close

Vraag of opmerking? Laat het ons weten!

Retour au numéro actuel

ZWART OP WET | DISCRIMINATIE /

Discriminatie op de werkvloer bestrijden

TEKST Amélie Janssens | Foto Bruno Passigatti | LEESTIJD: 4 MINUTEN | 15 MAART 2023

Racisme en discriminatie zijn onverenigbaar met de visie van het ACV. In de praktijk komen racisme en discriminatie helaas nog al te vaak voor. De uitbreiding van de genderwet én een aanpassing van de antidiscriminatiewet zorgen nu voor een betere bescherming op de werkvloer.

/Genderwet uitgebreid: ‘geslacht’ niet langer enige criterium

Een aanpassing aan de Genderwet van 10 mei 2007 vervangt het vroegere basiscriterium ‘geslacht’ door elf beschermde criteria. Discriminatie op de werkvloer op basis van een van deze criteria is dus verboden en strafbaar.

De Genderwet van 2007 verbood discriminatie op grond van geslacht. In de praktijk leverde dit soms interpretatieproblemen op. De huidige formulering met elf criteria moet hier verandering in brengen.

Vanaf nu – de wet trad in werking op 19.01.2023 – is discriminatie op basis van een van deze criteria verboden: geslacht, zwangerschap, medisch begeleide voortplanting, bevalling, geven van borstvoeding, moederschap, gezins-verantwoordelijkheden, genderidentiteit, genderexpressie, seksekenmerken, geslachtsverandering.


-//-

De werkgever die een persoon discrimineert riskeert een gevangenisstraf van een maand tot een jaar, een boete tussen 400 euro en 8.000 euro, of beide.

_


Bescherming van werknemers in verlofstelsels

Onder het nieuwe criterium ‘gezinsverantwoordelijkheden’ vallen onder meer de specifieke verloven die werknemers de kans bieden om werk en gezin of zorg te combineren. Iemand die zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, adoptieverlof, zorgverlof of verlof om dwingende redenen opneemt, mag dus geen discriminatie ondervinden.

Werden er tijdens de afwezigheid van de werknemer bijvoorbeeld nieuwe personeelsvoordelen toegekend die ook van toepassing zouden zijn op de betrokkene, dan moeten deze voordelen eveneens toegekend worden. De werknemer heeft ook het recht om terug te keren naar dezelfde functie. Kan dit niet meer, dan moet de werkgever een gelijkwaardige of vergelijkbare functie aanbieden.

De werkgever die een persoon discrimineert riskeert een gevangenisstraf van een maand tot een jaar, een boete tussen 400 euro en 8.000 euro, of beide.

/Drie keer wettelijk beschermd tegen discriminatie (op de werkvloer)

Antidiscriminatiewet van 10.05.2007
Genderwet (of Wet ter bestrijding van de discriminatie tussen vrouwen en mannen) van 10.05.2007 – nu aangepast
Antiracismewet (of Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden) van 30.07.1981

/Ook beschermd als getuige van discriminatie

Een formele getuigenverklaring is niet langer nodig om als getuige van discriminatie beschermd te zijn. Een melding bij Unia, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen of een belangenorganisatie volstaat.

De verschillende wetten tegen discriminatie voorzagen al een bescherming van personen die getuigden over discriminerende praktijken. Maar daarvoor moest een formele getuigenverklaring worden ingediend. Een zaak rond het ontslag van een winkelmanager die het opnam voor een zwangere sollicitante bracht hier verandering in.

Na een positief sollicitatiegesprek gaf de winkelmanager aan een zwangere sollicitante te willen aanwerven. Ze kreeg een negatief advies van het HR-hoofd en deelde aan de sollicitante mee dat ze omwille van haar zwangerschap de job niet kreeg. De sollicitante diende daarop klacht in bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Een jaar later werd ook de winkelmanager ontslagen. Ook zij diende klacht in bij het Instituut: ze verloor haar job omdat ze een geval van discriminatie had aangekaart.

De sollicitante ontving vrij snel een schadevergoeding, voor de winkelmanager lag het moeilijker. Voor de Belgische wetgeving was een formele getuigenverklaring noodzakelijk om als getuige beschermd te worden. De zaak werd doorverwezen naar het Europees Hof van Justitie, dat in deze zaak reeds in 2019 oordeelde dat ook andere personen beschermd kunnen worden en dat daarvoor geen formele getuigenverklaring nodig is (arrest Hakelbracht, 2019, C 404/18).

Drie jaar na de uitspraak van het Hof werd die voorwaarde eindelijk geschrapt uit onze antidiscriminatiewetten. Op die manier zijn nu ook andere personen – naast de discriminatieslachtoffers – beter beschermd. Daarbij is wel een actieve bijdrage nodig. Wie enkel kennisneemt van de feiten maar die kennis niet gebruikt ten voordele van het slachtoffer, is niet beschermd. De bescherming geldt bijvoorbeeld wel voor de persoon die het slachtoffer van de vermeende discriminatie doorverwees naar de syndicaal afgevaardigde, of deze persoon aanmoedigde klacht in te dienen. Ook wie in het voordeel van het slachtoffer van de vermeende discriminatie getuigt over diens gedrag als werknemer, geniet bescherming.

/Uit de praktijk: Slecht gebit geen reden voor ontslag

Een vrouw die lijdt aan een erfelijke tandaandoening ontving een schadevergoeding nadat ze op haar eerste werkdag werd ontslagen.

De vrouw solliciteerde in augustus 2020 – in volle coronaperiode, met mondmasker dus – bij een verzekeringsmakelaar. De erfelijke aandoening zorgt ervoor dat haar tanden makkelijk afbreken. Een noodzakelijke operatie om een volledige tandprothese te kunnen plaatsen werd, omwille van haar zwangerschap en corona, op dat moment al twee keer uitgesteld. Na een kop koffie met een zaakvoerder tijdens haar eerste werkdag in oktober 2020, waarbij de vrouw haar mondmasker even afzet, wordt ze meteen ontslagen. Ze krijgt de boodschap ‘beter een job achter de schermen te zoeken’.

Samen met Unia stapte ze naar de Arbeidsrechtbank in Aalst. Die oordeelde (8 februari 2023, nvdr.) dat werkgevers niet mogen discrimineren op basis van uiterlijk, lichamelijke of erfelijke aandoeningen, lichaamslengte, vergroeiingen, gewicht of een handicap. De twee zaakvoerders moeten de vrouw zes maanden brutoloon uitbetalen.

Articles liés publiés précédemment