/België EU-voorzitter | Programmawet afgerond | En wat met het sociaal overleg?
TEKST Maarten Gerard | FOTO Asier Villafranca | 17 JANUARI 2024 | LEESTIJD: 6 MINUTEN
Het nieuwe jaar is begonnen, met België als voorzitter van de EU. In eigen land keurde het parlement de programmawet goed, waardoor de aanpassingen aan de flexi-jobs nu in hun plooi zijn gelegd. Ook in het sociaal overleg staat er nog heel wat op de agenda, zoals de vierdagenweek of de opleidingsplannen. Maar ook in 2024 blijft de loonnormwet alles dwarsbomen.
ACTUEEL /
> België in de Europese spotlights
Het voorzitterschap van de EU is sinds 1 januari in Belgische handen. En dat voorzitterschap komt op een cruciaal moment. Net voor de Europese verkiezingen, waar huidig Raadsvoorzitter Charles Michel nog snel zijn graantje van wil meepikken. Verkiezingen die - zeer waarschijnlijk - tot een rechtser Europees parlement kunnen leiden. En verkiezingen die net voor een nieuwe Europese beleidsperiode komen.
Onder het Belgische voorzitterschap moeten nog een reeks zaken worden gerealiseerd indien men ze nog door dit Europees Parlement wil laten valideren. Dat betekent een korte deadline van 15 februari voor de meeste lopende dossiers. Zo moet de due diligence richtlijn worden gevalideerd, maar hier is al een voorlopig akkoord. De richtlijn rond platformwerk is mede door de Franse Uber-lobby echter afgeschoten. De vraag is of ze nog wordt gered.
Belangrijk zijn de economische spelregels, lees: de budgetregels om landen op het strafbankje te zetten. De Europese ministers van Financiën bereikten voor Kerst nog een akkoord voor de Europese Raad, maar hierover moet nog overeenstemming worden gevonden met de Europese Commissie en het Europees Parlement. De verplichte afbouw van tekorten zou van 0,5% GDP per jaar naar 0,4% gaan, maar de strikte afbouw van de totale overheidsschuld per jaar zou blijven.
We zijn dus nog niet aan de eindmeet en mogelijk duwt het Parlement de zaak op de lange baan, maar in België mogen we ons nog aan een zware discussie verwachten. De herfstvooruitzichten van de Commissie waren voor ons land op dat vlak duidelijk: meer besparen én sneller. Al kan de discussie rond sociale investeringen misschien nog wat soelaas brengen, maar daar zijn we nog lang niet. We zijn gewaarschuwd als het rapport voor België in juni wordt uitgebracht.
-//-
Op vlak van economie en competitiviteit zullen mogelijk niet de Belgen, maar de Italianen de show stelen.
_
Belangrijk aan dit voorzitterschap is dat het ook de termijn is waarin de strategische prioriteiten voor de volgende beleidsperiode worden vastgelegd. In april wil België met het socialistische trio Dermagne, Lalieux en Vandenbroucke op de conferentie in La Hulpe vooral de aandacht en uitbouw van de European pillar of sociale rights versterken. De politieke evoluties en toekomst indachtig is elke versterking die daaraan gegeven kan worden welgekomen.
Op vlak van economie en competitiviteit zullen mogelijk niet de Belgen, maar de Italianen de show stelen. Onafhankelijk van elkaar zijn zowel oud-premiers Enrico Letta als Mario Draghi aangesteld een rapport te maken over de interne markt en de Europese competitiviteit. Waarbij Letta naast economische ontwikkeling expliciet ook oog moest hebben voor sociale en ecologische vooruitgang. Het valt nog af te wachten hoe die euro valt.
> En wat met het sociaal overleg?
In het sociaal overleg op Belgisch vlak ligt nog een en ander op tafel. In de G10 konden we van de werkgevers eindelijk het engagement loskrijgen voor een aanpassing van de cao nr. 19 (over de financiële tussenkomst van werkgevers in het vervoer van hun werknemers). Werkgevers sturen vooral aan op een verhoging van de forfaitaire bedragen, zonder engagementen naar dekkingsgraad in de toekomst. Maar met een vaste systematiek voor de komende drie interprofessionele gespreksrondes.
We hopen er in de NAR en CRB snel werk van te maken, zodat we de werknemers die afhangen van deze cao, maar ook de afgeleide sectorale cao’s, nog een ondersteuning te kunnen geven. Ook arbeidskrapte zal in de G10 aan bod komen, al is het nog te vroeg om te zeggen waar het toe zal leiden. Het biedt alvast opnieuw een inrijpoort om een deel van onze ACV-eisen terug op tafel te brengen.
-//-
Ook de vierdagenweek, de transitietrajecten, e-commerce, deconnectie en opleidingsplannen staan op de agenda.
_
We zullen als sociale partners ook de evaluatie ter hand moeten nemen van de arbeidsdeal, te beginnen in januari met platformwerk. Met de Europese richtlijn in ademnood en kinderachtig gedrag van de werkgevers rond de rapportering van betwistingen van arbeidsrelaties, wordt dat al een fijne klus.
Maar ook de vierdagenweek, de transitietrajecten, e-commerce, deconnectie en opleidingsplannen staan op de agenda. Een verplicht nummer zou je denken, maar evenzeer een kans om onze eisen op dit vlak terug onder de aandacht te brengen.
