INTERVIEW /
Werknemer als hefboom voor een circulaire economie
TEKST Fien Van Damme I Foto Bond Beter Leefmilieu I LEESTIJD 4 MINUTEN I 15 MAART 2023
Bond Beter Leefmilieu en Reset.Vlaanderen hebben de afgelopen twee jaar – samen met de vakbonden ACV (en de centrales ACVBIE en ACV-CSC-METEA), ABVV en Industriall Europa – de industriële transitie onder de loep genomen. Dat deden ze steeds vanuit het perspectief van de werknemers in de industriële sectoren. Wat is de toekomst van de Vlaamse industrie? Wat zijn de uitdagingen en de kansen voor de werkgelegenheid op lange termijn? Jeroen Fonteyn van Bond Beter Leefmilieu legt uit.
/IDENTIKIT
• Jeroen Fonteyn (40)
• Werkt 2 jaar bij Bond Beter Leefmilieu
• Behaalde een postgraduaat in duurzame ontwikkeling
• Tijdens het project ‘werknemers als hefboom voor een circulaire economie’ werkte hij voor het eerst samen met de vakbond
Kan je dit project even toelichten?
“Een tweetal jaar werkten Bond Beter Leefmilieu en Reset.Vlaanderen samen met de vakbonden omtrent de industriële transitie. Die zal ook voor de werknemers – en dus de vakbonden – heel wat uitdagingen met zich meebrengen. Het is belangrijk om hierbij stil te staan, en ons af te vragen hoe we hiermee om gaan. We merkten vanuit vakbondszijde een grote nood aan een dergelijk project, al was het voor alle betrokken partijen een leerrijke oefening.”
Hoe gingen jullie aan de slag?
“In het begin van het project hebben we vooral het bestaande onderzoek over de industriële transitie bestudeerd. We hebben heel wat cijfermateriaal onder de loep genomen, en daarnaast ook veel gesprekken gevoerd. Nadien organiseerden we enkele workshops en rondetafelgesprekken, zochten we naar experts en begon de zoektocht naar bedrijven. Zo vonden we enkele mooie cases in binnen- en buitenland. We leerden hoe zij de transitie in handen namen.”
Heb je hier een voorbeeld van?
“Het mooiste voorbeeld waarin de vakbond een absolute protagonist was, is Tata Steel. Deze staalgigant had het ontslag aangekondigd van 1.200 mensen. Een vakbondsstaking die hierop volgde, kreeg al snel andere dimensies wanneer men in deze strijd ook de steun kreeg van enkele grote milieuorganisaties. Tata Steel kampte met een erg hoge CO2-uitstoot. Daarnaast was er ook een hoge concentratie van andere vervuilende stoffen aanwezig, die de gezondheid van buurtbewoners in gevaar bracht. Dit alles maakte dat het voortbestaan van het bedrijf in het gedrang kwam indien er niet zou worden ingezet op nieuwere en duurzamere technieken. Vakbonden eisten garanties dat de producent zou inzetten op de nieuwste en meest duurzame technieken om ook de werkzekerheid in de toekomst te verzekeren. Ze deden hiervoor zelf een uitgebreid voorstel om het productieproces om te vormen naar de productie van groen staal, op basis van groene waterstof. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat dit voorbeeld rechtstreeks kan worden herhaald in Vlaanderen, al kunnen we er zeker zaken uit leren. Net zoals uit de andere voorbeelden die we doorheen dit project tegenkwamen. Dit stemde ons optimistisch, omdat er oplossingen zijn. Zo kan je inzetten op groen staal, plastics circulair opnieuw inzetten in het productieproces of beter nadenken over het productontwerp zodat die circulariteit vanzelfsprekender wordt.
-//-
We moeten toekomst-scenario’s opstellen zodat werknemers bijvoorbeeld tijd hebben om zich om te scholen, zicht hebben op eventuele nieuwe vaardigheden, etc.
_
Wat is de uitkomst van dit project?
“Op het einde van dit project lanceerden we een brochure met alle inzichten die we hebben verworven doorheen onze studies, gesprekken met experts, vakbonden en werkgevers. We hebben alvast mooie feedback ontvangen. Ook vanuit de verschillende centrales kregen we de feedback dat ze hierdoor veel bijleerden, of dat dit traject hen net het duwtje in de rug heeft gegeven dat ze nodig hadden om de klimaattransitie op te nemen in de eigen werking. Binnen de vakbond is het soms moeilijk om dit thema bespreekbaar te maken. Onze slotconferentie gaf verschillende partijen de mogelijkheid te praten en te debatteren over de decarbonisatie van de sectoren die voor deze uitdagingen staan.”
“Daarnaast spraken we in de brochure en tijdens ons slotevent ook enkele aanbevelingen uit naar het beleid. Door dit traject samen met de vakbonden te doorlopen, stellen we een krachtig signaal: ‘de transitie moet gebeuren’. Dat is belangrijk voor het milieu en het klimaat. Werknemers mogen daarbij echter niet achterblijven. We moeten toekomstscenario’s (kunnen) opstellen zodat werknemers bijvoorbeeld tijd hebben om zich om te scholen, zicht hebben op eventuele nieuwe vaardigheden, etc. In debatten gaat het vooral nog over welke groene technologieën er moeten worden toegepast, en welke investeringen bedrijven dus moeten maken. Maar welke jobs komen daaruit voort? En zijn dit duurzame jobs? Dat blijven de hamvragen.”
/De titel ‘werknemers als hefboom voor een circulaire economie’ verklaard:
• Circulaire economie: Als antwoord op de klimaatcrisis werden heel wat nieuwe Europese wetten gelanceerd om onze collectieve CO2-uitstoot danig te verminderen. Daarnaast moeten we echter ook het hoofd bieden aan een crisis die hiermee hand in hand gaat: de grondstoffencrisis. Alle grondstoffen die we gebruiken, moeten ontgonnen en geproduceerd worden. En dat gaat gepaard met een hoge uitstoot van CO2, zoals bijvoorbeeld voor de productie van staal of plastics. De grondstoffencrisis stelt ons op zijn beurt voor nieuwe uitdagingen: hoe gebruik je je grondstoffen zo efficiënt mogelijk? De mogelijkheden die onze planeet biedt zijn eindig. Daarom moeten we nadenken over manieren om afval te voorkomen, en hergebruik en recyclage zoveel mogelijk te stimuleren. Een samenleving waarin dit de norm wordt, noemen we een circulaire economie, en die komt ook het klimaat ten goede.
• Werknemers: Onze samenleving staat aan de vooravond van een grote transitie. Heel wat van die veranderingen voelen we nu al. Heel wat studies wijzen ons op de kansen die deze transitie met zich meebrengt. Zo zou ze vele nieuwe jobs opleveren, al moet ook daar een vakbond aanwezig zijn om te garanderen dat dit duurzame en kwalitatieve jobs zijn. Het is dus belangrijk dat vakbonden betrokken worden bij deze transitie, dat ze mee aan de tafel zitten om eigen accenten en prioriteiten te leggen, werknemers perspectieven te bieden, en ervoor te zorgen dat niemand uit de boot valt. Dit noemen de vakbonden een ‘rechtvaardige transitie’.
• Hefboom: Het is belangrijk dat werknemers op de hoogte zijn en blijven van de uitdagingen waar we voor staan, en het belang inzien van het verwerven van expertise hierin. Zo kunnen ze zelf actor worden in dit transitieverhaal. De vakbond moet hen hierin ondersteunen.