DOSSIER / VEILIG EN GEZOND WERK /
Waarom zijn er steeds meer langdurig zieken?
TEKST Maarten Hermans / Illustratie Rutger Van Parys / 16 APRIL 2025 / LEESTIJD: 6 MINUTEN
Er vloeit veel inkt over het grote en stijgende aantal langdurig zieken, maar zelden over de oorzaken daarvan. Dat maakt het makkelijk voor politici om de echte, structurele maatregelen tegen langdurige ziekte te vermijden.
Het gaat in de media en het politieke debat zeer veel over de grote en groeiende groep van een half miljoen langdurig zieken in België, maar opvallend weinig over waarom die aantallen zo blijven stijgen. De drie hoofdredenen voor de stijging van het aantal langdurig zieken zijn echter duidelijk: een toenemend aantal vrouwen op de arbeidsmarkt (in ziekmakend jobs), langer moeten werken (zonder werkbaar werk), en steeds meer (werkgerelateerde) psychische en spier- en skeletaandoeningen.
Vrouwelijk fenomeen
De eerste verklaring is het toegenomen aantal vrouwen op de arbeidsmarkt. Meer werknemers op de arbeidsmarkt betekent dat er ook gewoon meer werknemers zijn die (langdurig) ziek kunnen uitvallen. De groei van het aantal langdurig zieken de afgelopen decennia is dan ook een zeer vrouwelijk fenomeen: ondertussen is 60% van de langdurig zieken een vrouw. Dat er steeds meer vrouwen werken is natuurlijk emancipatorisch een goede zaak, maar dat ze daarmee ook zo massaal in de langdurige ziekte belanden absoluut niet. En wat het nog extra problematisch maakt is dat werkneemsters méér kans hebben om in langdurige ziekte te belanden dan hun mannelijke collega’s. Hoe komt dat? Voor een aardig deel omdat vrouwen door hun zwakkere arbeidsmarktpositie meer terechtkomen in functies en sectoren met hogere risico’s op aandoeningen die leiden tot langdurige ziekte. Zo is de groei van de vrouwelijke tewerkstelling de afgelopen decennia sterk geconcentreerd in sectoren zoals de zorg, kinderopvang, rusthuizen, kuiswerk, dienstencheques, enz. Men omschrijft deze sectoren misleidend wel eens als ‘zachte beroepen’, terwijl het aandeel werkneemsters met fysieke gezondheidsklachten in bijvoorbeeld de zorgsector even hoogt ligt als in mannelijke, zogezegd ‘harde’ sectoren zoals het plaatsen en herstellen van machines. De hele tijd machines of patiënten tillen tijdens je shift, het maakt je evenzeer langdurig ziek.
Langer werken is langer ziek werken
De tweede hoofdreden voor de stijging is dat werknemers steeds langer moeten blijven werken, terwijl dat fysiek en mentaal gewoon niet lukt. Het gemiddeld aantal jaren dat men leeft stijgt in België wel, maar het gemiddeld aantal gezonde levensjaren stijgt niet evenredig mee: er zijn steeds meer periodes in je leven dat je in meer of mindere mate ziek bent. Daarbovenop is de sociale ongelijkheid in gezonde levensjaren in België ook groot en stijgend. Op de leeftijd van 50 jaar hebben mannen met korte scholing gemiddeld nog zo’n 25 jaar te leven, tegenover 34 jaar voor mannen met lange scholing. Van die resterende levensjaren zijn er slechts 13 (kortgeschoold) en 22 (langgeschoold) in goede gezondheid. Het is met andere woorden voor grote groepen werknemers gewoon niet mogelijk om aan het werk te blijven tot aan een pensioen op 67 jaar zonder (langdurig) ziek te vallen. In hun ideologische offensief om werknemers langer te laten werken en te besparen op pensioenen, vergeet de politiek dit alles nogal gemakkelijk. De pensioenleeftijd wordt opgetrokken naar 67 jaar, maatregelen die het werk haalbaar moeten maken tot aan je pensioen worden afgebouwd, en beloftes over ‘werkbaar werk’ blijven voornamelijk beloftes. Moeten werken op latere leeftijd, en zeker langer werken zonder werkbaar werk, zorgt automatisch voor meer langdurig zieke werknemers.
