DOSSIER OPLEIDING /
Werknemers en opleiding
TEKST Erwin Huys & Maarten Gerard / FOTO BigBlueStudio / 11 SEPTEMBER 2024 / LEESTIJD: 6 MINUTEN
De wet van 3 oktober 2022 voorziet in een individueel recht van vijf dagen opleiding per jaar vanaf 2024 in ondernemingen vanaf 20 werknemers, zij het met de mogelijkheid om bij sector-cao tijdelijk lager te gaan. Diezelfde wet voert ook een verplichting in voor ondernemingen met minstens 20 werknemers om jaarlijks tegen 31 maart een opleidingsplan voor te leggen. Aan het opleidingsplan moet overleg voorafgaan in de ondernemingsraad of als die er niet is met de vakbondsafvaardiging. De ondernemingsraad (of vakbonds-afvaardiging) moet advies uitbrengen over het werkgeversvoorstel van opleidingsplan tegen 15 maart.
Opleiding voor werknemers vormt nog steeds een pijnpunt in vele ondernemingen. De Europese ambitie om tegen 2030 60% van de werkende volwassenen te betrekken bij opleiding wordt nog lang niet gehaald. Zeker in kleinere ondernemingen is nog veel groeimarge toont recent onderzoek1 van HIVA – Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven.
Individueel opleidingskrediet
Recente wetgeving2 geeft werknemers en afgevaardigden handvaten om in de onderneming met opleiding aan de slag te gaan. Zo bepaalt de Arbeidsdeal van de federale regering dat werknemers (vanaf 2023) een individueel opleidingskrediet genieten. Voor werknemers in ondernemingen tussen 10 en 20 werknemers gaat het om minstens 1 dag per jaar. In ondernemingen vanaf 20 werknemers gaat het om minstens 5 dagen voor een voltijdse werknemer, tenzij een sectorale cao een lager aantal heeft vastgelegd. Ondernemingen met minder dan 10 werknemers zijn dan weer niet verplicht een individueel opleidingskrediet toe te kennen. Via een tool op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) kan je nagaan hoe het zit in jouw sector. Je hoeft enkel het nummer van jouw paritair comité op te geven en je krijgt alle info (https://careerpro.be/nl/federallearningaccount/training-hours-calculation.html). Het individueel recht op opleiding is cumulatief over 5 jaar, wat betekent dat je niet opgenomen opleidingsdagen overdraagt naar het volgende jaar.
Alle werkgevers, los van het aantal werknemers, moeten elke gevolgde opleiding registreren in de Federal Learning Account (FLA). Dus zowel formele als informele opleidingen, zowel opleidingen die gegeven worden binnen als buiten de bedrijfsmuren.
Werknemers zullen zelf vanaf eind 2024 via de online applicatie Mycareer (www.mycareer.be) kunnen nagaan op hoeveel dagen opleiding ze nog recht hebben en hoeveel en welke opleidingen hun werkgever voor hen geregistreerd heeft.
Een opleidingsplan in de onderneming
Naast dat individuele opleidingsrecht dat werkgevers moeten respecteren schrijft de wet ook voor dat elke onderneming met minstens 20 werknemers jaarlijks tegen 31 maart een opleidingsplan moet opmaken en dit vooraf bespreken in de ondernemingsraad of – als er geen ondernemingsraad is – met de vakbondsafvaardiging. De werkgever moet een kopie van dit opleidingsplan nadien doorzenden naar de FOD WASO.
Om dat opleidingsplan op te stellen kan gebruik worden gemaakt van de gegevens van de sociale balans en (in de toekomst) van de Federal Learning Account. Die geven immers een overzicht van de voorbije opleidingsinspanningen. Uit de FLA kan je halen welke groepen hoeveel dagen en welke types opleidingen hebben gekregen. In de sociale balans zie je de opleidingsinspanningen per categorie van werknemers uitgedrukt in aantal uren en kostprijs/uur. Het document maakt integraal deel uit van de jaarrekening van de ondernemingen.
Een belangrijk aandachtspunt bij het analyseren van de sociale balans en het opstellen van het opleidingsplan is de verschillen goed in beeld te brengen tussen de groepen werknemers en bij te sturen op de hoeveelheid of types opleiding die worden aangeboden. Je kan daarvoor kijken naar de samenhang tussen scholingsgraad en voortgezette opleiding, de deelname per leeftijd, de participatiegraad van vrouwen en kansengroepen en de verdeling tussen de formele en informele opleidingen.
Een cruciale vraag zal vanaf 2025 zijn of alle werknemers gebruik hebben kunnen maken van hun opleidingsrecht en hoe dit kan worden rechtgezet als dit niet het geval is. Zo kan je in de onderneming garanderen dat er voor iedereen een kwalitatieve invulling wordt gegeven aan het opleidingsrecht van de werknemer.
Verder in dit nummer (op blz. 18-19) lees je een verhaal vanop de werkvloer. Hoe pakken ze het aan bij chemiereus BASF in de Antwerpse haven?
-//-
Met de opleidingsplannen en het individuele recht op opleiding hebben werkgevers een grote verantwoordelijkheid om ervoor in te staan dat hun werknemers ‘bijblijven’.
_
Opleiding op eigen initiatief
Met de opleidingsplannen en het individuele recht op opleiding hebben werkgevers een grote verantwoordelijkheid om ervoor in te staan dat hun werknemers ‘bijblijven’. Het gaat dan om opleidingen die per definitie dicht aanleunen bij de werkinhoud van de werknemer.
Een andere invulling van het recht op opleiding is dat werknemers zelf de mogelijkheid krijgen om naar keuze een opleiding te volgen. Daarvoor bestaan een reeks van regionale ondersteuningsmaatregelen zoals het Vlaams Opleidingsverlof (Vlaanderen) of het betaald educatief verlof (Brussel en Wallonië). Daarmee kan je als werknemer ook opleidingen volgen buiten je huidige job- en taakinhoud. Op blz. 16-17 geven we beknopt mee op welke maatregelen je een beroep kan doen in Vlaanderen en in Brussel. Belangrijk is om werknemers voldoende te informeren over en te ondersteunen bij deze maatregelen zodat ze hun opleidingsloopbaan in handen kunnen nemen, ook door het volgen van opleidingen die buiten hun huidige job- en taakinhoud liggen. Hier ligt een rol voor de vakbondswerking in de onderneming. In sommige ondernemingen zijn nu al werknemersafgevaardigden als brugfiguren of opleidingssherpa’s aan de slag, die hun collega’s toeleiden naar het bestaande opleidingsaanbod. Op blz. 20-21 lees je hoe ze dit op een goede manier aanpakken bij zuivelgroothandel Inex in Bavegem.
1. Vangeel, N., Van Herreweghe, D., Lenaerts, K. (HIVA KU-Leuven - 2024). Kmo-enquête. Worden werknemers in kmo’s anders behandeld dan hun collega’s in grote bedrijven?, onderzoek in het kader van de Beweging.net/ACV-Leerstoel Duurzame, Rechtvaardige en Zorgzame Samenleving
2. Wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen