MIJN INDEX /
Mikaïl: "Zonder indexering komt er niks bij mijn loon"
TEKST David Morelli | FOTO Guy Puttemans | LEESTIJD: 2 MINUTEN
/NIJVEL 2.02.23
Mikaïl Ozdemir (26) woont nog bij zijn ouders in Manage (in de provincie Henegouwen) en werkt enkele kilometers verderop in Nijvel als monteur bij Twin Disc. “De kosten van het levensonderhoud zijn aanzienlijk gestegen sinds ik aan het werk ben, maar de lonen houden geen gelijke tred.”, zegt de jonge vakbondsafgevaardigde van ACV-CSC METEA.
“Toen ik vijf jaar geleden in dienst trad, kon ik van mijn salaris rondkomen. Ik besloot een huis te kopen. Maar alles is veel duurder geworden: de prijs van de materialen voor de renovatie van mijn huis is geëxplodeerd, de prijs van diesel is gestegen van 1,40 euro per liter tot soms meer dan 2 euro, de prijs van pellets is meer dan verdrievoudigd... Het is een goede zaak dat we een automatische indexering hebben van onze lonen, maar dat dekt de kosten van het levensonderhoud niet. We hebben een jaarlijkse indexering, in juli. Die bedroeg 8%, goed voor zo’n 30 euro netto extra per maand. Dat is een duwtje in de rug, maar het is lang niet genoeg. Aangezien de prijzen voortdurend blijven stijgen, is een indexering op jaarbasis niet aangepast om er de stijgende kosten mee te kunnen opvangen. Zelfs met mijn correcte salaris kan ik het niet langer bolwerken als de prijzen in dit tempo blijven stijgen. Wat me momenteel op de been houdt en me in staat stelt mijn lening af te betalen, is dat ik geen huur hoef te betalen. Onder de huidige omstandigheden hoef ik zelfs niet te overwegen om bij iemand in te trekken.
Maar versta me niet verkeerd. Ik ben heel blij met de jaarlijkse indexering. Het is zowat het enige moment waarop we ons loon zien evolueren. Bij Twin Disc zijn loonsverhogingen gekoppeld aan een evaluatieprocedure die om de drie jaar plaatsvindt. Door de loonnormwet van 1996 is deze evaluatie de enige manier om een echte loonsverhoging te krijgen. Maar die evaluatie gebeurt dus maar om de drie jaar. Zonder indexering zou mijn loon niet evolueren. De index moet dus worden gehandhaafd en de wet van 1996 moet worden herzien.” De dreiging van een indexsprong is voor hem ondenkbaar: “Het zou de situatie van veel werknemers die tijdelijk werkloos zijn geworden door bevoorradingsproblemen voor bepaalde onderdelen of materialen nog pijnlijker maken.” Voor de jonge monteur is het klaar als een klontje: ofwel dalen de kosten van het levensonderhoud, ofwel stijgen de lonen. “Aangezien de kosten waarschijnlijk hoog zullen blijven, moeten de lonen omhoog.”