ACTUEEL /
Geen IPA voor 2023-2024, wel opnieuw een afsprakenkader?
TEKST Chris Serroyen | FOTO Cobalt S-Elinoi | LEESTIJD 5 MINUTEN | 15 MAART 2023
Je kon via Vakbeweging de kroniek van het interprofessionele overleg voor 2023-2024 volgen. Een interprofessioneel akkoord (IPA) bereiken was opnieuw mission impossible. Niet in het minst omdat de Loonnormwet ons opzadelde met een zero loonnorm, met enkel nog wat ruimte via de koopkrachtpremie. Maar net als in 2021 werd wel geprobeerd in de Groep van 10 tot afspraken te komen over andere dossiers die van belang zijn voor de nieuwe cao-ronde in de sectoren. Als dit naar de drukker gaat (15 maart) is dat nog niet rond. En het is zelfs nog niet zeker of het er komt. Al zitten we wel in de laatste rechte lijn.
We wilden snel gaan. Om sneller dan in 2021 te kunnen starten met de cao-onderhandelingen in de sectoren en bedrijven. Toen duurde het tot juli vooraleer er wat duidelijkheid kwam. Er was ook een andere reden om snel te gaan. Sommige afspraken lopen af op 30 juni. En dus moest voordien en tijdig worden geland. Gelukkig hebben we de meeste zaken in eigen handen, omdat we ze bij cao afspreken. Voor andere zaken moet de regering volgen.
Dat is in elk geval sneller dan in 2021. Zodat de onderhandelingen in sectoren en bedrijven dan ook sneller dan toen van start kunnen gaan. Althans van zodra de wetten en besluiten voor de loonnorm er zijn. Dat laat nog op zich wachten. Ondertussen moeten we, als we tot een afsprakenkader komen, ook alle cao’s in de Nationale Arbeidsraad (NAR) nog rond zien te krijgen.
Hieronder geven we aan wat de marsrichting is om tot zo’n akkoord te komen, onder alle voorbehoud.
Geen eindeloopbaan voor SWT
Eerste inzet was uiteraard om de aflopende interprofessionele eindeloopbaanregelingen van 2021 te verlengen. Want anders is het eindeloopbaan voor die regelingen op 30 juni 2023. Dit is ook belangrijk voor de nieuwe cao-ronde in de sectoren. Omdat op een aantal van die regelingen bij sector-cao moet worden ingetekend. We willen de volgende SWT-regelingen met twee jaar verlengen, tot 30 juni 2025:
• medisch SWT vanaf 58 jaar (samen met een brief aan Fedris om de procedure tot erkenning van de medische problemen te versnellen);
• lange loopbaan (40 jaar) vanaf 60 jaar;
• zware arbeidstijdregelingen vanaf 60 jaar na 33 jaar loopbaan, mits sectorale cao;
• verminderd arbeidsgeschikten bouw vanaf 60 jaar na 33 jaar loopbaan, mits sectorale cao.
Andere interprofessionele regelingen zijn voor onbepaalde duur en behoeven geen interprofessionele verlenging:
• de algemene regeling vanaf 62 jaar na 40 jaar loopbaan;
• zware arbeidstijdregelingen vanaf 60 jaar na 35 jaar loopbaan, mits sector-cao;
• bedrijven in moeilijkheden of herstructurering vanaf 60 jaar, mits bedrijfs-cao.
Zowel de permanente als de tijdelijke regelingen gaan gepaard met een (aangepaste) beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. Ook de tijdelijke interprofessionele afspraken moeten worden verlengd, voor alle ontslagen tot 30 juni 2025. Waardoor vrijstelling van beschikbaarheid kan worden aangevraagd vanaf 62 jaar of na een loopbaan van 42 jaar. En dit tot eind 2026. Met opnieuw een uitzondering voor medisch SWT. Mensen in die situatie kunnen vrijstelling vragen beneden de 62 jaar, ongeacht de loopbaanduur.
-//-
Eerste inzet was de tijdelijke interprofessionele eindeloopbaan-regelingen van 2021 verlengen. Want anders is het eindeloopbaan voor die regelingen op 30 juni 2023.
_
Het ACV vroeg dat voor alle lopende SWT’s ook correct de vroegere afspraken inzake welvaartsvastheid van de SWT-toeslag worden nageleefd. Dat moet dit jaar een verhoging met 0,78% opleveren. Dit bovenop de verhoging van de maximum werkloosheidsuitkering met 1% vanaf 1 juli 2023, in het kader van de welvaartsvastheid van de uitkeringen.
In ruil kunnen we de werkgevers steunen in hun vraag om de recent besliste verhoging van de patronale bijdragen op SWT-toeslagen (de “Decava”-bijdragen) niet toe te passen voor werknemers die al eerder werden opgezegd.
Landen we met de landingsbanen, met bonus voor maatwerkers?