-//-
Het is voor grote groepen werknemers gewoon niet mogelijk om aan het werk te blijven tot aan een pensioen op 67 jaar zonder (langdurig) ziek te vallen.
_
Werk is belangrijke factor
De derde hoofdreden is de toename van twee groepen van aandoeningen: enerzijds psychische aandoeningen zoals burn-out, en anderzijds spier- en skeletaandoeningen zoals lage rugpijn, artrose of artritis. Samen zijn deze twee groepen aandoeningen verantwoordelijk voor de uitval van twee derde van de langdurig zieken in België. Niet elke langdurige zieke met een van deze aandoeningen is enkel en alleen ziek geworden door zijn of haar specifieke job, maar direct en indirect is het werk dat men doet een enorm belangrijke factor. Zowel direct door blootstelling aan risicofactoren op het werk waarvan we weten dat ze deze aandoeningen veroorzaken, als indirect: bijvoorbeeld met een laag loon is het moeilijker om gezond te blijven of terug gezond te worden. Risicofactoren op het werk voor psychische aandoeningen zijn bijvoorbeeld een hoge werkdruk, weinig autonomie en inspraak over je werk, job- en financiële onzekerheid, en het gebruik van technologieën die de controle en werkdruk opvoeren. En deze risicofactoren nemen in België zeker niet af, integendeel.
Ziekmakend werk
Vanaf het begin van de metingen in 1995 is de werkdruk in vele sectoren stevig toegenomen, terwijl de autonomie op het werk om enigszins gezond met deze werkdruk om te kunnen gaan nauwelijks is vooruitgegaan. Vandaag gebruikt de werkgever bij een derde van de Belgische werknemers digitale technologieën om het werk of hun gedrag te meten of te controleren. Bij 56 procent van de werknemers bepalen zulke digitale technologieën het werktempo, en 40 procent geeft aan dat daardoor de werkdruk nog verhoogt. Het aandeel werknemers met stress, angst of depressie ligt dan ook anderhalve keer zo hoog in werkplekken waar de werkgever zulke (controle)technologie gebruikt. Steeds sneller en meer moeten doen, zelf niet mogen beslissen hoe je het doet, en controletechnologie die in het oog houdt hoe je werkt: dit is ziekmakend werk, schaadt het mentaal welzijn en leidt op termijn tot uitval in langdurige ziekte.
-//-
Steeds sneller en meer moeten doen, Zelf niet mogen beslissen hoe je het doet en controletechnologie: Dit is ziekmakend werk.
_
Een op vijf doet lichamelijk zwaar werk
Met meer inzet van technologie op het werk zou je verwachten dat de blootstelling aan ongezond fysiek zwaar werk daalt, maar dit is niet het geval. Terwijl technologie bepaalde fysiek zware beroepen lichter maakt of doet verdwijnen, nemen fysiek zware jobs toe in andere sectoren. Zo geeft gemiddeld één op vijf Belgische werknemers aan dat ze de helft of meer van hun werktijd zwaar lichamelijk werk verrichten, wat hoger ligt in industriesectoren (23%) en in de zorgsector (29%). Belgische werknemers die het grootste deel van hun werkdag zulk zwaar lichamelijk werk doen, hebben bijna drie keer zo vaak last van een langdurige handicap, aandoening of ziekte in vergelijking met werknemers die geen zwaar lichamelijk werk verrichten. Momenteel werken in België zo’n 600.000 werknemers in zulke jobs waar ze het grootste deel van hun werkdag zwaar lichamelijk werk doen. Als we als samenleving toelaten dat werkgevers op grote schaal werknemers blijven blootstellen aan zulke risicofactoren op spier- en skeletaandoeningen, moeten we niet verbaasd zijn dat uiteindelijk dan zo’n 150.000 van hen langdurig ziek worden omwille van die aandoeningen.