AGENDA /
Wat bespreken in OR en COMITE PB november
TEKST Geneviève Laforet & Laurent Lorthioir / ILLUSTRATIE StonePictures / 9 OKTOBER 2024 / LEESTIJD: 5 MINUTEN
De vervangingsdagen vastleggen voor de wettelijke feestdagen die vallen op een dag dat er niet wordt gewerkt, toezicht houden op opeenvolgende dagcontracten bij uitzendarbeid, grondig het maandverslag bespreken van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, het jaarlijks actieplan voor dit jaar opvolgen en dat van volgend jaar voorbereiden… Dat zijn zaken die zeker aan bod moeten komen in de vergaderingen van de ondernemingsraad en het Comité PB van november.
/Comité PB
• Opvolging van vorige vergaderingen: ga na of de gemaakte afspraken werden nagekomen binnen de vooropgestelde termijnen of bepaalde punten opnieuw moeten worden besproken.
• Bespreking van het maandverslag van de interne dienst PB: de preventieadviseur die de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk leidt, maakt maandelijks een schriftelijk verslag over de veiligheid en de gezondheid van werknemers in de onderneming. Hij licht dit verslag mondeling toe en antwoordt op vragen van comitéleden. Het verslag gaat over de activiteiten van de ongevallen en de preventiemaatregelen die werden genomen.
• Opvolging jaarlijks actieplan 2024: stand van zaken.
• Voorbereiding jaarlijks actieplan 2025: vóór 1 november moet je van je werkgever een ontwerp van jaarlijks actieplan voor 2025 ontvangen. In het Comité PB van november kan je dan een eerste bespreking houden over dat ontwerpplan. Stel de bespreking niet uit, want het plan treedt in werking op 1 januari. Zo nodig kan je dit punt terug op de agenda zetten in december en na eventuele wijzigingen definitief goedkeuren. Het jaarlijks actieplan 2025 bouwt verder op het globaal preventieplan (lees het artikel over het jaarlijks actieplan op blz. 24-25).
/Ondernemingsraad
• Vervanging wettelijke feestdagen die op inactiviteitsdag vallen. In een aantal sectoren legt het paritair comité of het paritair subcomité de vervangingsdagen vast. Als het paritair (sub)comité vóór 1 oktober niet heeft beslist, dan stelt de OR de vervangingsdagen vast. De beslissing moet in elk geval worden genomen vóór 15 december en ze moet worden toegevoegd aan het arbeidsreglement.
• Toezicht op uitzendarbeid en in het bijzonder op opeenvolgende dagcontracten (ODC’s). Cao’s nr. 108/2 en 108/3 voorzien dat de werkgever de ondernemingsraad (of de vakbondsafvaardiging als er geen ondernemingsraad is) moet informeren over het beroep dat wordt gedaan op ODC’s. Cao 108/3 voerde een extra socialezekerheidsbijdrage in die moet worden betaald door de gebruiker in geval van oneigenlijk gebruik.
Bij het begin van elk semester moet volgende informatie van het afgelopen semester ter beschikking worden gesteld:
• Gedetailleerde informatie over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten:
- aantal opeenvolgende dagcontracten;
- aantal uitzendkrachten dat met een opeenvolgend dagcontract werd tewerkgesteld.
• Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemersafgevaardigden informatie over het aantal uitzendkrachten per schijf van opeenvolgende dagcontracten.
• Op uitdrukkelijk verzoek van de werknemersvertegenwoordigers moet bewijs worden geleverd van de behoefte aan flexibiliteit waarvoor dit soort contract moet worden ingezet, samen met de cijfers en het bewijs dat de gebruiker alternatieven heeft onderzocht.
De ondernemingsraad (of de vakbondsafvaardiging als er geen ondernemingsraad is) wordt jaarlijks geraadpleegd over het gebruik van opeenvolgende dagcontracten en de motivatie hiervoor. Deze informatie- en raadplegingsverplichting moet samenvallen met één van de twee semestriële informatieverstrekkingen.
Voor elke vraag of opmerking over uitzendarbeid, aarzel niet om je secretaris te contacteren of de helpdesk interim: interimunited@ acv-csc.be
WOON-WERKVERKEER
Duurzame mobiliteit
Momenteel organiseert de FOD Mobiliteit en Vervoer een enquête over het woon-werkverkeer bij alle werkgevers die gemiddeld meer dan 100 mensen in dienst hebben. Volg dit op. Het is een goede aanleiding om duurzame mobiliteit aan te kaarten bij je werkgever. Het Brussels Gewest gaat een stap verder en verplicht werkgevers om een bedrijfsvervoersplan op te stellen en uit te rollen. Meer hierover op blz. 25.