HET PUNT /
De index, zegen of vloek?
TEKST Marc Leemans, Marie-Hélène Ska | FOTO Ibrahim Boran | LEESTIJD: 3 MINUTEN
Een kleine helft van de werknemers in de privésector kreeg eind januari eindelijk de lang verwachte aanpassing van hun loon aan de gezondheidsindex te zien op hun bankrekening. Daarmee komt hun koopkracht min of meer terug op het peil van een jaar geleden, wat ook betekent dat ze de voorbije twaalf maanden een steeds groter deel van hun inkomen aan de gestegen kosten voor energie, voedsel, huur, enz. moesten besteden. Vooral voor de lagere inkomens betekent het aan de inflatie aangepaste loon dat ze weer even naar adem kunnen happen. Eventjes maar. Want nadien begint weer de opbouw van een jaar lang achterlopen op de inflatie. En wat kwijt is, krijgt men nooit terug. Maar toch betekent de indexering voor iedereen, met een loon of een vervangingsinkomen, dat ze er op kunnen vertrouwen dat hun koopkracht op termijn ongeveer gelijke tred houdt met de inflatie. Bovendien is de index in deze economisch turbulente tijd cruciaal voor de binnenlandse consumptie, die onze economie uit de greep van recessie houdt.
Werkgeversbonden en sommige economen kondigen evenwel alle onheil aan als we niet snel het indexsysteem op de schop nemen. “De loonindexering is onbetaalbaar en bedrijven gaan massaal ontslaan om niet over kop te gaan”. Dat geluid horen we al een heel jaar lang, maar de naakte economische cijfers vertellen een ander verhaal. De Nationale Bank berekende dat het bruto exploitatieoverschot een recordniveau van meer dan 44% van de toegevoegde waarde bereikt in 2022. Voor de komende jaren wordt wel een lichte daling verwacht, maar dan nog blijft tot 2025 het bruto exploitatieoverschot hoger dan 40%, wat hoger is dan het gemiddelde van de periode 1999-2019. Die cijfers worden positief beïnvloed door enkele topondernemingen. Maar als we inzoomen zien we dat ook de ‘gewone’ ondernemingen in 2022 goed stand houden. In 2022 ligt de bruto omzetmarge van de mediane onderneming 0,7 procentpunt lager dan het hoge gemiddelde van de periode 2015-2019. We ontkennen niet dat de winstgevendheid van een pak bedrijven daalt en dat voor een aantal de situatie moeilijk kan zijn. Maar we komen wel uit een periode van absolute hoogconjunctuur inzake winstgevendheid. Na een lange reeks goede jaren kunnen moeilijke jaren volgen en een vooruitziend ondernemer houdt hier rekening mee.
Maar krijgen we dan geen loon-prijsspiraaI waardoor de inflatie blijvend hoger uitkomt in België? In tegenstelling tot de jaren 1970-1980 is er vandaag geen loon-prijsspiraal te bespeuren. Een studie van Denktank Minerva wijst uit dat de hoge inflatie aangedreven wordt door energieprijzen en gestegen productieprijzen. Veel ondernemingen rekenen immers hun gestegen kosten door om hun marges op peil te houden. De verwachte inflatie voor 2023 is in België slechts een fractie hoger dan in de eurozone en beduidend lager dan in Duitsland, wat er op wijst dat de loonindexering geen extra inflatiespiraal in gang zet.
-//-
“De index is een systeem dat zijn degelijkheid volop bewijst en waar men in menig ander land met veel interesse naar kijkt.”
_
Moeten we dan met deze uitzonderlijke hoge inflatie het systeem toch niet aanpassen, want niet iedereen heeft de indexering toch even hard nodig? Voorstanders van een zogenaamde ‘sociale index’ willen de indexering voorbehouden voor de laagste lonen. Of promoten de ‘index in centen in plaats van in procenten’. Er zijn evenwel veel argumenten om op deze sirenenzang niet in te gaan. Een goede financiering van de sociale zekerheid bijvoorbeeld, die onder druk komt als de inkomsten, via werknemers- en patronale bijdragen, niet volgen. Terwijl de uitgaven wel volledig geïndexeerd worden. Bovendien kunnen hogere inkomens hun loon hoe dan ook op peil houden omdat ze een sterkere arbeidsmarktpositie hebben. Ze zullen het gedeelte van hun brutoloon dat niet geïndexeerd wordt zeer snel compenseren, met fiscaal en parafiscaal interessante extralegale voordelen. Waarbij de sociale zekerheid opnieuw de pineut is. Er is trouwens geen goed argument te geven waarom ook de koopkracht van de hogere inkomens niet gevrijwaard mag worden. Eens men aan het indexeringssysteem morrelt is het hek van de dam, en zullen steeds nieuwe voorstellen volgen voor uitzonderingen die de automatische indexering alsmaar verder uithollen.
Een systeem dat zijn degelijkheid volop bewijst en waar men in menig ander land met veel interesse naar kijkt, gaan we niet op de schroothoop dumpen, omdat er tijdelijk wat druk op de ketel komt. De baten die dit in de ogen van sommigen oplevert wegen niet op tegen de kosten in termen van geschaad consumentenvertrouwen, toenemende inkomensongelijkheid, financieringstekort van de sociale zekerheid en van publieke diensten, uitholling van een systeem dat een rechtvaardige verdeling van de welvaart garandeert en finaal het functioneren van onze democratie. Wij verkiezen de zegen en niet de vloek.