DOSSIER VEILIG EN GEZOND WERK /
Mythes en feiten over langdurig zieken
TEKST Maarten Hermans / ILLUSTRATIE Rutger Van Parys / 16 APRIL 2025 / LEESTIJD: 5 MINUTEN
Politici beschouwen langdurig zieken vaak eerder als makkelijke slachtoffers op wie ze zich electoraal ‘streng’ kunnen profileren dan als een groep die ze oplossingen moet aanbieden. Het debat bevat dan ook veel mythes en mist cruciale feiten.
De helft van de langdurig zieken heeft moeite om rond te komen
Politici willen je graag doen geloven dat langdurig zieken er voor kiezen om ziek thuis te blijven en zo van een uitkering te profiteren in plaats van te gaan werken. Zulk een fabeltje verspreiden lukt enkel omdat men er niet bij vertelt wat het écht betekent om langdurig ziek te zijn op een uitkering.
Na één jaar ziekte bedraagt je uitkering – afhankelijk van je gezinssituatie – zo’n 40% tot 65% van het brutoloon dat je verdiende voordat je ziek werd. Had je de pech om je werk te verliezen voordat je ziek werd, dan berekent men het op een nog lager forfaitair brutoloon. Er zijn wel boven- en ondergrenzen aan de hoogte van de uitkering, maar deze liggen onder de armoedegrens. Je hebt maandelijks niet enkel aanzienlijk minder (gezins)inkomen, je uitgaven zijn ook hoger. Een werknemer die ziek thuis is, geeft gemiddeld vier keer zoveel uit aan gezondheidszorg als een werknemer die aan de slag is: 531 euro tegenover 138 euro per jaar. Het gevolg is dat de helft van de langdurig zieken moeite heeft met de eindjes aan elkaar te knopen. En 44% geeft aan dat ze zelfs moeten afzien van de nodige zorg zoals een tandartsbezoek of geneesmiddelen voor henzelf of zieke gezinsleden – om maar te zwijgen van uitgaven voor bijvoorbeeld schoenen, sport of vakantie. Niet bevorderlijk voor het herstel, of om te gaan solliciteren terwijl je geen geld hebt voor de tandarts of nieuwe kleren.
Het beeld dat langdurig zieken ervoor “kiezen” om ziek thuis te blijven – voor een uitkering die henzelf en hun gezin in de armoede duwt – is een handig fabeltje. Handig omdat politici zo de slachtoffers zélf de schuld kunnen geven in plaats van effectief beleid te voeren tegen langdurige ziekte. En handig voor de werkgevers: zo gaat het debat meer over wat langdurig zieken moeten doen en minder over ziekmakend werk en waarom er zo weinig aangepast werk is voor werknemers die graag terug aan het werk willen.
Wil je de sociale zekerheid afbreken, maak dan “inactieven” verdacht
In de media – zeker in de aanloop van verkiezingen – zorgt de politiek voor een gedurige stroom van verdachtmakingen van zogenaamde “inactieven”. Langdurig zieken, werklozen, mensen met een leefloon, huisvrouwen, Oekraïense oorlogsvluchtelingen, Walen met een uitkering, …: iemand niét op de arbeidsmarkt is ergens verdacht, een budgettaire last of een profiteur. Dit is voor de politieke rechterzijde een bewuste strategie, afgekeken van onder andere de Amerikaanse Republikeinen in de jaren ‘80. Die merkten namelijk dat rechtstreeks de sociale zekerheid aanvallen en afbreken niet werkt – de grote meerderheid van de kiezers is voorstander van degelijke systemen van ziekte-uitkering, werkloosheid, pensioenen, etc. Wat wél werkt is gedurig het beeld ophangen van groepen die zouden profiteren van de sociale zekerheid, daar veel aandacht in het publieke debat en de tabloids aan besteden, en beloven dat je streng gaat optreden tegen die groepen. Eenmaal verkozen kan je dan meer algemeen de sociale zekerheid verder afbreken. Het is een zéér effectieve manier om werknemers onderling tegen elkaar op te zetten: diegenen die hard werken en bijdragen tegenover diegenen die thuis zitten en via uitkeringen profiteren van het harde werk van anderen. Terwijl voor alle werknemers samen onze sociale zekerheid sterk houden zo belangrijk is: de grens tussen werken en een uitkering is flinterdun en maar een ziekte van jezelf of je naaste, een ontslagronde, of een ongelukkige valpartij verwijderd.
