/Cafetariaplannen: een gedwongen keuze?
TEKST Patrick Van Looveren | FOTO Tim Goesaert | LEESTIJD: 6 MINUTEN | VAKBEWEGING 21 JUNI 2023
Cafetariaplannen waarbij werknemers als flexibele verloning kunnen kiezen uit een aantal extralegale voordelen raken steeds meer ingeburgerd. HIVA – Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven deed er op vraag van het ACV onderzoek naar. We strikten onderzoeker Sem Vandekerckhove voor een interview.
INTERVIEW /
Wat zijn cafetariaplannen?
“Cafetariaplannen zijn een vorm van flexibele verloning bovenop het vaste loon, waarbij werknemers hun loonpakket zelf kunnen samenstellen, zoals in een cafetaria met zelfbediening. Het gaat om loonvoordelen die aan mobiliteit kunnen worden besteed (bedrijfswagen, fiets etc.), financiële producten en verzekeringen (warrants, uitbreiding hospitalisatieverzekering etc.), werk-privébalans (extra vakantiedagen, hulp aan huis, etc.) en kantoormateriaal en -diensten (laptop, gsm, meubilair, telecomabonnement, etc.). Bij een cafetariaplan kan de werkgever binnen het wettelijke kader en de stimuli die de overheid voorstelt eigen accenten leggen in het verloningspakket dat hij aanbiedt. Het voordeel voor de werknemers is dat zij vrij kunnen kiezen uit het gamma aan opties.”
Bestaan cafetariaplannen al lang?
“Cafetariaplannen werden populair in Nederland in de jaren 1990. De term komt dan ook van daar overgewaaid. De laatste 10-15 jaar kwam het gebruik van cafetariaplannen ook in België snel op, en dit in drie golven. In de eerste golf, rond het jaar 2010 – net voor en tijdens de bankencrisis – werden cafetariaplannen geïntroduceerd in grotere ondernemingen en goed betalende sectoren, zoals de financiële sector. In de tweede golf, tussen 2015 en 2020, breidden de plannen uit van de dienstensector naar de grote industriebedrijven. Vandaag is er een derde golf waarin cafetariaplannen wijdverspreid worden toegepast en ook ingevoerd in kleinere ondernemingen en lager betalende sectoren.”
Waarom voeren bedrijven cafetariaplannen in?
“Op extralegale voordelen zijn vaak minder socialezekerheidsbijdragen en belastingen verschuldigd. Dat is de belangrijkste verklaring waarom cafetariaplannen zo in trek zijn. Bovendien zal niemand protesteren als hij een extraatje krijgt. Zeker in sectoren met lagere lonen (bijv. non-profit, dienstencheques) zien werknemers de extralegale voordelen in zo’n cafetariaplan als een minimale geste als andere loonsverhogingen onbespreekbaar zijn. Voor oudere werknemers die binnen de loonclassificatie al aan hun maximumloon zitten, kan er via fiscale optimalisatie toch nog wat koopkracht bijkomen. Langlopende looncomponenten zoals leases en verzekeringen binden werknemers bovendien aan het bedrijf.”
-//-
“Cafetariaplannen worden gefinancierd met bestaande middelen die herschikt worden.”
SEM VANDEKERCKHOVE
_
Waar halen bedrijven het budget voor cafetariaplannen vandaan en hoeveel levert dit de werknemer op?
“De gemiddelde waarde van cafetaria-plannen in de bedrijven van militanten uit de steekproef bedraagt 461 euro per maand. Dit impliceert een aandeel in het brutoloon van gemiddeld 10,7% en 17,2% van het nettoloon. Er zijn drie belangrijke financieringsbronnen voor cafetariaplannen: indien de sector het toelaat is dit voornamelijk de eindejaars-premie of de dertiende maand, en daarnaast overige inruilbare premies en het inleveren van brutoloon of aanvullende vakantiedagen. Cafetariaplannen worden dus gefinancierd met bestaande middelen die herschikt worden. De complexiteit en extra administratiekosten doen kleinere bedrijven of bedrijven in sectoren met beperkte marges afhaken.”
Hoe kijken de vakbonden aan tegen cafetariaplannen? Zijn ze betrokken?
“Vakbonden zijn principieel koele minnaars van cafetariaplannen. Omdat er minder sociale bijdragen op worden afgehouden dan op gewoon loon ondermijnen ze immers de sociale zekerheid. Uit de enquête blijkt dat slechts een kleine minderheid van de militanten in cafetariaplannen geïnteresseerd is als er in de plaats een evenwaardige loonsverhoging zou aangeboden worden. Maar tegelijk leert de enquête dat vakbonden vaak min of meer gedwongen worden om mee te stappen in de cafetariaplannen. Als hun werkgever op de proppen komt met een cafetariaplan, dan stellen de meeste vakbondsafgevaardigden zich pragmatisch op en proberen ze voor hun achterban zoveel mogelijk voordelen op te strijken binnen wat wettelijk mogelijk en toegestaan is. Dat cafetariaplannen een hoge vlucht nemen is mee te verklaren door de opgelegde loonmatiging. Via extralegale voordelen kunnen toch nog wat extra’s worden bekomen.”
Leiden cafetariaplannen niet tot meer ongelijkheid?
“De interessantste cafetariaplannen zijn vooral weggelegd voor de hogere bedienden, die een groter budget kunnen optimaliseren. Verder kunnen kleinere bedrijven niet dezelfde loonvoorwaarden bieden als grotere bedrijven binnen dezelfde sector. Niet vergeten ook dat er heel wat bedrijven en sectoren zijn waar helemaal geen of amper extralegale voordelen zijn. Dienstenchequewerknemers moeten meestal uit eigen zak hun gsm en auto betalen, hoewel ze die nodig hebben voor hun werk. Terwijl in de IT- of consultancysector een bedrijfswagen tot het standaardsalarispakket behoort, ook al is die niet strikt noodzakelijk voor de job.”
Kan je op basis van het onderzoek aanbevelingen of discussiepunten naar voor schuiven?
“Verhoog het conventionele brutoloon is er zeker één. Maak een inkomensshift van extralegale voordelen, bonussen en een dertiende maand naar een brutoloon. Dat zou nuttig zijn in functie van loontransparantie, om Mattheuseffecten1 maar ook gouden kooien2 via cafetariaplannen te voorkomen, en om de sociale zekerheid te ondersteunen.”
Vanderkerckhove, S., & Lenaerts, K. (2022), HIVA Onderzoekinstituut voor Arbeid en Samenleving KU Leuven. Cafetariaplannen: een gedwongen keuze? Onderzoek naar de determinanten en uitkomsten.
(1) Cafetariaplannen komen vooral ten goede aan wie al beter verloond wordt.
(2) Arbeidsvoorwaarden die zo gunstig zijn dat ze je verhinderen om van job te wisselen, ook al ben je uitgekeken op de job.
/Onderzoeksmethode
Om een idee te hebben van wat ACV-militanten vinden van cafetariaplannen, organiseerde HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven een enquête. Die werd onder meer via Vakbeweging verspreid. 906 ACV-militanten uit diverse sectoren vulden de enquête in. Er werd aanvullend extra informatie verzameld via 17 bedrijfscases, door interviews te doen met vakbonds-afgevaardigden en managers. Er werden ook focusgroeps-discussies georganiseerd met ACV-secretarissen en -medewerkers van studiediensten.