OOK DIT /
Mijn frieten worden duurder
TEKST Bram Van Vaerenbergh | FOTO Nataliia K | LEESTIJD: 2 MINUTEN
De energieprijzen lijken dan wel gestagneerd, nu is het de beurt aan de voedingsprijzen die stormachtig toenemen. Consumenten-vereniging Test-Aankoop berekende dat boodschappen doen eind 2022 maar liefst 19,7% duurder was dan in het begin van het jaar. Boter werd 38% duurder, en de prijs voor (diepvries)frieten nam zelfs met de helft (!) toe. En het valt op: we horen enkel dat de frietprijs stijgt omdat de aardappelprijs stijgt. Maar als de aardappelprijs daalt, daalt de frietprijs niet mee.
De Belg heeft een baksteen in de maag, maar die baksteen ligt meestal op een laag frietjes. En het liefst van al: frietjes van de frituur. Dat die prijzen vrijwel jaar na jaar stijgen, lijkt ons niet te deren. We staan er ook niet echt bij stil: de aardappelprijzen verdubbelden ook in het afgelopen anderhalf jaar. Maar op momenten dat de aardappelprijzen dalen – en die momenten zijn er ook – daalt de prijs van de frieten niet. De vaste kosten van de friturist stijgen immers ook: stijgende energieprijzen, huur van de frituur, … De stijgende aardappelprijs dient dan ook als alibi.
De frieten zijn maar een voorbeeld, maar ook de andere voedingsprijzen blijven stijgen. Een volle winkelkar was eind 2022 19,7% duurder dan begin 2022, becijferde consumentenorganisatie Test-Aankoop. Dat lijkt logisch, aangezien de productiekosten – door onder andere stijgende energieprijzen – hoger liggen. Maar een oorzaak ligt ook bij de grootste voedingsproducenten in ons land. Het overgrote deel van de lonen in België werd maar in januari 2023 geïndexeerd, en toch werden de prijsstijgingen al veel eerder doorgevoerd. Bovendien hebben de grootste producenten en verdelers in ons land nog het “geluk” dat ze vasthangen aan langlopende, vaste (en dus goedkopere) energiecontracten.
-//-
“De winstmarges per werknemer in de voedingsnijverheidssector verdubbelden tussen 2019 en 2022. Dat geld is in de eerste plaats naar de aandeelhouders gegaan.”
_
De winstmarges per werknemer in de voedingsnijverheidssector verdubbelden tussen 2019 en 2022. Dat kan een verantwoord beleid zijn als die winsten worden gebruikt om een buffer aan te leggen, maar in de praktijk gaat dat geld in de eerste plaats naar de aandeelhouders. De studiedienst van ACV Voeding en Diensten berekende dat – zelfs na de indexering – de sector nog zo’n 400 miljoen euro overwinsten zal boeken.