In 2024 zullen we sowieso de aanloop moeten nemen naar nieuwe interprofessionele onderhandelingen. Met de loonnorm die nog steeds alles dwarsboomt. Ondertussen hebben we de eerste aanbevelingen van het Comité Syndicale Vrijheid van de ILO op zak en gaan we nog naar het European Comité of Social Rights, maar politiek beweegt er nog maar weinig. De Nationale Bank heeft al niet nagelaten om aan te kondigen dat de loonnorm 0 zal zijn. Ook hier zullen de verkiezingen veel van de context bepalen waarin we zullen moeten werken, maar dat mag ons er niet van weerhouden met een duidelijke boodschap naar buiten te blijven komen. Voor vrije onderhandelingen, en weg met het carcan van de loonnorm!
> Programmawet afgerond voor Kerst, fiscale bepaling erna
Voor Kerst keurde het Parlement de programmawet goed. Voor de wet fiscale bepaling moest ze alsnog in overtime gaan tussen Kerst en nieuw, om de patrimoniumtaks, een belasting op vzw’s, goed te keuren. Met uiteraard de nodige uitzonderingen. Wat dat betekent is hier al uitvoerig toegelicht in vorige nummers, op enkele zaken gaan we nog verder in.
De programmawet legt de aanpassingen aan de flexi-jobs nu in de plooi, met veel hobbels. We blijven in een stop en go-beleid steken. Alle sectoren aangegeven door de federale regering kunnen starten met flexi-jobs vanaf 1 januari, ook daar waar er ondertussen afspraken zijn rond uitstappen, zoals de opt-outs voor de landbouw, voor het gedeelte productie van de tuinbouw en voor het huispersoneel. Die uitstap kan pas gebeuren vanaf het volgende kwartaal (1 april 2024 dus), met een cao voor eind januari 2024.
Noteer ook dat de Programmawet voor de kinderopvang enkel voor de Vlaamse Gemeenschap en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel in de mogelijkheid van intekening voorziet. De andere entiteiten vroegen uit de wet te worden gehouden. Die instap komt er voor de kinderopvang pas op 1 april, gezien er ook nog een KB moet volgen.
Interessant is dat Vlaanderen aan de RSZ vraagt flexi-jobs in de kinderopvang te beperken tot 20% van het arbeidsvolume. Waarbij de RSZ dan weer aangeeft daar niet de tools voor te hebben. In paritaire (sub)comités of subsectoren waar nog geen flexi-jobs kunnen, beginnen de werkgevers te vragen om een opt-in. Voorlopig is nergens sprake van een cao daaromtrent. De Vlaamse regering stuurt aan op uitbreidingen voor het niet-onderwijzend personeel van het vrij onderwijs (paritaire subcomités 152.01 en 225.01), voor de sociaal-culturele sector (behalve jeugdwerk) van de privésector (paritair comité nr. 329.01). Gezien de wet voor die paritaire subcomités een sectorale cao vereist, zijn die vragen voorlopig weinig relevant zolang de sociale partners hier niet in meegaan. Maar het einde van de saga is dus nog niet in zicht.
-//-
1 april 2024 is ook het moment dat we de volgende stap nemen in de verhoging van de minimumlonen door de optrekking van de fiscale werkbonus
_
1 april 2024 is ook het moment dat we de volgende stap nemen in de verhoging van de minimumlonen door de optrekking van de fiscale werkbonus, om de bruto verhoging van het minimumloon met 35,7 euro op die datum te versterken tot 50 euro netto. Alleen had iedereen gerekend op een indexatie in april en blijkt het volgens de laatste voorspellingen mei te worden. Terug naar de rekentafel dus, om te bepalen wat het effect daarvan nu precies zal zijn. Wat nog wel uit te klaren valt, is de situatie voor de maatwerkbedrijven, waar er volgens de huidige RSZ-invulling van minimumloon geen aanpassing nodig is waardoor er onvoldoende middelen voor een verhoging op tafel zouden liggen. Daar hebben we in het NAR-advies al een opmerking over gemaakt en kunnen we hopelijk in januari nog trancheren naar het nodige bedrag.
Geen betogingsverbod, wel snelrecht
Met de nieuwe tekst die is aangenomen in de commissie justitie voor het kerstverlof lijkt het betogingsverbod nu volledig van de baan, maar angel is wel een verbreding van de snelrechtsprocedure. Nu moet de Kamer nog de finale zegen geven. Het zal afwachten zijn hoe dit in de praktijk zal uitdraaien.
Opvallend is ook dat de Kamer in het strafwetboek met artikel 393bis een lijst toevoegt van personen in functie waarop zwaardere straffen staan in geval van agressie en doodslag. Het gaat onder meer om personen uit de ordediensten, maar ook chauffeurs in openbaar vervoer, personen in gezondheidsberoepen, spoeddiensten en arbeidsbemiddelaars.
In uitvoering van de begrotingsnotificaties liggen er nog wel een reeks opdrachten bij de regering die nog moeten landen, zoals de samenlevingsdienst, het zoveelste halfslachtige nepstatuut. Daarnaast zijn er nog projecten in opbouw, denk aan de Federal Learning Account, operationeel vooralsnog vanaf 1 april, maar ook aan de slepende kwestie van het operationaliseren van artikel 39ter, de rugzak voor arbeidsinzetbaarheid voor werknemers die sinds 1 januari van dit jaar werden ontslagen met minstens 30 weken opzeg. Vorige week kregen we voor het eerst cijfers van de RSZ: het gaat al om 1.909 werknemers, voor in totaal 15,4 miljoen euro. Dat geld hangt bij de RSZ, meer dan 8.000 euro per hoofd, maar nog altijd zonder uitvoerbaarheid.