de multinationals. Met daarnaast nog wat diversen, voor 205 miljoen euro. Samen 1.766 miljoen euro. Met nog een meevaller van 105 miljoen in de vennootschapsbelasting, te verminderen met 56 miljoen euro voor een paar nieuwe initiatieven. Zo komt de regering netjes aan 1.815 miljoen euro voor 2024.
Minimumlijders de dupe
Nu ja, netjes is wat te fraai uitgedrukt. Omdat de gerechtigden op sociale uitkeringen aan het minimum eerst en meest de prijs betalen. Kort na haar aantreden in 2020 had de regering immers een vierstappenplan beslist tot verbetering van de sociale uitkeringen, buiten de welvaartsvastheid. Dit in vier stappen, telkens op 1 januari van de jaren 2021 tot 2024. Belangrijkste daarin was de stapsgewijze verhoging van de minima in de sociale zekerheid voor gepensioneerden, voor onregelmatige werknemers met ziekte- of invaliditeitsuitkering en voor volledig werklozen en van de bijstandsminima voor leefloongerechtigden, bejaarden en personen met een handicap. Tegelijk zouden de berekeningsplafonds voor pensioenen in vier stappen worden verhoogd en zou er ook in de eerste zes maanden ziekte een minimum worden gestoken onder de uitkering.
De drie eerste stappen werden netjes uitgevoerd. Met bovenop ook nog eens de verbeteringen die we wisten te bekomen in het kader van de welvaartsvastheid. Van liberale zijde werd echter voorgesteld om die vierde stap integraal te schrappen. Dat plan werd afgezwakt voor de minimumpensioenen. Daar zou de vierde stap nog wel worden gezet, zij het maar voor 2/3. En voor de bijstand voor personen met een handicap zou de vierde stap volledig bewaard blijven. Voor de rest wordt de vierde stap wel geschrapt. Nochtans gaat het om de allerlaagste uitkeringen, verst onder de Europese armoedenorm, verder dan het minimumpensioen. Voor de werklozen komt die besparing (met 45 miljoen euro) dan nog eens boven de 40 miljoen euro die de regering al weghaalde uit de welvaartsvastheid door de geplande verhoging van de minima op 1 juli 2023 te beperken tot 1,3%.
Voor het nieuwe minimum in de eerste 6 maanden ziekte betekent dit dat we voorlopig blijven steken op een minimum vanaf de derde maand, zonder uitbreiding naar de eerste en tweede maand.
-//-
Gerechtigden op sociale uitkeringen aan het minimum betalen eerst en meest de prijs.
_
Tijdelijke werklozen van 65 naar 60%
De compassie voor werknemers getroffen door tijdelijke werkloosheid bleek van korte duur. De verhoging tot 70% van het begrensde loon, van de covid19-crisis, werd al een tijdje teruggedraaid naar 65%. Op 1 januari 2024 zakt het verder tot 60%. Die 5 procentpunt, moet door de werkgevers of de sectorfondsen wel gedeeltelijk worden gecompenseerd, bovenop de reeds eerder overeengekomen toeslagen. Dat is nog te preciseren, maar de bedoeling is volledige compensatie voor lagere lonen. Al is nog niet bepaald tot waar dat gaat. Uitzondering: voor tijdelijke werklozen wegens overmacht blijft de uitkering behouden op 65%, zonder verplichte aanvulling door de werkgever of de sector. Beoogde besparing: 33,8 miljoen euro.
Spierballengerol naar werklozen
Voor de werklozen was dat kennelijk niet genoeg en moest er ook nog wat spierballengerol zijn voor een strengere “activering”. Met een paar maatregelen waarvoor de Gewesten vandaag al volledige bevoegdheid hebben, maar waarvoor nu de federale overheid wordt ingeschakeld als dekmantel:
• Voor de sancties wegens weigering van een passende dienstbetrekking wordt bevestigd dat criteria van reistijd en afstand ook toegepast worden over de grenzen van de gewesten heen.
• Werklozen die twee keer afwezig zijn voor een evaluatiegesprek moeten schriftelijk uitleg geven. Wat federaal ook al geen verschil maakt, omdat de regio’s dat nu al kunnen.
• MR had opnieuw de sancties op tafel gelegd voor werklozen die opleidingen naar een knelpuntberoep weigeren, maar dat werd in de laatste rechte lijn overboord gekieperd. Nu ja, dat had ook al geen verschil gemaakt, want de gewesten kunnen dat nu al sanctioneren.
Wat federaal wel verschil maakt: voor de sancties bij weigering van passende dienstbetrekking zijn er mildere regels voor 50-plussers. Die leeftijdsgrens wordt volgend jaar op 55 jaar gebracht.
Ziektepensioen hervormd
De specifieke pensioenregeling voor ambtenaren die om medische redenen moeten stoppen wordt grondig hervormd. Het definitieve ziektepensioen wordt afgeschaft. En het tijdelijke ziektepensioen wordt hervormd, gekoppeld aan een set van maatregelen met het oog op terugkeer naar werk. 14,24 miljoen euro zou dat vanaf volgend jaar moeten opbrengen.
Extra taksen
Tegenover de besparingen op en herberekening van de uitgaven, staan ook nieuwe inkomsten. Deels uit herberekeningen, deels door nieuwe beslissingen voor 2024, waaronder:
• Bovenop de 400 miljoen euro – eerder al ingeschreven – wordt 334 miljoen euro extra gehaald uit de minimumbelasting op multinationals die er moet komen tot uitvoering van de internationale afspraken hierover (de zgn. pijler 2).
• De geplande hervorming van de investeringsaftrek in de vennootschapsbelasting wordt uitgesteld, wat tijdelijk 100 miljoen euro oplevert. Bij een latere hervorming zou een stimulans worden ingebouwd voor bedrijven die emissievrije bestelwagens de baan opsturen.
• De tabaksverslaafden hoesten volgend jaar 34 miljoen euro extra op door hogere accijnzen.
• Er wordt een bijkomende, zij het te beperkte stap gezet (voor 48 miljoen euro) om de budgettaire ontsporing van de patronale RSZ-vermindering voor de eerste zes aanwervingen terug te dringen. De verminderingen voor de vierde, vijfde en zesde aanwerving worden geschrapt. En met een grensbedrag van 3.100 euro per trimester voor de andere. De onbeperkte duur van de vermindering voor de eerste aanwerving (de “win for life”) blijft echter onaangeroerd.
• De jaarlijkse taks op het vermogen van vzw’s (patrimoniumtaks) wordt hervormd, voor 82 miljoen euro extra vanaf 2024. In plaats van een vast tarief van 0,17% (met vrijstelling tot 25.000 euro vermogen) komt er een progressief tarief, met een vrijstelling tot 50.000 euro vermogen en dan drie schijven met oplopend percentage (0,15% tot 250.000 euro, 0,30% tot 500.000 euro en 0,45% daarboven). Met vrijstelling voor onroerend goed van zorg-
instellingen.
• Volgend jaar vervalt ook de aftrekbaarheid van de belastingen op kansspelen, zowel in de personen- als in de vennootschapsbelasting (45 miljoen euro opbrengst).
Andere knopen werden door de regering over het paasreces getild. Dan gaat het enerzijds over het drieluik belastinghervorming – pensioenhervorming – arbeidsmarkthervormingen. En anderzijds over het afsprakenkader van de sociale partners voor 2023-2024, waaraan de regering moet willen meewerken. En waarvan de werkgevers ondertekening van de cao’s voor de verlenging van de afwijkende eindeloopbaanregelingen afhankelijk maken. Wordt vervolgd.