Ook de afwijkende regelingen voor de landingsbanen moeten worden verlengd, tot 30 juni 2025. Dat betekent dat zowel halftijdse als 4/5 landingsbanen vanaf 55 jaar (in plaats van 60 jaar) opnieuw twee jaar mogelijk worden met een RVA-uitkering voor volgende situaties:
• zware arbeidstijdregelingen, nachtarbeid en verminderd arbeidsgeschikten bouw, mits sector-cao;
• of 35 jaar loopbaan, mits sector-cao;
• of bedrijven in herstructurering of moeilijkheden, mits bedrijfs-cao.
ACVBIE kwam met een sterk dossier voor de doelgroepwerknemers van de maatwerkbedrijven (beschutte en sociale werkplaatsen). Die komen voor die regelingen nauwelijks in aanmerking, omdat ze maar zelden 35 jaar loopbaan kunnen voorleggen. Voor hen vragen we een soepelere regeling, voorlopig ook tot 30 juni 2025: landingsbaan met RVA-uitkering vanaf 55 jaar na 25 jaar loopbaan.
Twee om twee
In 2021 koppelden de werkgevers aan het SWT en de landingsbanen ook twee van hun dossiers: de overuren en de economische werkloosheid voor bedienden. Dat was deze keer niet anders. Met als gevolg dat ze ook die tijdelijke afspraken inzake overuren willen verlengen tot 30 juni 2025:
• tot 120 extra vrijwillige relance-overuren zonder inhaalrust, toeslag, belastingen en bijdragen;
• fiscale vrijstelling voor 180 i.p.v. 130 overuren.
En ze willen ook een verlenging van de tijdelijke werkloosheid om economische redenen van bedienden. Nog even waar dat over gaat: normaal is een cao in de sector of het bedrijf nodig, zo niet een ondernemingsplan dat een hele procedure moet doorlopen. Dat werd de laatste jaren vervangen door een beroep te doen op een tijdelijke cao van de NAR. Maar die cao van de NAR stopt eind juni 2023. De werkgevers vragen een verlenging met twee jaar. Al koppelen we dit wel aan een indexering van het supplement dat de werkgever of het sectorfonds minimaal moet betalen bovenop de RVA-uitkering: 6,22 euro bruto per dag (geïndexeerd), in plaats van de 5,63 euro (niet geïndexeerd) van de vorige cao.
Klassiek verlengingspakket
Tweejaarlijks is het sluitstuk van elk
ontwerpakkoord de verlenging van een aantal vroegere afspraken. Dat is deze keer niet anders. Het gaat om het klassieke lijstje:
• de inspanning van sectoren en bedrijven naar risicogroepen: de 0,10%-regeling, zowel als de 0,15%-regeling voor sectoren die vrijstelling willen bekomen van de startbaanverplichting;
• de zogenaamde 80-20-regeling voor het openbaar vervoer: de werkgever betaalt de volle pot van het abonnement voor het woon-werkverkeer en krijgt daarvoor 20% korting op de factuur;
• de boete van slechts 1.800 euro voor werkgevers die weigeren outplacement aan te bieden;
• het bijzondere fiscale en parafiscale regime voor innovatiepremies.
Bisnummers
De regering beloofde bij haar aantreden respect voor de consensus onder sociale partners. Daarom moet een eventueel akkoord ook een herbevestiging bevatten van een aantal vroegere afspraken onder sociale partners:
• de geplande verhoging met 35 euro bruto van het minimumloon op 1 april 2024 moet worden versterkt tot 50 euro netto in het kader van de aangekondigde belastingverlaging;
• compensatie van de kost ervan voor de werkgevers via een aanvullende vermindering van de patronale bijdrage op zeer lage lonen;
• uitvoering van het akkoord over de verlaging van de te zware ZIV-bijdragen op kleinere aanvullende pensioenen;
• geen verdere aanpassing van de belastingen en sociale bijdragen op aanvullende pensioenen tijdens het traject 2023-2028 voor de gelijkschakeling van arbeiders en bedienden;
• correcte toepassing van de afspraken over de bedrijfsdoelstellingen die in aanmerking komen voor bonusplannen (cao nr. 90).
Dat is veel “zou” op de patatten. Omdat het ontwerp van afsprakenkader nog niet volledig rond is wanneer we dit naar de drukker sturen. En omdat het ontwerp, als een en ondeelbaar geheel, dan nog bij elk van de sociale partners moet worden goedgekeurd. En de regering nadien die totaalafspraak ook moet volgen. Of al die witte rook er gaat zijn, ga je hopelijk weten tegen dat deze Vakbeweging in je bus belandt.
In ruil voor een verlenging van de regelingen rond SWT en landingsbanen, vragen de werkgevers dat de tijdelijke afspraken inzake overuren worden verlengd, met tot 220 in plaats van 100 extra vrijwillige overuren, zonder inhaalrust, toeslag, belastingen en bijdragen.