close

Vraag of opmerking? Laat het ons weten!

Retour au numéro actuel

ACTUEEL /

Hocus Pocus van Donald Trump

TEKST Maarten Gerard / FOTO Firefly / 16 april 2025 / leestijd: 5 minuten

Rustiger wordt het jaar er niet op. Terwijl we in afwachting zijn van de begroting 2025 en de bijhorende programmawet van de nieuwe federale regering, zorgen de internationale ontwikkelingen weer voor bijkomende onzekerheden.

De Amerikaanse president Donald Trump besloot de Verenigde Staten te ‘bevrijden’ door alle andere handelspartners hoge importtarieven voor te leggen. Tarieven die, zo bleek, niets meer zijn dan een poging om de onderlinge handelsbalans met elk land naar 0 te brengen. Wat volledig onzinnig is. Of de berekeningen en tabellen ook effectief uit ChatGPT zijn gerold zoals sommigen suggereren, zullen we wellicht nooit weten, maar dat we allemaal het effect zullen voelen van dit ondoordachte beleid, dat is zeker.

Het hocus pocus economische experiment van Donald Trump doet de wereldhandel op zijn grondvesten daveren. De beurzen kleurden na de aankondiging van de hoge Amerikaanse invoerheffingen dieprood. De dollar kwam onder druk en de rentes op Amerikaanse staatsobligaties stegen onheilspellend waardoor ze niet meer als een veilige belegging werden beschouwd. Daarop krabbelde Trump terug en kondigde een pauze van 90 dagen aan voor zijn importheffingen. Al blijft er wel een basistarief van 10%, en 25% voor Europees staal. En met de stok achter de deur dat hij die hoge invoerheffingen opnieuw zal invoeren als landen geen deal willen sluiten met de Verenigde Staten. China wil niet plooien. De invoerheffingen op Chinese producten zijn (voorlopig) een buitensporige 145 procent. De Europese Unie had een pakket tegenmaatregelen klaarstaan, maar die worden voorlopig opgeschort. Tot zover. In de tijd die nodig is om dit magazine te drukken en in uw bus te doen belanden, zijn het Amerikaanse beleid en de reacties daarop mogelijk al drie keer gewijzigd.

Goedkope arbeid primeert

In het federale parlement hebben de ministers ondertussen hun beleidsverklaringen neergelegd en verdedigd. Het gaat in hoofdzaak om het herkauwen van de elementen van het regeerakkoord die we al kenden. Verrassingen zijn tot dusver uitgebleven.

Het blijft echter wachten op het eerste grote regeringsinitiatief, namelijk de begroting met de bijhorende wetsontwerpen. Intussen heeft men wel al met het Parlement en de hangende voorstellen daar via een stemming einde maart de studentenarbeid verruimd naar 650 uur per jaar vanaf 2025. Dat dit budgettair een kost is voor de begroting was kennelijk geen punt, net zoals de effecten op de werkvloer of voor de studieloopbaan van studenten van geen tel waren. Goedkope arbeid primeert.

-//-

“Studentenarbeid wordt verruimd naar 650 uur per jaar vanaf 2025. Goedkope arbeid primeert.”

_

Het voordeel van parlementair werken is dat men de begrotingsimpact kan negeren, de regering moet het nu eenmaal uitvoeren. Voor de begrotingsopmaak zelf ligt dat wat moeilijker. Die is nu in volle discussie en daarvoor moet in de komende weken een voorstel in het Parlement belanden. Dat voorstel is er nu met het zogenaamde Paasakkoord van 11 april. Dat stelt een eerste versie van programmawet voor die alle maatregelen uit het regeerakkoord met een impact op de begroting in 2025 regelt. Al mogen we nog wat andere zaken verwachten, een programmawet is makkelijk om beleid zonder al te veel discussie in één keer er door te duwen.

Er zijn al enkele elementen voorafgaand opgedoken in het sociaal overleg, maar we weten dat daar nog op is ingegrepen. Op het moment van schrijven verwachten we wel elk moment de officiële adviesvraag naar de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad.

Uitstel van indexering

We weten dat een reeks pensioenmaatregelen reeds zullen worden ingevoerd, zoals de bijkomende responsabiliseringsbijdrage op aanvullende pensioenen, net als de niet-indexering van de hoogste pensioenen. Al zou dat laatste al wat verzacht zijn ten opzichte van de eerste voorstellen van volledige niet-indexering naar een beperkte indexering.

