ACTUEEL /
Bijkomende middelen defensie ten koste van sociaal beleid?
TEKST Maarten Gerard / FOTO Nate Samui / 19 MAART 2025 / LEESTIJD: 5 MINUTEN
De federale regering moet haar begroting voorleggen aan Europa. De strenge Europese begrotingsregels worden alvast aan de kant gezet voor defensie-uitgaven. Maar verder lijkt in Europa alles te moeten wijken voor een betere competitiviteit. Dat dreigt ten koste te gaan van sociale uitgaven.
De federale regering is intussen geïnstalleerd en komt langzaam uit de startblokken met de beleidsnota’s. Gelet op de timing van de regeringsvorming, is de komende horde nu het neerleggen van een begroting in het parlement ten laatste half april. Crucialer echter is het voorleggen van de begroting aan de Europese Commissie die zal moeten beoordelen of ze voldoet aan de vereiste inspanningen om over te gaan naar een zevenjarig correctietraject in plaats van een vierjarig traject. Dat maakt een enorm verschil in de inspanning die dient te worden geleverd.
Wat het oordeel zal zijn, is onduidelijk. Erg overtuigend is de begroting niet, daarvoor volstaat een blik op de beoogde besparingen, zonder het in rekening brengen van de kosten en de hoge terugverdieneffecten. Maar het Europese oordeel zal niet losstaan van de context, waarbij momenteel ook Frankrijk en Italië geen al te beste cijfers kunnen voorleggen. En waarbij in de huidige geopolitieke context opnieuw de begrotingsregels op de schop lijken te gaan. Tenminste, voor defensie-uitgaven.
Historische les
Dat doet de vraag rijzen waar het Europese begrotingsbeleid eigenlijk echt voor dient als het toch telkens weer omzeild kan worden. Om de uitgaven voor sociaal beleid en de uitgaven voor de klimaattransitie in te tomen? Want die moeten telkens in de pas lopen. Dat daar extra geld voor nodig is, is al veel langer gekend en de urgentie is niet minder. Sterker zelfs, met een meer doorgedreven investeringsbeleid hadden bepaalde spanningen op het vlak van energie en competitiviteit mogelijk niet aan de orde geweest, waardoor we sterker aan de meet hadden gestaan in de huidige turbulente tijden. Nu dreigt vooral het sociaal beleid te moeten gaan betalen voor bijkomende middelen voor defensie.
-//-
“Een sterk sociaal beleid is de kern van elke weerbare samenleving.”
_
Want het behoeft geen betoog dat er nog moeilijk tijden aankomen, met de onzekere situatie in Oekraïne en de escalerende handelsoorlog met de Verenigde Staten. Werknemers betalen daarvan het gelag. De vraag is welke Europese antwoorden er zullen komen. Men lijkt alvast niet de historische les geleerd te hebben uit hoe de zaken liepen in het interbellum van de vorige eeuw. De afbrokkelende sociale cohesie van een bevolking die al meerdere economische crisissen had zien passeren vormde toen de voedingsbodem voor de opkomst van het fascisme. Een sterk sociaal beleid is de kern van elke weerbare samenleving.
‘Beperken van administratieve lasten’
Laat daar nu veel twijfel over zijn in het toekomstige Europa. Onder de vlag van competitiviteit wil de Europese Commissie gaan snijden in de regelgeving met de zogenaamde Omnibus-regelgeving. Waarbij al meteen de pas gestemde CSDDD-, of ketenzorgrichtlijn in het vizier komt, lees om die opnieuw af te zwakken. Net dit soort regelgeving moet het speelveld voor werknemers gelijktrekken. Ondertussen worden investeringen aangekondigd en nieuwe fondsen vrijgemaakt met de Clean Industrial Deal. Vraag is nu hoeveel daarvan ook zal worden vastgezet in effectieve tewerkstelling en verduurzaming. Een herziening van de richtlijn rond overheidsopdrachten zou daar beterschap kunnen in brengen, maar dergelijke aanpassing is momenteel verre van zeker.