-//-
De grens tussen werken en een uitkering is flinterdun en maar een ziekte van jezelf of je naaste, een ontslagronde, of een ongelukkige valpartij verwijderd.
_
Nee, België springt er niet uit wat betreft langdurig zieken
Een terugkerend punt in het debat rond langdurig zieken is dat België in vergelijking met andere landen een recordaantal langdurig zieken heeft. Dat gebruiken politici en sommige werkgeversorganisaties dan om te insinueren dat er iets specifiek is aan “het Belgische systeem”, dat “kiezen” om ziek te blijven in plaats van te werken in de hand werkt.
België heeft inderdaad een relatief hoog aantal mensen in de administratieve categorie van langdurig arbeidsongeschikten, maar wat men er niet bij vermeldt, is de waarschuwing bij deze Europese statistieken dat je deze categorieën niet zomaar mag vergelijken tussen landen en er beleidsconclusies uit trekken.
Niet alleen is de keuze om te vergelijken op basis van die statistiek een beetje willekeurig – op andere statistieken zoals overheidsuitgaven voor uitkeringen van langdurig zieken springt België er bijvoorbeeld niet zo uit – ze is ook misleidend. Andere landen gebruiken namelijk andere categorieën wat de vergelijking bemoeilijkt, maar hebben vooral andere beleidskeuzes gemaakt in het verleden. Door deze beleidskeuzes zitten zieke niet-beroepsactieven in België voornamelijk in de categorie van langdurig arbeidsongeschikten, terwijl ze in andere landen in andere categorieën zitten, naar andere socialezekerheids- of tewerkstellingsstelsels zijn geschoven, enz. Als bijvoorbeeld in een land door het verstrengen van uitkeringsvoorwaarden deze zieken nu onder werkloosheid of een vorm van leefloon vallen, hebben ze in de statistieken wel minder langdurig zieken dan België maar een even groot of groter probleem.
Claims over “het Belgische probleem” verhullen dan ook de enorme, internationale maatschappelijke uitdaging. Alle Europese landen worstelen al decennia met de problematiek van een grote en groeiende groep van langdurige zieken, en veel van hen hebben gekozen voor een steeds striktere en meer sanctionerende aanpak. Wat we vooral van hen kunnen leren is dat deze jacht op langdurig zieken het probleem niet oplost, integendeel.
Ziek zijn kies je niet, van sancties genees je niet
De vorige federale regering voerde sancties in voor langdurig zieken als ze zogezegd onvoldoende meewerken bij de terugkeer naar werk. Zo kon je bijvoorbeeld als zieke werknemer 2,5% van je uitkering verliezen als je een medische vragenlijst van je ziekenfonds niet invulde. De nieuwe regering breidt het aantal redenen waarom je als zieke financieel gestraft kan worden gevoelig uit en maakt de sancties zwaarder. Zo wil ze afwezigheid op een afspraak met de Terug naar Werk-coördinator van het ziekenfonds of een consulent bij de VDAB, Actiris of Forem bestraffen met een vermindering van 10% van de uitkering. En als je na acht weken ziekte afwezig bent op een afspraak met de arbeidsarts, wordt je volledige uitkering of gewaarborgd loon ingehouden. Ook onvoldoende meewerken met een re-integratietraject wil de regering sanctioneren, terwijl tot nu toe altijd het principe was dat een re-integratietraject niet duurzaam is als het onder dreiging van sancties gebeurt.
Deze barrage van sancties voor zieken botst volledig met alle conclusies uit wetenschappelijk onderzoek en de beleidservaring in andere landen over wat wel en wat niet werkt om langdurig zieken terug aan het werk te helpen. Zieken financieel bestraffen “omdat ze niet meewerken” helpt helemaal niet om hun tewerkstellingskansen te vergroten, integendeel. Het schaadt juist vaak hun terugkeer naar werk omdat het bestaande financiële problemen verergert, de kans op stress, psychische problemen en geneesmiddelengebruik verhoogt, en wantrouwen creëert tussen de zieke werknemer en diegenen die hem of haar moeten helpen, zoals artsen en loopbaanbegeleiders. Het cynische is dat beleidsmedewerkers van regeringspartijen binnenskamers ook wel toegeven dat sancties voor langdurig zieken helemaal niet werken. Maar het was een deel van een politiek compromis om andere zaken binnen te halen. Het vormt een terugkerend refrein bij de huidige regering: de meest zwakken in de samenleving, zoals langdurig zieken en werklozen gebruiken als politieke pasmunt of om zich electoraal “streng” op te profileren.