Minder gekend is dat men ook naar buiten zal moeten komen met het uitstel van indexering voor de publieke sector en de uitkeringen, waarbij beide door deze regering pas 3 maanden na de overschrijding van de spilindex geïndexeerd zullen worden. Allé pensioenen en uitkeringen zullen dus een index ter waarde van 2 keer 2% van hun uitkering mogen inleveren. Elke keer opnieuw. Op een uitkering van 1500 euro is dat 60 euro verlies per index. Op een loon waar de index van 2 naar 3 maanden gaat, van pakweg 3500 euro is het 70 euro per keer. Tot zover deze regering die ‘niet aan de index’ ging raken. De index behouden, maar ze dan niet of pas later toepassen is evenzeer iedereen laten inleveren natuurlijk.

Maatregelen langdurige ziekte en werkloosheid

Ook op het vlak van ziekte en re-integratie lijkt het erop dat een hele reeks maatregelen die aangekondigd zijn in het regeerakkoord zeer snel zullen worden ingevoerd. Denk aan sancties bij het niet aanmelden bij de arbeidsarts of de bemiddelingsdienst en een responsabiliseringsbijdrage van de werkgevers. Meer daarover lees je hier.

Op het vlak van werkloosheid lijkt men ook sneller te willen gaan en nu al de hervorming op te nemen, maar het is wachten op formele teksten. Publieke debatten tonen aan dat het principe om de werkloosheidsuitkering te beperken blijkbaar belangrijker is dan goede arbeidsmarktuitkomsten als mensen ook hun uitkering kunnen verliezen nog tijdens hun bemiddelings- of opleidingstraject. Daar zou al wel voor lopende opleidingen en opleidingen in zorg een mouw aan gepast worden. Maar de rest lijkt vergeten.

Het blijft voorlopig een verhaal met veel open vragen, dus we komen hier op terug wanneer zaken duidelijk zijn.

plus

Nog wachten op rechtszekerheid

Ook een openstaande vraag is de problematiek van SWT. De groep van 10 bereikte eind februari een akkoord om te vragen de lopende cao’s te respecteren, dus zeker tot eind juni 2025. Wat al meteen in de regering een moeilijke discussie bleek, omdat werknemers rechtszekerheid gunnen blijkbaar geen prioriteit was, maar de budgettaire weegschaal des te meer. Al weigert men tegelijk de inschatting te maken wat de afschaffing van SWT kost in andere systemen.

De regering heeft nu aan de Groep van 10 – de toponderhandelaars van vakbonden en werkgeversorganisaties – aangegeven het akkoord te respecteren, maar dat moet zich ook nog concretiseren in aangepaste regelgeving. Belangrijk is om duidelijkheid te geven over de voorwaarden qua leeftijd en loopbaan die op 30 juni moeten zijn nageleefd. Zolang die er niet is, gelden de huidige regels. Vermoedelijk zal ook dit in de programmawet opduiken.

Registratie opleidingen: uitstel en afstel?

De regering heeft via het parlement wel meteen de werkgevers hun probleem opgelost door het uitstel van de Federal Learning Account (FLA) – voor registratie van opleidingen – te laten stemmen tot 1 september 2025. Het valt af te wachten of er tegen dan al een serieuze poging tot vervanging wordt gedaan. Intussen moeten ondernemingen zich enkel houden aan de bepalingen van de initiële wet, namelijk jaarlijks de werknemer informeren over hun (openstaande) opleidingsrechten.

Activering ontslagrecht

En nog een update over de activering van het ontslagrecht. Tijdens de vorige legislatuur werd artikel 39ter hervormd. De wijziging zou ten laatste ingaan voor ontslagen vanaf 1 april 2025, dat is nu dus gebeurd. Werknemers met een opzeg van 30 weken kunnen bij de RVA een aanvraag doen tot terugbetaling voor ‘inzetbaarheidsverhogende maatregelen’. Dat kan gaan om opleiding, bijkomend outplacement etc. De aanvraag kan digitaal via de website van de RVA, maar het blijft wel een voorfinanciering vanuit de werknemer. Het valt te bekijken of de regering het nu hierbij zal laten of daar weer in begint te rommelen.

Articles liés publiés précédemment