Ook het federaal regeerakkoord staat vol van verwijzingen naar het ‘beperken van de administratieve lasten’. Voor ondernemingen weliswaar. Werknemers moeten het doen met enkele mogelijke verbeteringen op het vlak van consumentenrecht. Wat dat zal bevatten moet nog blijken, maar gelet op de huidige context, is het ook daar opletten geblazen.
Interprofessionele besprekingen
Intussen bekijken de sociale partners hoe de interprofessionele besprekingen om te komen tot een interprofessioneel akkoord aan te vatten. Voor het ACV kan er geen gesprek ten gronde worden gevoerd als niet duidelijk is of de lopende cao’s landingsbanen en SWT gehonoreerd zullen worden tot het einde van de voorziene termijn, 30 juni 2025 bij de meeste van die cao’s, en 31 december 2026 voor wat betreft de vrijstelling van beschikbaarheid. Als akkoorden geen waarde meer hebben, kan je ze ook niet afsluiten. De Groep van 10 (toponderhandelaars vakbonden en werkgeversorganisaties) heeft een onderling akkoord om deze vraag ook gezamenlijk aan de regering voor te leggen. Al moest daar voor werkgevers ook uitstel van de Federal Learning Account aan gekoppeld worden (hoewel dit buiten de sociale akkoorden valt). Als de regering hiermee akkoord gaat, dan is er zekerheid en duidelijkheid voor de werknemers die nu nog in een landingsbaan zitten of al in hun opzeg en vervolgens op SWT kunnen vóór 30 juni volgens de lopende cao’s.

Maar dat akkoord is er dus nog niet. Minister van Werk Clarinval van werk kondigde wel al aan dat de sociale partners hiermee een akkoord hadden over het einde van SWT. Louter show en framing voor de eigen profilering. We zijn en zullen niet akkoord gaan met het verdwijnen van SWT. Het akkoord ging enkel over zekerheid over de huidige afspraken. Het is de regering die SWT, behalve medisch SWT, wil inperken.
Van enige werkagenda vanuit de regering met de sociale partners of een overzicht van de hervormingen is alvast nog geen sprake, al zouden de annualisering van de arbeidstijd en de herinvoering van de proeftijd nog vóór de zomer op de tafel komen. Ook de beleidsnota’s scheppen weinig helderheid over de timing en de manier waarop de hervormingen zullen worden doorgevoerd. De komende programmawet zal vooral de snelle opbrengsten moeten realiseren voor 2025. De verwachting is dat alles wat geld en tijd kost nog wat vooruit wordt geschoven en dat pas in april de voorstellen en adviesvragen zullen komen. Voor zover alle ministers beseffen dat ze hun hervormingen ter advies moeten voorleggen én beseffen dat alle hervormingen die werknemers en de openbare sector vatten verschillende trajecten hebben.
-//-
“Als akkoorden geen waarde meer hebben, kan je ze ook niet afsluiten.”
_
Welvaartsenveloppe op de schop
De welvaartsenveloppe is zoals eerder gemeld volledig gesneuveld voor deze legislatuur. Er zou een zeer beperkte enveloppe voor in de plaats komen van 25 miljoen euro per jaar vanaf 2026, waarbij de sociale partners wel nog richting zouden kunnen geven aan welke uitkeringen die besteed wordt. Hoe de verdeling moet worden gemaakt tussen de stelsels is onduidelijk. De eerste contacten hierover doen vooral vermoeden dat de regering ook hier nog veel zelf heeft uit te klaren.
Evaluatie dagcontracten
In de Nationale Arbeidsraad is intussen wel al de eerste aanvraag binnengekomen vanuit de nieuwe regering. Niet toevallig van minister van Sociale Zaken Vandenbroucke die zijn post gewoon verderzet. Daarbij moeten we bekijken hoe we als sociale partners de problematiek van de dagcontracten evalueren. Gelet op de praktijken met tweedaagse contracten en de omzeiling ervan buiten interim om, valt daar wel wat over te zeggen. In de hoop dat er dan ook verder vooruitgang kan worden gemaakt in de regelgeving.